De migratiebalans»
Zoals gezegd was een der uitgangspunten die tot de doelstel
ling hebben geleid, dat de migratiebalans van Leeuwarden in even
wicht zou zijn. Tot op heden werd dit uitgangspunt niet gerealiseerd.
Het migratieverlies bedroeg in 1971 1498 en in 1972 zelfs 2022 per
sonen. Deze tendens heeft zich het eerste half jaar van 1973 voort
gezet (migratieverlies1000 personen). De verwachte terugkeer
naar Leeuwarden van mensen uit omliggende dorpen, nu hier weer meer
woonmogelijkheden ontstaan, is vooralsnog uitgebleven. Wij hebben
echter de indruk dat, afgezien van hetgeen wij reeds onder a vermeld
den, de beleidsvoornemens zowel op het niveau van de Rijksoverheid
als op provinciaal niveau zo-danig zijn, dat in de toekomst een her
stel van de migratiebalans valt te verwachten.
Het wegwerken van het netto aantoonbaar woningtekort.
Het woningtekort werd in het rapport-Priemus als volgt bere
kend:
A, Geregistreerde woningzoekenden:
Inwonenden in de gemeente Leeuwarden: 127 personen.
Personen met trouwplannen: 433 personen.
Elders wonenden: 319 personen.
Totaal 879 personen.
aatti=:6:s:s!3»3asi«
Op grond van het aantal geregistreerde woning
zoekenden wordt een woningtekort aangenomen
van: 879 woningen.
B. Aantal krotwoningen 1165 woningen,
Netto aantoonbaar woningtekort: 2044 woningen.
Uit bij het woningbedrijf en de woningcorporaties ingewonnen
inlichtingen is gebleken, dat het momenteel niet mogelijk is de
hierboven onder A genoemde getallen exact te toetsen, daar de terzake
dienende gegevens bij de woningcorporaties niet worden bijgehouden.
In dit verband merken wij op, dat het noodzakelijk zou zijn over der
gelijke exaote gegevens te beschikken om een goed inzicht in de wo
ningmarktontwikkeling te kunnen verkrijgen en behouden. Bij het Woning
bedrijf stonden de volgende woningzoekenden behorende tot de onder A
genoemde categorieën ingeschreven (per 27 juli 1973)'
Inwonenden in de gemeente Leeuwarden: 46 personen.
Personen met trouwplannen: 89 personen.
Elders wonenden: 71 personen.
Woningzoekenden Woonwagen- en Woonschipbewoners: 11 personen.
Totaal 217 personen.
Bij de woningcorporaties bleken slechts wachtlijsten te bestaan
voor de goedkopere eengezinswoningen (tot 200,-) en in een enkel
geval voor kleinere flats en bejaardenwoningen. De wachtlijsten voor
eengezinswoningen variëren van 50 tot 100 personen per woningcorpo
ratie. Een opvallend verschijnsel is het grote aantal verhuizingen
dat momenteel plaatsvindt (enkele corporaties spraken van 40 verhui
zingen per maand op een woningbestand van 2000 woningen). Daarbij
is een duidelijke doorstroming van de grote flats naar de eengezins
woningen te constateren. In de sector grote flats, treedt daardoor
leegstand op.
Naar onze mening dienen niet alle aantallen op de wachtlijsten
voorkomende personen bij elkaar te worden opgeteld.
- Er zijn -
- 3 -
Er zijn ongetwijfeld woningzoekenden die bij meer dan één woningcor
poratie staan ingeschreven, terwijl het bovendien mogelijk is, dat
zich onder de bij de corporaties ingeschrevenen personen bevinden die
in geval van toewijzing een andere woning vrij maken, zodat zij niet
behoren mee te tellen bij de bepaling van hetwoningtekort.
Wij ramen om deze redenen het aantal der geregistreerde woningzoeken
den momenteel voorzichtigheidshalve op ongeveer 300 personen.
Wat betreft de 'krotwoningen die tot het netto aantoonbaar woning
tekort bijdragen zij opgemerkt, dat de gemeente de laatste jaren in
verband met de stagnering van de nieuwbouw uiterst voorzichtig is ge-'
weest in haar beleid ten aanzien van de woonruimte-onttrekking en de
onbewoonbaarverklaring. Door dit beleid is het destijds geraamde aan
tal krotwoningen tot op heden niet erg verminderd. Wel dient ons in
ziens echter rekening te worden gehouden met de inmiddels gewijzigde
inzichten ten aanzien van de renovatie en rehabilitatie, die kunnen
leiden tot het in stand houden van verder op de lijst van af te breken
woningen voorkomende woningen. Het aantal krotwoningen ware daarom
op ongeveer 600 te stellen. Het totaal netto aantoonbaar woningtekort
bedraagt dan momenteel ongeveer 300 600 900 woningen. Dit toch nog
vrij hoge aantal duidt er naar onze mening op, dat de huidige leegstand
nog voor een groot gedeelte als zogenaamde wrijvingsleegstand is aan
te merken,
2e_w£ninÉ>k£*12e£^£ a*s gevolg van de natuurlijke bevolkingsgroei.
Deze woningbehoefte werd in het rapport-Priemus berekend door
van het jaarlijkse aantal huwelijken 3/10 A 4/10 van het jaarlijkse
aantal sterfgevallen af te trekken (per 10 sterfgevallen komen ge
middeld 3^4 woningen vrij (zie bladzijde 52 van het rapport-Priemus).
Het aantal huwelijken bedroeg in 1972 801, en in 1973 700.
Het aantal sterfgevallen bedroeg in 1972 867 en in 1973 ongeveer 780»
Uit toepassing van de berekening van het rapport-Priemus blijkt, dat
er geen reden is de woningbehoefte als gevolg van de natuurlijke be
volkingsgroei op een ander aantal te stellen dan genoemd rapport doet,
derhalve op ongeveer 500.
Sei 2r2nl>e2 van leegstand van een tot 2fo.
De ontwikkeling in de leegstand wa3 per 1 april van de hierna
te noemen jaren als volgt: 1971' 169 woningen; 1972: 477 woningen;
1973' 1100 woningen. Er zij op gewezen, dat het hier de administratieve
leegstand betreft. Een steekproefsgewijs onderzoek heeft aangetoond,
dat de effectieve leegstand aanzienlijk kleiner is. Een groot aantal
woningen, dat "administratief" leegstond, bleek bij onderzoek reeds
weer bewoond. Uitgaande van een bevolkingsaantal van 84.857 en een ge
middelde woningbezetting van 2,88 resulteert een benodigde woning
voorraad van 29.485. De werkelijke woningvoorraad is momenteel 29.900
woningen, zodat de effectieve leegstand is te stellen op 435 woningen.
De leegstand in de nieuwbouw is nog gering (70 woningen), terwijl het
netto aantoonbaar woningtekort nog tamelijk groot is. De conclusie
lijkt echter wel gerechtvaardigd, dat de benodigde 2 a 3^ leegstand
voor het goed functioneren van de woningmarkt in 1974 wel zal worden
bereikt en zelf3 zal worden overschreden.
2e_^2e£e£e£^£ vr2a£> naar zelfstandige huisvesting van alleenstaanden
en_niet gezinssformaties en het trouwen op steeds jongere leeftijd.
- Het geen -
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening acht voor
een gemeente als Leeuwarden met een groot aantal huurwoningen een
leegstand van 3?» aanvaardbaar.