No. 12867. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDER Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 februari 1974» bijlage no. 44» B E S L I T 5 voor de verwerving van de voor de sanering van het gebied Landbuurt/Achter Landbuurt benodigde gronden met opstallen een actief aankoopbeleid te voeren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening, betreffende een door de heer P. Boersma, Dennen straat 54 alhier, ingediend beroepschrift tegen weigering van een bouwvergunning. Bijlage no. 45- Leeuwarden, 7 februari 1974- Aan de gemeenteraad. De heer P. Boersma, Dennenstraat 54 te Leeuwarden heeft bij brief van 20 november 1973 beroep bij de Gemeenteraad ingesteld tegen het besluit d.d. 16 oktober 1973» no. 197/73» van burgemeester en wethouders, waarbij de door hem gevraagde bouwvergunning voor het verbouwen en uitbreiden van zijn woning is geweigerd. Overeenkomstig artikel 390» lid 2, van de Bouwverordening hebben burgemeester en wethouders (hierna te noemen: het College) dit beroep schrift - vergezeld van hun advies - bij brief van 18 december 1973 in handert gesteld van onze commissie. 'Het beroepschrift is tijdig ingediend, zodat appellant in zijn beroep behoorde te worden ontvangen. Zowel appellant als het college is door de commissie over deze beroepszaak gehoord. De ingediende bouwaanvrage is gericht op het maken van een 5»40 m lange achteruitbouw, in te richten als keuken- en w.c. ruimte. De open ruimte tussen woning en het thans nog vrijstaande schuurtje zal hierdoor geheel worden overbrugd. De bestaande keuken zal bij de kamer worden getrokken. De bouwvergunning is door het college op grond van artikel 48, 1e lid onder a en b van de Woningwet geweigerd, omdat het bouwplan in strijd is met het geldende bestemmingsplan "Noord en Oost", alsmede met de Bouwverordening. Ingevolge de stedebouwkundige voorschriften kan vrijstelling voor het maken van een aanbouw ter plaatse alleen worden gegeven indien de breedte daarvan niet meer bedraagt dan 2.00 m en de diepte niet meer dan 2.50 m. De geprojecteerde aanbouw is 2.80 m breed en 5«40 m diep, terwijl nu deze tevens wordt aangebouwd aan het (thans nog) vrijstaande schuurtje in feite een aanbouw zou ontstaan ter diepte van 8.50 m. Daarnaast wijkt de woning zelf qua situering af van het geldende bestemmingsplan. Tevens wordt een aanbouw van 8.50 m diep ter plaatse uit een oogpunt van welstand niet aanvaardbaar geacht. Appellant voert in zijn beroepschrift het volgende aans I. voor achteruitbouwen behoeven naar zijn mening geen welstandseisen te worden gesteld; II. het bestaande vrijstaande schuurtje blijft los staan van de hoofd bouw; III. nu zijn buren geen bezwaar hebben tegen zijn bouwplannen, moet worden aangenomen, dat het weigeringsbesluit is genomen omdat bij een eefder soortgelijk verzoek om bouwvergunning door een andere buurman wel bezwaren werden ingediend; IV. voor uitbouwen achter andere woningen aan de Dennenstraatis wel een vergunning verleend. De commissie merkt ten aanzien hiervan het volgende ops Ad I De commissie kan deze mening geenszins delen. Blijkens artikel 34 van de Bouwverordening dient elk bouwwerk, dus ook het bouwwerk dat niet direct van de openbare weg af zichtbaar is, te voldoen aan redelijke eisen van welstand. Bovendien vormt een complex van achtererven een bepaald milieu, dat gemakkelijk kan worden verstoord tengevolge van het plaatsen van bouwsels» die qua vorm, afmetingen of materiaalkeuze niet aanvaardbaar zijn. De commissie is van oordeel dat een aanbouw van 8.50 m ter plaatse buiten proporties is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 122