r i No.' 14812. BE RAAB BER GEMEENTE LEEUWARBEN gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29-november 1973 (bijlage no. 3415 gelet op de artikelen 272, letter a, en 273 van ^-e gemeentewet, alsmede op het Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen; BESLUIT vast te stellen de volgende Verordening op de heffing van onroerend- goedbelastingen. Voorwerp van de belastingen; belastbaar feit; belastingplicht Artikel 1 Terzake van binnen de gemeente gelegen onroerend goed - met uitzondering van ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond - worden onder de naam "onroerend- goedbelasting" jaarlijks geheven: a. een directe belasting van degene, die - naar de omstandigheden beoordeeld - bij het begin van het belastingjaar een onroerend goed al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht feitelijk gebruikt b„ een directe belasting van degene, die bij het begin van het belasting jaar van een onroerend goed het genot heeft krachtens zakelijk recht Grondslag vs.n de belastingen. Artikel 2. Be grondslag waarnaar de in artikel 1 bedoelde belastingen worden geheven, is de waarde welke aan het onroerende goed in het economische verkeer kan worden toegekend. Begripsomschrijvingen. Artikel 3- Beze verordening verstaat onder: 1. een onroerend goed dan wel het onroerende goed: a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder begrepen de ondergrond van die eigendom en die aanhorigheden - met zijn ongebouwde aanhorigheden; b. een ongebouwd eigendom, niet zijnde de ondergrond of een aanhorigheid van een gebouwd eigendom;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 366