No. 14977- DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 november 1973 (bijlage no. 367) BESLUIT I. tot het aangaan van een overeenkomst met de provincie Friesland, waarbij de gemeente zich verbindt om, indien de provincie Fries land betalingen moet verrichten krachtens de door haar verleende garantie voor de richtige betaling van rente en aflossing van geldleningen tot in totaal ten hoogste 2.4OO.OOO,aan te gaan door de Noordelijke Stichting Voorzieningen Lichamelijke Gehandicapten te Groningen voor de financiering van de aankoop, verbouw en inrichting van het pand Verlengde Schrans 87 (Bornia- State) tot gezinsvervangend tehuis, 5Ö)o van de betaalde bedragen aan de Provincie uit te betalen. II. aan het onder: I genoemde besluit de volgende voorwaarden te verbinden; a. de Provincie verbindt zich, indien zij te eniger tijd baten geniet terzake van de verleende garantie, daarvan aan de gemeente uit te keren b. de duur van de deelneming in het financiële risico van de garantie is gelijk aan de termijn, waarvoor de geldleningen worden gesloten, doch maximaal 40 jaren, aanvangende met de dag, waarop de leningen worden opgenomen; c. een exemplaar van de jaarlijkse begroting, alsmede van de rekening en verantwoording en de balans van. de onderhavige stichting dienen ter kennis te worden gebracht van Burgemees ter en Wethouders voor of op dezelfde data, waarop zij moeten worden ingezonden bij Gedeputeerde Staten; d. de door Gedeputeerde Staten aan de garantie verbonden voorwaar den dienen in overleg met Burgemeester en Wethouders vast gesteld, aangevuld of gewijzigd te worden. e. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd gedurende de duur van deze overeenkomst zonodig nadere voorwaarden te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter Secretaris Vaststellen structuurplan Leeuwarden. Bijlage nr. 368. Leeuwarden, 29 november 1973» Aan de Gemeenteraad. Algeneen. Afgezien van de bijzondere rooilijnvoorschriften e.d. bestond onder vigeur i van de Woningwet van 1901 slechts één wettelijke stedebouwlcundige maatregel, n.l. het uitbreidingsplan. Wel was naast dit plantype het structuurplan tot de stedebouwkundige praktijk gaan behoren als een visuele basisstudie en als onder werp van discussie. Een dergelijk structuurplan kwam dus buiten een wettelijke 1 procedure om tot stand. De Wet op de Ruimtelijke Ordening, die op 1 augustus 19&5 in werking is getreden, kent nu naast het bestemmingsplan het structuurplan als een gemeente lijke planologische maatregel, waarin de toekomstige ontwikkeling van de ge meente wordt aangegeven. Dit betekent niet zozeer een verruiming van de feite- lijke mogelijkheden als wel een erkenning van het belang van deze planvorm. 1 Het vaststellen van een dergelijk plan is niet algemeen verplicht gesteld. Toch verdient het in het kader van het ruimtelijk beleid van de gemeente aanbeveling een structuurplan vast te stellen om een grondslag te hebben voor de bestemming 1 plannen. Het structuurplan heeft geen bindende kracht voor de overheid en de burgers. In tegenstelling tot het bestemmingsplan regelt het structuurplan niet de bestemming van de grond met de daaraan verbonden rechtsgevolgen (o.m. ont eigening, het verkrijgen van schadevergoeding). Voor het tot stand komen van een bestemmingsplan heeft de Wet op de Ruimtelijke Ordening een uitgebreide pro cedure voorgeschreven, die de rechtszekerheid van de burgers moet waarborgen. I Zo kunnen bezwaren worden ingebracht bij de gemeenteraad en het college van Gedeputeerde Staten, terwijl daarna bij de Kroon beroep kan worden aangetekend. In de procesgang van een structuurplan kan alleen bezwaar bij de gemeenteraad tegen het ontwerpplan worden gemaakt. Na de vaststelling behoeft dit plan 1 slechts ter kennisgeving te worden gezonden aan Gedeputeerde Staten. Het structuurplan moet een visie van het gemeentebestuur geven over de ruimtelijke ontwikkeling op langere termijn. Evenals voor een bestemmingsplan I schrijft de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor om een structuurplan eens in 1 de tien jaren te horzien. Ook zonder deze eis ligt het voor de hand, dat dit I plan - zijnde de basis voor do bestemmingsplannen - niet alleen volgend naar vooral ook aanwijzend in een wisselwerking met de maatschappelijke en ruimte lijke ontwikkeling van de gemeente zal moeten blijven en daarom tijdig zal moeten worden herzien. Tot de voorbereiding van een structuurplan behoort het instellen van een onderzoek naar de bestaande toestand in en naar de mogelijke, en wenselijke ont- wikkeling van de gemeente. Dit onderzoek heeft met name betrekking op de natuur lijke gegevens van het gebied, Waarover het structuurplan zich uitstrekt, de bevolkingsontwikkeling, de ontwikkeling van de welvaartsbronnen, de sociale en culturele ontwikkelingen in de samenleving en de mogelijkheden en wcnselijkhe- den voor de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied, de behoeften op het stuk van de verschillende facetten daarvan, alsmede de bodemgesteldheid, in verband met de bij bestemmingsplan aan te wijzen bestemmingen. Voorts dient overleg te worden gepleegd met de besturen van de aangrenzende gemeenten, met de verschil lende diensten van het Rijk en de Provincie en eventueel de betrokken wa/ter- schappen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 435