- 2 - Zoals reeds opgemerkt, kwamen in het verleden huiten de wettelijke proce dure om wel structuurplannen tot stand. Zo stelde IJ hij besluit van 12 mei 1965 een structuurplan (oude stijl) vast voor de gehele gemeente. Reeds enkele jaren na de vaststelling van dit structuurplan werd de behoefte gevoeld een nieuw structuurplan te doen opstellen. Hierbij konden dan tevens de voorschrif ten en de richtlijnen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in acht worden ge nomen. Op 30 oktober 1967 werd ter voorbereiding van een nieuw structuurplan een commissie geïnstalleerd, welke tot taak had ons college van advies te dienen betreffende; a. het ontwerpen van een structuurplan voor de gemeente Leeuwarden; b. het aangeven welke ontwikkelingen nodig zullen zijn, opdat de taakstellin gen van dit plan kunnen worden bereikt; c. het aangeven van de fason waarin het structuurplan dient te worden geconcre tiseerd. Teneinde zoveel mogelijk de betreffende instanties van meet af aan bij do voorbereiding van het ontwerp-structuurplan te betrekken, werden do verga deringen van deze commissie bijgewoond door vertegenwoordigers van de Provin ciale Planologische Dienst, Provinciale- en Rijkswaterstaat en de Inspecteurs van de Volkshuisvesting en de Ruimtelijke Ordening. Alvorens in te gaan op de inhoud van het nieuwe ontwerp-structuurplan wijzen wij op enige overeenkomsten en verschillen tussen dit ontwerp-plan en het structuurplan van 1965» Beide plannen zijn opgebouwd uit 3 fasen, die nagenoeg overeenkomen. De eerste fase van het nieuwe ontwerp-structuurplan omvat volgens de nota nog een groei van het inwoneraantal tot 116.000,De tweede en derde fase zijn gebaseerd op de bevolkingsgroei zoals deze o.m. in de Tweede ITota ruimte lijke ordening voor Nederland zijn aangegeven en gaan uit van een maximum aan tal inwoners van 200.000 a 24-0.000. Gezien de recente ontwikkeling van de be volkingsgroei, waarbij de laatste prognoses tenderen naar een inwonertal in Nederland van 14,7 miljoen in het jaar 2000, terwijl in voornoemde Tweede ITota van 20 miljoen imroners wordt uitgegaan, menen wij, dat in deze situatie niet verder moet worden gegaan dan de vaststelling van de 1e fase van het ont- werp-plan. In verband met deze bevolkingsgroei moet het niet uitgesloten wor den geacht, dat de 1e fase later dan 1985 zal zijn gerealiseerd. Yoor de verdere vergelijking met het structuurplan 1965 beperken wij ons dan ook tot de 1e fase. De ruimtelijke vormgeving (situering nieuwe wijken e.d.) is vrijwel gelijk. De bestemming van do Bullepolder on die van de Goutumer ITieuwlandpoldor voor zover gelogen tussen de spoorlijn naar Zwolle en Rijksweg 32 zijn in het plan. 1965 beide opgenomen in de tweede fase, waarbij de Bullepolder een woonbe stemming had. In verband met de in de vorige alinea beschreven bevolkingsont wikkeling stellen wij IJ voor deze gebieden wederom naar de tweede fase over te brengen en daarover thans geen beslissing te nemen. De geprojecteerde woongebieden zijn in grote lijnen gelijk (van het plan Aldlan is het gebied bestemd voor de woningbouw thans iets groter). Het meest in het oog springend verschil is gelegen in de aan de modellen toegedachte inwoners aantallen. Zo spreekt het plan 1965 nog over 130.000 inwoners in de 1e fase, terwijl in de nota sprake is van een verwacht inwoneraantal van maximaal 116.000. De snel gedaalde gemiddelde woningbezetting van 3,52 in 1965 tot 2,90 in 1972 is als voornaamste oorzaak hiervoor te noemen. Deze snelle daling was indertijd niet te voorzien. Als illustratie mogen wij het volgende noemen. In de periode 1945 "t/m 1972 is de woningvoorraad toegenomen met 10506 woningen, terwijl het inwoneraantal slechts is gestegen met 13493 personen, hetgeen neer komt op 1,28 inwoner per woning. Gezien deze snelle daling, welke zich onge twijfeld in de komende jaren nog zal voortzetten, moet er ernstig rekening moe worden gehouden, dat door realisering van de 1e fase geen inwoneraantal van 116.000 zal worden bereikt, doch da.t dit aantal beduidend lager kan liggen. 