1619 -
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
ebruari 1974 (bijlage no. 57)$
BESLUIT
tot het ophogen van de bouwterreinen in de wooneenheden
II, III en IV en van de terreinen voor het stichten van
gebouwen voor bijzondere doeleinden gelegen in het be
stemmingsplan "Goutum";
voor de uitvoering van de onder I bedoelde werken een
krediet beschikbaar te stellen van 1060000--
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter
Secretaris
VS "V
Verbouwen van de Harmonie.
Bijlage no. 58
Leeuwarden, 7 februari 1974-
Aan
de gemeenteraad.
In Uw vergadering van 10 december 1973 besloot U overeenkomstig
ons voorstel (bijlage no. 571onder meer akkoord te gaan met het schets-
plan voor de verbouw van de Harmonie, zoals dat werd opgesteld door het
architectenbureau G.A. Heidoorn B.V. te Leeuwarden, en ons college te
machtigen dit architectenbureau opdracht te verlenen tot het besteks-
klaar maken van de gehele verbouwing van de Harmonie, alsmede tot het
doen uitvoeren van het 1e gedeelte van fase I van het plan.
Zoals wij in ons voorstel van 30 november j.l. reeds schreven, zou
den wij over de dekking en financiering van het tweede gedeelte van de
eerste fase overleg plegen met Gedeputeerde Staten en de Rijksoverheid.
Bovendien zou in dat overleg worden nagegaan, in hoeverre op subsidiSring
zou mogen worden gerekend voor de tweede fase. Voordat een aanvang zou
kunnen worden gemaakt met het eerste gedeelte van de eerste fase, moest
de financiering en. de dekking van het tweede gedeelte van deze fase ge
regeld zijn. Uitvoering van het eerste gedeelte van fase 1 alleen zou
weinig zinvol zijn, als er geen zekerheid was, dat het tweede gedeelte
van die fase ook aansluitend gerealiseerd zou worden.
Uit hot overleg met Gedeputeerde Staten is ons gebleken, dat wij er van
uit mogen gaan dat in het kader van hot Bijzonder Regionaal Welzijnsbe
leid een bedrag van 1.800.000,beschikbaar zal worden gesteld, welk
bedrag mogelijkerwijs zal worden verhoogd tot 2.000.000,Een foto-
copie van een brief aan Gedeputeerde Staten, waarbij het gesprek met
dit college word bevestigd, ligt voor ter inzage.
Op 10 januari j.l. hebben wij vervolgens overleg gepleegd met de
heer Dr L.B. van Ommen, plv. Directeur-Generaal van het Directoraat-
Generaal voor de Volksontwikkeling en Recreatie van het Ministerie voor
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Uit dit gesprok bleek ons
het volgende;
a. de toegezegde 1.000.000, die aanvankelijk voor de verbouw van de
Beurs was bestemd, zal mogen worden aangewend voor de realisering van
do verbouwing van do Harmonie.
b. Het Ministerie zal in overleg met andere daarbij betrokken ministe
ries nagaan of gelden voor de gehele eerste fase beschikbaar kunnen
worden gesteld.
c. Er dient van uit gegaan te worden, dat het bedrag van 11.000.000,
voor de tweede fase niet beschikbaar gesteld zal kunnen worden. Ook
voor de verdere toekomst zal voor dat bedrag geen enkele toezegging
gedaan kunnen worden.
In verhouding tot vergelijkbare gemeenten mag Leeuwarden niet op
17.000.000,rekenen voor een Cultureel Centrum.
Over het resultaat van voorgaande gesprekken hebben wij overleg
gepleegd met de architect en het bestuur van de Stichting Culturele
Contra, Gelet op het resultaat van het gevoerde overleg met Gedeputeerde
Staten en do hoor Van Ommen werd geconcludeerd, dat vooralsnog niet op
een totale uitvoering van de plannen mocht worden gerekend. Het zou
derhalve aanbevoling verdienen ook niet reeds nu het gehele plan besteks-
klaar te laten maken. Door dit laatste uit- te stellen, zou oen aanzien
lijk bedrag 750.000,kunnen worden bespaard. Dit bedrag zou
na het gereedkomen van de gehele eerste fase kunnen worden aangewend
voor verbetering van de grote zaal. Mot name de stoelen in de grote zaal
verkeren in een zodanige staat, dat niet verwacht mag worden, dat deze
nog jaren mee zullen kunnen.
Sneller dan verwacht kon worden, werden wij door het Ministerie
voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk op de hoogte gesteld van
het definitieve standpunt van hot Ministerie met betrekking tot de onder
havige kwestie.