te
p
I
IE
Onttrekken aan het openhaar verkeer van de Parallelweg te Wirdum.
3ijlage nr. 343. Leeuwardens 29 november 1973»
Aan de Gemeenteraad.
-In Uw vergadering van 27 augustus 1973 hebt U zich kunnen verenigen not
onze in het terzake uitgebrachte pré-advies (bijlage nr. 233) neergelegde
conclusie, dat het aanbeveling verdient over te gaan tot onttrekking aan liet
openbaar verkeer van de Parallelweg te Wirdum (de weg, lopende vanaf de weg
tussen Wirdum en Wytgaard naar het voorme.lige spoorwegstation te Wirdumon
middellijk ten oosten van de spoorlijn). Voor vrat betreft de motieven, welke
tot voormelde conclusie hebben geleid, mogen wij U kortheidshalve verwijzen
naar de inhoud van bedoeld pré-advies.
Onttrekking aan het openbaar verkeer dient, ingevolge het bepaaddo in
artikel 9 der Wegenwet, te geschieden bij een door Gedeputeerde Staten goed te
keuren besluit van de Gemeenteraad. Het voorstel daartoe aan de Raad kan echter
eerst in behandeling worden genomen, nadat belanghebbenden in de gelegenheid
zijn gesteld van het voorstel kennis te nemen en hun bezwaren daartegen schrif
telijk bij de Raad in te dienen. In verband daarmede hebben wij ons voornemen
op 1 oktober 1973 ter openbare kennis gebracht, onder mededeling, dat bezwaren
gedurende de termijn van één maand kunnen worden ingediend.
Van de vorenbedoelde mogelijkheid is gedurende de gestelde termijn gebruik
gemaakt door de II.V. Nederlandse Spoorwegen te Utrecht en Negam-Gas IT.V. te
Ede. Deze bezwaarschriften liggen voor bij de stukken ter inzage. Ion aan
zien hiervan delen wij U het volgende mede.
A. Bezwaarschrift IT.V. Nederlandse Spoorwegen (hieronder to noemen N.S.).
N.S. is eigenares van de ten westen en ten zuiden van de Parallelweg
liggende terreinen (zijnde het voormalige spoorwegstation van Uirdum met bij
behorende grond). Een belangrijk gedeelte daa.rvan wordt door N.S. verhuurd
aan de tweede reclamante, lïegam-Gas N.V.
U.S. is van mening, dat blijkens het feitelijke gebruik de weg allerminst
zijn betekenis voor het openbare verkeer heeft verloren, hij menen daartegen
over te moeten stellen, dat deze doodlopende weg nog slechts van belang is
voor een zeer gering aantal belanghebbenden. Alszodanig kunnen worden genoemd
de werknemers van N.S., die de blokpost moeten bedienen, de huurders van enkele
perceeltjes tuingrond en van enkele opstallen (van N.S.) nabij het voormalige
station en het personeel (met het wagenpark) van Negam-Gas N.V. Wij moeten dan
ook stellen, dat dit wegje sinds het opheffen van het station Wirdum voor het
reizigersverkeer zijn betekenis voor het openbaar verkeer geheel heeft verlo
ren. Het publieke belang wordt met deze weg op geen enkele wijze meer gediend.
De slechte toestand van de Parallelweg is te wijten aan de wijze van ge
bruik van de weg door Negam-Gas N.V. N.S. is niet bereid een redelijke bij
drage te verlenen in de onderhoudskosten van de weg, stellende, dat zij niet
aansprakelijk is voor het gebruik dat door één van haar huurders van de weg ift
wordt gemaakt. Het is naar onze mening verspilling van overheidsgelden, indien
de gemeente als gevolg van de houding van de gebruikers van de weg op haar
kosten ertoe zou (moeten) overgaan om de gehele weg ten behoeve van ITogam-Gas
N.V. en van IT.S. op te knappen en in een staat te brengen, welke overeenkomt
met het gestelde in de Wegenlegger; gezien het gebruik door Negam-Gas N.V.
zou de weg zeer spoedig weer kapotgereden zijn.
Wij zijn het voorts oneens met de mening van N.S., dat onttrekking aan
het openbaar verkeer de in 1952 gevestigde erfdienstbaarheid van weg zal
aantasten. Deze erfdienstbaarheid kan immers ongehinderd worden uitgeoefend
ook wanneer de Parallelweg niet meer openbaar is. Met een onttrekking aan het
