XiVl - 2 - Wannéér U dienovereenkomstig zou "besluiten, doet zich het geval voor, als bedoeld in artikel 189, 5e lid, hetgeen betekent, dat de maatstaf voor de vergoeding aan het bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs, alhier, voor dé ónder zijn beheer staande school voor schipperskinderen is vervallen, in zoverre deze vergoeding niet meer ontleend kan worden aan het bedrag, beschik baar gesteld voor de gemeentelijke school voor schipperskinderen. Op grond van deze wetsbepaling wordt in dergelijke gevallen als maatstaf genomen het bedrag per leerling, dat voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoeften van een in normale omstandigheden verkerende school In afwachting van de ministeriële beslissing op het bovenbedoelde ver zoek menen wij, dat voor de bijzondere school uitgegaan kan worden van de overgelegde begroting, met dien verstande dat het voor leermiddelen geraamde bedrag ad 2.500,-- aan de hoge kant is. Wij zijn van oordeel dat een bedrag van 38 (leerlingen) x 42,25 - welk bedrag ook wordt voorgesteld ten aanzien van de openbare school - is 1.605,50 voldoende moet worden geacht. Voor administratiekosten is 800,begroot. Uit gaande van 13,50 per leerling moet deze post terug gebracht worden tot 513,In de begroting is voorts 3-000,-- opgevoerd voor "reserve groot onderhoud". Naar onze mening moet deze post worden geschrapt. Afgezien van de kosten wegens erfpacht en straat- en rioolbelasting, welke afzonderlijk worden vergoed, achten wij een bedrag van 38 x 421,54 is 16.018,50 als totale kostenraming aanvaardbaar, zodat wij voorstel len voor de bijzondere school voor schipperskinderen het bedrag per leer ling vast te stellen op-421,54- Aangezien in deze gemeente geen openbare school voor ziekelijke kinderen is gevestigd, maar wel een bijzondere, de z.g. Buitenschool, uitgaande van de Stichting Leeuwarder Parkherstellingsoord, welke school ook valt onder de bepalingen van het Besluit buitengewoon onder wijs 1967moet de exploitatievergoeding voor deze school, eveneens met toepassing van artikel 189, 5e lid, worden berekend naar het bedrag per leerling, dat voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoef ten van een in normale omstandigheden verkerende school. Mede in verband met de subsidiëring door het rijk van bepaalde kosten zijn wij van oor deel, dat een-bedrag van 4.000,-- per leerling voorhands voldoende moet worden geacht. Zonodig kan dit bedrag te zijner tijd worden verhoogd. De uit het vorenstaande voortvloeiende hogere kosten voor het open baar en bijzonder buitengewoon onderwijs worden in het kader van de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten terugontvangen. Op verzoek van de schoolbesturen en onder voldoende borgstelling verleent de Gemeenteraad ingevolge artikel 191, 4e lid, een voorschot op de exploitatievergoedingen, ter grootte van het per leerling beschik baar gestelde bedrag en berekend over het gemiddeld aantal leerlingen in het afgelopen jaar. De betreffende aanvragen liggen voor U ter inzage en voldoen aan de wettelijke voorschriften. Onder mededeling, dat de Commissie voor het onderwijs over dit voorstel is gehoord, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig de hierna opgenomen ontwerpen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris. No. 1678a. DB RAAD .DER GEMEENTE LEEUWARDEN 3 Gelezen de desbetreffende verzoekschriften van de vier hierna te noemen schoolbesturen; gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van 7 februari 1974 (bijlage no. 62); mede gelet op het -bepaalde in de artikelen 186 en 189 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, BESLUIT voor het jaar 1974? I, het bedrag, dat per leerling van het openbaar buitengewoon onderwijs beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h en p, der Lager-onderwijswet 1920, alsmede van die van instandhouding (exploitatiekostenbedrag), te bepalen voor de; a. kernafdeling van de Arendstuinschool voor debiele kinderen op 942,73? b. afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs van dezelfde school op 729,90; c. Dr. Van Voorthuijsenschool voor imbeciele kinderen op 2.033,22; d.klas voor woonwagenkinderen - verbonden aan de Aebingaschool - op 463,08; e. kernafdeling van de Euterpeschool voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden op 879,38; f. afdeling voor onaangepaste kleuters van dezelfde school op 1.293,70 en g. afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs van dezelfde school op 874, II. het bedrag, dat per leerling van het bijzonder buitengewoon onderwijs aan schipperskinderen beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de exploitatiekosten, te bepalen op 421,54; III. het bedrag, dat per leerling van het bijzonder buitengewoon onderwijs aan ziekelijke kinderen (Buitenschool) beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de exploitatiekosten, te bepalen op 4=000, IV. op de exploitatievergoedingen, bedoeld in artikel 189 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, de volgende voorschotten te verlenen aan het bestuur van de; a. Stichting tot oprichting en instandhouding van één of meer Chr. scholen voor buitengewoon lager onderwijs voor Leeuwarden en omgeving, alhier, ten behoeve van haar school voor debiele kinderen 166 x 942,73 is 156.493,18 vermeerderd met f 1-343,16 voor straat- en rioolbelasting, is samen 157-836,34 (kernafdeling) en 19 x 729,90 is 13.868,10 (afdeling voortgezet buitengewoon onderwijs), alsmede voor haar school voor imbeciele kinderen 37 x 2.033,22 is 75=229,14 vermeerderd met 869,04 voor straat- en rioolbelasting, is samen 76.098,18;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 172