- 6 - Artikel 14. Burgemeester en wethouders kunnen op door hen te bepalen wijze en onder door hen vast te stellen voorwaarden in de loop van het jaar, waarvoor subsidie is aangevraagd, voorschotten verlenen op het toe te kennen subsidie. Artikel 15. 1. Wanneer een onvoorziene overschrijding van de begroting een wijziging van het subsidie tot gevolg kan hebben, dient voor deze overschrijding tevoren toestemming van burgemeester en wet houders te worden gevraagd. 2. Wanneer het in het eerste lid gestelde wordt nagelaten, vervalt ten aanzien van het bedrag waarmede de begroting wordt overschreden, de aanspraak op subsidie. 3» Wanneer in de loop van het boekjaar blijkt, dat in de redenen die tot de toekenning of de afwijzing van het subsidie hebben geleid, verandering is gekomen, kunnen burgemeester en wethouders hun beslissing herzien. Artikel 1-6. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van deze regeling dient het bestuur van de instelling, met gebruikmaking van daartoe bestemde formulieren, binnen 3 maanden na afsluiting van het boekjaar aan 'burgemeester en wethouders alle gegevens te verstrekken, die zij voor de vaststelling van het subsidie nodig achten. Artikel 17. Burgemeester en wethouders stellen het subsidie vast op basis van de overgelegde exploitatierekening. Artikel 18. 1Indien het vermogen van een voor subsidie in aanmerking komende instelling meer bedraagt dan burgemeester en wethouders voor de doelstelling van de instelling noodzakelijk achten, kunnen burge meester en wethouders in een zodanig geval het subsidie op een andere basis vaststellen dan in deze regeling is aangegeven, dan wel geen subsidie verlenen. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt voor instellingen, die op grond van artikel 6 van deze regeling subsidie ontvangen een voordelig saldo ten bedrage van maximaal en voor instellingen die een subsidie ontvangen op grond van artikel 7 van deze regeling een voordelig saldo ten bedrage van maximaal 10$ van de subsidiabele lasten niet op het jaarlijks uit te keren subsidiebedrag in mindering gebracht. Artikel 19. Ten aanzien van de financiële administratie worden door burgemeester en wethouders nadere voorschriften gegeven. "3 - 7 Artikel ,_0. 1Indien een instelling wordt opgeheven, dient het bestuur daarvan onmiddellijk schriftelijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders 2. Aan het met subsidie verworven batig liquidatiesaldo dient de instelling een bestemming te geven, die zoveel mogelijk overeenkomt met haar doel en werkzaamheden. Deze bestemming is onderworpen aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders? dit college pleegt hierbij overleg met de eventuele medesubsidiërende overheidsinstan ties Hoofdstuk IV. Slotbepalingen Artikel 21 Het bestuur van de instelling is verplicht aan burgemeester en wethouders of aan de door hen aangewezen ambtenaren desgewenst alle inlichtingen te- verstrekken en inzage in boeken en bescheiden toe te staan, voor zover een en ander voor de vaststelling van het subsidie nodig is, alsmede toegang te verlenen tot accommodaties en lokalen, welke door de instelling worden gebruikt. Artikel 22. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treffen burgemeester en wethouders, gehoord de Raad voor Jeugdaangelegenheden, de nodige voorzieningen en/of nemen zij de nodige beslissingen, een en anx.ei na over leg met de betrokken instelling. Artikel 23- 1Deze regeling treedt in werking op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip, waarbij burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat bepaalde onderdelen van de regeling op een later tijdstip in werking kunnen treden. 2. Bij de inwerkingtreding dezer regeling vervallen; a. subsidieregeling speeltuinorganisaties en speeltuincentrale? b. subsidieregeling vrije jeugdvorming. Aldus vastgesteld in de openbars vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 398