ij. aan artikel II 14. wordt een derde lid toegevoegd, luidende als
volgt
5. Aan de ambtenaar die op grond van artikel B 4, lid 5 een vaste
aanstelling met een proeftijd heeft, kan gedurende dan wel aan
het einde van die proeftijd ontslag worden verleend indien naar
hot oordeel van het tot aanstellen bevoegd gezag een verder
voortduren van het dienstverband niet gewenst is.
Ten aanzien van de opzegtermijn is het bepaalde in de leden 1 en
2 van overeenkomstige toepassing.
z. artikel H 15, lid 2, tweede alinea wordt vervangen door de volgende
alinea?
Als maatstaf bij de berekening van het in de vorige volzin bedoelde
bedrag wordt in aanmerking genomen de voor de ambtenaar op de dag
van overlijden geldende bezoldiging per maand.
Artikel II.
Deze verordening werkt terug tot 1 januari 1974»
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Nr. 1614 b.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 februa
ri 1974 (bijlage nr. 54);
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de
Verplaatsingskostenverordening.
Artikel I.
a° artikel 1onder d, wordt gelezen als volgt?
d. jaarbezoldiging? het tot een jaarbedrag herleide bedrag van de
bezoldiging of het loon waarop de belanghebbende krachtens de
verordening, als bedoeld in artikel C 1, lid 1, van het Algemeen
.Ambtenarenreglement of krachtens artikel C 1 van de Arbeidsover
eenkomstenverordening aanspraak heeft of laatstelijk voor zijn
ontslag had, vermeerderd met de vakantietoelage;
artikel 5, lid 1. onder e, wordt gelezen als volgt?
e, een bedrag voor alle andere uit de verhuizing voortvloeiende kos
ten waarvan de hoogte wordt bepaald volgens de in lid 2 aangegeven
berekening;
c. artikel 5. lid 2. wordt gelezen als volgt?
2. Het in lid 1, onder e, bedoelde bedrag is?
a. in geval van verplaatsing of indiensttreding, gelijk aan 12 pro
cent van de jaarbezoldiging van belanghebbende op de dag waarop
de nieuwe woning kan worden betrokken, met dien verstande dat
het bedrag niet minder bedraagt dan 12 procent van het jaarbe
drag van het maximum salaris van schaal 57 van bijlage AI van
het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 194Ö, welk
schaalbedrag dient te worden verhoogd met de vakantietoelage.
Het overeenkomstig het vorenstaande berekende bedrag wordt ver
meerderd met 100,-- voor elk tot het gezin behorende medever-
huizende en ten laste van de belanghebbende komende kind;
b. in geval van een verplaatsing binnen drie jaren na een eerdere
verplaatsing of na een verhuizing als gevolg van indiensttre
ding, dan wel een verplaatsing binnen drie jaren na een eerste
inrichting, mits die eerste inrichting binnen het woongebied
als bedoeld in artikel E 18 van het Algemeen Ambtenarenregle
ment heeft plaats gevonden, gelijk aan 14 procent van de jaar
bezoldiging van belanghebbende op de dag waarop de nieuwe wo
ning kan worden betrokken, met dien verstande dat het bedrag
niet minder bedraagt dan 14 procent van het jaarbedrag van het
maximum salaris van schaal 57 van bijlage A I van het Bezoldi
gingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948, welk schaalbe
drag dient te worden verhoogd met de vakantietoelage.