Beleidsnota Raad voor Bejaardenaangelegenheden Bijlage "no. 32. Leeuwarden, 17 januari 1974» Aan de Gemeenteraad. Zoals wij reeds' in onze raadsbrief van 29 november 1973 bijlage no. 353 inzake de beleidsnota van de Raad voor Jeugdaangelegenheden stelden, is ér bij de in stallatie van de 'onderscheidene raden aangedrongen op liét 'op zo kort mogelijke termijn uitbrengen Van beleidsnota's. Thans kunnen wij U hierbij een beleids nota van de Raad Voor Bejaardenaangelegenheden aanbieden. Yoordat wij ingaan öp een aantal onderwerpen waarover de nota handelt, menen wij ten aanzien van een algemeen punt terzake van het bejaardenbeleid het vol gende te moeten stellen. Het beoordelen van de problemen welke zich t.a.v. de bejaarden voordoen dient niet op zichzelf te geschieden, doch in samenhang met de problemen, die onze gehele samenleving betreffen. Be bejaarde immers leeft en woont in de samenleving en maakt daarvan evenals de jongeren en ande re bevolkingsgroepen, onderdeel uit. Wij hebben de indruk dat bij het nemen van beslissingen ten aanzien van bejaarden hieraan soms onvoldoende aandacht wordt besteed. Ha het vorenstaande merken wij ten aanzien van een aantal in de beleidsnota genoemde onderdelen het volgende op. Op pagina 3 van de nota wi.rdt ons inziens ten onrechte gesteld, dat de verzorgingskosten voor verzorgingstehuizen in de meeste gevallen via de Algemene Bijstandswet ten laste van de gemeenten komen waar het tehuis is gevestigd en dientengevolge bejaarden in die gemeenten voor rang hebben boven bejaarden uit andere gemeenten. Ingevolge de Algemene Bij standswet immers komen de kosten verband houdende met opname en verpleging in een daartoe bestemde inrichting voor rekening van de gemeenten waar de betrokke ne vóór het verblijf in die inrichting thuis behoorde c.q,. laatstelijk thuis behoorde. Hierdoor wordt een prioriteitsstelling op basis van de omstandigheden waarin een bejaarde zich bevindt naar onze mening bevorderd. Met betrekking tot het op pagina 10 van de nota gesignaleerde tekort aan verpleegtehuizen wijzen wij er op, dat dit tekort zich vrij zeker zal manifesteren ten aanzien van psycho geriatrische bedden en niet ten aanzien van somatische bedden. Voor wat be treft de laatste categorie is het tekort vrijwel opgeheven. Op pagina 14 stelt de Bejaardenraaddat de bejaarden in het algemeen de voor keur geven aan laagbouw. Zonder dit te ontkennen willen wij er op wijzen, dat in de praktijk is gebleken dat er ook bejaarden zijn die het comfort van een flat op hoge prijs stellen, Op dezelfde pagina wordt geconcludeerd, dat de spreiding van nieuwe bejaardenwoningen over de gemeente is gebonden aan de af stand van winkelcentra, kerken en dienstencentra. Hoewel wij menen dat bij de spreiding van bejaardenwoningen over de gemeente met dergelijke objecten reke ning dient te worden gehouden, achten wij het gebonden zijn te strak geformu leerd Ten aanzien van de conclusie op pagina 25, waarin wordt gesproken van het voor bereiden van een landelijk paspoort voor bejaarden merken wij op, dat een der gelijke speciale voorziening voor bejaarden wellicht onder de gegeven omstan digheden financieel soelaas biedt, maar in feite principieel onjuist is. Een betere oplossing zou zijn het optrekken van het inkomen van bejaarden, waardoor zij op dezelfde wijze als de overige bevolking, van de voorzieningen gebruik zullen kunnen maken. Overigens verwijzen wij terzake naar onze algemene op merking die wij aan het begin van deze raadsbrief stelden. Als aanvulling op de op de pagina's 25 en 26 gestelde conclusies menen wij te moeten stellen, dat het aanbeveling verdient na te gaan in hoeverre de in te huizen aanwezige voorzieningen mede dienstbaar kunnen worden gemaakt aan de in de omgeving van tehuizen wonende bejaarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 104