No. 13606.
DB RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat het gemiddeld aantal leerlingen naar de maatstaf
van artikel 28 der Lager-onderwijswet 1920 van de Emmanuel Murandschool
(openbare school voor gewoon lager onderwijs), Emmanuel Murandstraat 37,
in 1973 96 1/3 bedraagt;
dat ingevolge artikel 22bis, eerste lid, van genoemde wet tot
opheffing van deze school dient te worden besloten, daar het aantal
leerlingen minder dan 100 is;
dat evenwel de instandhouding krachtens artikel 19 der wet wordt
gevorderd;
gelezen het voorstel van Burgemeester en "Wethouders van
8 november 1973 (Lijlage no. 3045
BESKUIT s
met toepassing van artikel 22bis, tweede lid, van de Lager-onderwijswet
1920, te verklaren, dat de instandhouding van de Emmanuel Murandschool
ingevolge artikel 19 dier wet wordt gevorderd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Instandhouden van de gemeentelijke kleuterscholen "De Lijster" en
"De Tuinfluiter".
Bijlage no. 505. Leeuwarden, 8 november 1973=
Aan
de Gemeenteraad.
De gemeentelijke kleuterschool "De Lijster", Groeneweg 3, zal dit
jaar vermoedelijk door gemiddeld 38 kleuters worden bezocht. Eet ge
middeld aantal kleuters over de jaren 1967, 1968, 1969, 1970, 1971 en
1972 bedroeg resp. 55=3» 55=5, 54, 51*1» 47=9 en 49=7= Aangezien deze
school derhalve gedurende tenminste drie achtereenvolgende jaren door
minder dan 60 kleuters - het voor onze gemeente vereiste minimum-aan
tal - wordt bezocht zou zij op grond van artikel 11 van de Kleuter
onderwijswet moeten worden opgeheven.
Ingevolge het tweede lid van dit artikel kan de Minister van On
derwijs en Wetenschappen, de Onderwijsraad gehoord, op verzoek van de
gemeenteraad bepalen, dat een school in stand wordt gehouden ook al is
het aantal kleuters minder dan het zo juist vermelde aantal van 60, mits
dit aantal niet minder dan 20 bedraagt. "De Lijster" telde op 1 novem
ber j.l. 32 kinderen, terwijl nog 5 niet-vierjarigen op de wacht
lijst, staan vermeld.
Deze kleuterschool staat in de binnenstad en heeft voor dit stads
deel ook een duidelijke functie. Andere kleuterscholen voor het ge
bied, dat tot het rayon van "De Lijster" behoort, kunnen, afgezien van
een eventueel tekort aan plaatsruimte, bezwaarlijk als een alternatief
worden aangemerkt. De afstand tot andere kleuterscholen is zodanig,
dat opheffing van "De Lijster" (met één hoofdleidster en één leidster)
in feite zou betekenen, dat de kleuters uit de binnenstad van open
baar kleuteronderwijs zouden zijn verstoken, hetgeen wij met name voor
deze kinderen met weinig of geen speelruimte niet verantwoord achten.
O.i. is er dan ook alle aanleiding de Minister weer te verzoeken te be
palen, dat deze kleuterschool in stand wordt gehouden. Bij zijn be
schikking van 27 maart 1973 heeft de toenmalige Staatssecretaris van
Onderwijs en Wetenschappen besloten, dat "De Lijster" over het jaar
1975 in stand kan worden gehouden.
Ook de gemeentelijke kleuterschool "De Tuinfluiter", Tuinen 40
telt onvoldoende kleuters om zonder meer in stand te kunnen worden ge
houden. Het gemiddeld aantal kleuters van deze school bedroeg over
1367, 1368, 1969, 1970, 1971 en 1972 resp. 35=7, 33-4, 28.3, 28.7,
2 6.6 en 24.8, terwijl dit aantal over 1973 vermoedelijk 27 zal zijn.
Deze school is sinds 1 januari 1952 een éénklassige school; zij werd
op 1 november j.l. bezocht door 24 kleuters. Op de wachtlijst staan
momenteel 3 niet-vierjarigen vermeld. Van de mogelijkheid deze school
in stand te houden met toepassing van artikel 11, 2e lid, van de Kleu
teronderwijswet is reeds vele malen gebruik gemaakt. Bij de hierboven
aangehaalde beschikking van de toenmalige Staatssecretaris van Onder
wijs en Wetenschappen is besloten, dat "De Tuinfluiter" over het jaar
1973 in stand kan worden gehouden.
In de situatie van deze kleuterschool is praktisch niet veel ver
anderd, behalve een geringe stijging van het aantal leerlingen. De mo
tieven voor instandhouding van "De Lijster" gelden eveneens voor die
van "De Tuinfluiter". Overplaatsing van kleuters naar andere scholen zal
grote moeilijkheden opleveren, niet alleen vanwege de plaatsruimte, maar
met name ook door de af te leggen afstanden langs drukke wegen en nauwe
straten in de binnenstad.