- 4 - 4. Zolang de raad van een gemeente niet heeft voldaan aan het in het vorige lid bepaalde, blijft het door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur, dat had moeten aftreden als zodanig fungeren totdat die gemeenteraad een nieuw lid heeft aangewezen. 5. Een lid van het algemeen bestuur, dat de hoedanigheid, genoemd in artikel 5, vierde lid, verliest, houdt daarmede tevens op lid van het algemeen bestuur te zijn. 6. Indien tussentijds een plaats van een lid van het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 5» eerste lid beschikbaar komt, benoemt de raad van de desbetreffende gemeente ten spoedigste, doch in elk geval binnen twee maanden, een nieuw lid. 7. Leden van het algemeen bestuur, die aftreden, hun ontslag indienen of overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, derde lid, demissionair zijn, blijven als zodanig fungeren totdat in hun opvolging is voorzien. Paragraaf 2. De werkwijze van het algemeen bestuur. Artikel 7. 1. Het algemeen bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, of ten minste 8 leden, zulks schriftelijk, onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, verzoeken. 2. Artikel 47 van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat de openbare kennisgeving geschiedt op verzoek van de voorzitter door de burgemeesters van de gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze. Artikel 48 van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. Artikel 8. 1a. Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten wanneer tenminste een vijfde deel der aanwezige leden hierom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens dat met gesloten deuren wordt vergaderd, indien en voor zover onderwerpen aan de orde zijn van zodanige aard, dat behandeling daarvan in een openbare vergadering, gezien de schade welke daardoor aan algemene of bijzondere belangen kan worden toegebracht, niet gerechtvaardigd moet worden geacht. b. Artikel 49s vierde en volgende leden van de gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 2. In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd, noch een besluit genomen over a. het vaststellen of wijzigen van de begroting; b» het voorlopig vaststellen van de rekening; c. het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen; d. toetreden tot, uittreden uit of wijzigen van de regeling overeenkomstig de artikelen 39 "tot en met 41- - 5 - 3. In een besloten vergadering wordt geen besluit genomen overs a. het treffen, wijzigen, verlengen of opheffen van een gemeen schappelijke regeling tussen het schap en andere lichamen, alsmede het toetreden en uittreden; b. het oprichten van of het deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperatieve of andere verenigingen dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van deelneming; c. het aangaan van geldleningen en van rekening-courant- overeenkomsten; d. het uitlenen van gelden en het waarborgen van geldelijke verplich tingen, door anderen aan te gaan; e. het vervreemden of bezwaren van goederen van het schap; f. -het onderhands verhuren, verpachten of in gebruik geven van goederen van het schap; g. het onderhands besteden van werken of leveranties; h. het doen van een uitgaaf, voordat de begroting of de begrotings wijziging waarbij deze uitgaaf is geraamd, is goedgekeurd. Artikel 9° 1Elk lid van het algemeen bestuur heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem. 2. Artikel 52, eerste en tweede lid, de artikelen 54 tot en met 58 en artikel 72, tweede, derde en vierde lid, van de gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing, tenzij het reglement van orde, bedoeld in artikel 10, anders bepaalt. Artikel 10. 1Het algemeen bestuur stolt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast, dat wordt toegezonden aan gedeputeerde staten. 2. In het reglement van orde kunnen regels worden gegeven omtrent het horen van belanghebbenden ten aanzien van door het algemeen bestuur te nemen besluiten. Paragraaf 3. De vergooding voor de leden van het algemeen bestuur. Artikel 11 1Het algemeen bestuur kan aan de leden van het algemeen bestuur een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van het algemeen bestuur toekennen. 2. De leden van het algemeen bestuur hebben aanspraak op vergoeding van reis- en verblijfkosten volgens regelen door dit bestuur te stellen. Paragraaf 4- Ee bevoegdheden van het algemeen bestuur. Artikel 12. Het algemeen bestuur oefent de bevoegdheden uit, die bij of krachtens de Woonwagenwet zijn toegekend aan de raden der gemeenten, alsmede alle andere bevoegdheden in het kader van de regeling, die niet aan een ander orgaan zijn toegekend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 422