no. 1J884»
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het op 15 oktober 1973 ingekomen verzoek van het bestuur
van de Stichting tot oprichting en instandhouding van één of meer
christelijke scholen voor buitengewoon lager onderwijs voor Leeuwarden
en omgeving om medewerking, als bedoeld in artikel 183 van het Besluit
buitengewoon onderwijs 19^7» juncto artikel 72 van de Lager-onder-
wijswet 1920, voor het aanbrengen van een retourkanaal ten behoeve
van de centrale verwarming in het gymnastieklokaal van de Da Costa-
school, school voor buitengewoon lager onderwijs, Schieringerweg 50,
alhier;
Overwegende, dat door het aanbrengen van een retourkanaal de
condensvorming in het gymnastieklokaal wordt beperkt, waardoor het
optreden van houtrot zal worden tegengegaan;
dat door inwilliging van het verzoek de normale eisen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden;
dat het verzoek ook overigens voldoet aan de in artikel 72 e.v.
van de Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen;
Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van 8 novem
ber 1973 (bijlage nr. 317);
BESLUIT!
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen van het kostenbedrag, als bedoeld in artikel 88 1e lid van de
Wet op het Voortgezet Onderwijs, over het jaar 1971 voor;
a. de gemeentelijke scholen voor mavo;
b. de Stedelijke Scholengemeenschap Atheneum-Havo;
c. het Stedelijk Gymnasium;
d. de Gemeentelijke Opleidingsschool voor kleuterleidsters.
Bijlage no. 318. Leeuwarden, 8 november 1973»
Aan de gemeenteraad.
Ingevolge artikel 88, 1e lid van de Wet op het Voortgezet Onderwijs
moet de Gemeenteraad voorlopig vaststellen;
a. het bedrag, dat in 1971 is uitgegeven ter zake van de exploitatiekosten
voor de Gemeentelijke scholen voor mavo, de Stedelijke Scholengemeen
schap Atheneum-Havo, het Stedelijk Gymnasium en de Gemeentelijke
Opleidingsschool voor kleuterleidsters;
b. het bedrag, dat door het Rijk in 1971 voor elk der genoemde soorten
van onderwijs beschikbaar is gesteld.
Deze vaststelling is niet zozeer van belang voor het openbaar onderwijs,
doch wel voor het bijzonder onderwijs, aangezien, ingevolge artikel 88,
2e lid van genoemde wet, de gemeente om de vijf jaar moet bepalen;
1. de som der bedragen, bedoeld onder a, over de vijf voorafgaande jaren;
2. de som der bedragen, bedoeld onder b, over de vijf voorafgaande jaren;
3. het bedrag der overschrijding, gedeeld door het gemiddelde van de aan
tallen leerlingen van de gemeentelijke scholen over de voorafgaande
vijf jaren, indien de som, bedoeld onder 1de som bedoeld onder 2
overschrij dt
Ingevolge artikel 89 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs moet de
gemeente aan de overeenkomstige bijzondere school in de gemeente een bedrag
uitkeren, gelijk aan het overschrijdingsbedrag, vermenigvuldigd met het
gemiddelde van de aantallen leerlingen van de overeenkomstige bijzondere
school over het desbetreffende tijdvak van vijf jaren.
De exploitatiekostenvergoeding, welke door het Rijk voor de in dit
voorstel genoemde scholen aan de Gemeente wordt betaald, bestaat uit;
a. een bedrag per school;
b. een bedrag per klasse;
c. een bedrag per leerling.
Voor de hiervoor genoemde scholen is tevens een bedrag vastgesteld voor
de bestrijding van de administratiekosten. Blijkens van het Ministerie van
Onderwijs en Wetenschappen verkregen inlichtingen wordt dit bedrag uitgekeerd
ter bestrijding van de kosten voor de werkzaamheden, welke op de gemeente
secretarie worden verricht. Deze vergoeding moet derhalve bij de voorlopige
vaststelling van het bedrag, dat door het Rijk voor de exploitatie van de
scholen aan de gemeente wordt betaald, buiten beschouwing worden gelaten.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jonsc
Secretaris