3 Het moet zelfs niet uitgesloten worden geacht, dat slechts een aantal van 90.000 a 95.000 inwoners zal worden gehaald in deze fase. Een ander noemenswaardig verschil ligt op het gebied van het verkeer (ontslui ting). Zo is de Weg naar Drachten meer westelijk geprojecteerd (en rqeds uitge voerd), waardoor deze beter in het gekozen wegensysteem past. Yoor wat de scheepvaart betreft is de omlegging van de vaarroute naar Dokkum in het plan 19^5 vanaf het Langdeel langs het Ouddeel en dan ten noorden van Lekkum weer aansluitend op de Dokkumer Ee gedacht. In het nieuwe plan is deze omlegging niet opgenomen. Een Provinciale studiecommissie beraadt zich over het verloop van oen nieuwe vaarroute naar Dokkum, welke verder oostwaarts van de stad zal moeten worden gerealiseerd. Structuurnota 1971. De bij het plan behorende toelichting (Structuurnota 1971) bestaa.t uit twee delen. Deel I is het inventarisatiegedeelte, wat de historie en de be staande toestand behandelt. In deel II wordt op de mogelijke toekomstige ont wikkeling ingegaan. De eerste fase van het structuurplan Leeuwarden - wolk plan na correctie vo'or herziene bevolkingsprognoses is afgeleid uit plannen van "hoger orde", zoals die van de Rijks Planologische Dienst en do Provinciale Planologische Dienst in friesland en een daaruit voortvloeiende taakstelling - vóórziet vol gens de voorzienbare "normen" bij de. opstelling van do nota in huis'vpstings- mogelijkheid voor ongeveer 116.000 inwoners. Dit komt neer op een bevolkings groei van om en nabij 30.000 inwoners tot 1985. Gezien de thans gehanteerde normen zal dit aantal zoals hiervoor reeds vermeld, vermoedelijk ruim beneden de 100.000 inwoners blijven. hellicht wekt het verwondering dat, nu de huidige bevolkingsontwikkeling van Leeuwarden eerder tendeert naar afneming dan naar groei, aan de raad oen structuurplan wordt voorgelegd dat uitgaat van een niet onaanzienlijke stijging van het inwonertal. Wij zijn echter van mening dat een structuurplan "ruimte" dient te bieden voor nieuwe ontwikkelingen verbetering van het woonklimaat, werkgelegenheidsimpulsen, uitgaande o.a. van industriële vestigingen, de sprei ding van rijksdiensten en de vestiging van instellingen voor hoger beroeps- en voor wetenschappelijk onderwijs - die een ommekeer in de bevolkingsontwikke ling zouden kunnen bewerkstelligen. Bovendien mag niet worden voorbijgegaan aan hot feit dat de, niet alleen in Leeuwarden wenselijk geachte, handhaving on uitbouw.van do hierboven geschetste veelzijdige centrumfunctie van Leeuwar den zich niet verdraagt met een vportdurende daling van het inwonertal. Een 'huimto" biedend structuurplan, hoezeer in strijd lijkend met do ont wikkeling der laatste jaren, is als instrument voor een soepel en op nieuwe ontwikkelingen inspelend beleid onontbeerlijk. Mocht overigóns na verloop van enkele jaren, hetzij uit de feitelijke ontwikkeling, hetzij op basis van dan gereed gekomen plannen van hoger orde - te denkon ware aan het integrale struc tuurplan voor hot Hoorden des Lands en de plannen van friesland zelve - blijken dat het Leeuwarder structuurplan te ambitieus van opzet is dan zullen bijstel lingen kunnen plaatsvindon. In de in april van dit jaar verschenen "Gtructuur- schets voor friesland" wordt uitgegaan van een verdere ontwikkeling van Leeu warden als gewestelijk centrum tot minimaal 100.000 inwoners. C' out rumf unc t i e Leeuwarden hoeft een centrumfunctie voor een wijde'omgeving. Het is het be stuurlijke hart van de provincie en de vestigingsplaats van vele economische, sociale en culturele instellingen wier werkterrein de gehele provincie be strijkt. Doordat Leeuwarden over een zeer gevarieerd pakket van enderwijsvoor- zieningen beschikt, fungeert de plaats ook als onderwijscentrum. Yoorts blijkt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 436