Advies van de Commissie inzake Beroepschriften ingevolge de Algemene
Politieverordening, betreffende het beroepschrift van de heer
J. van der Meer te Alkmaar tegen het besluit van Burgemeester en Wet
houders tot weigering van een ligplaatsvergunning.
Bijlage nr. 65. Leeuwarden, 13 februari 1974»
Aan
de Gemeenteraad.
Burgemeester en Wethouders hebben om advies in onze handen gesteld
een aan Uw Raad gerichte brief van de heer J. van der Meer te Alkmaar,
d.d. 3 november 1973? houdende beroep van het besluit van Burgemeester
en Wethouders, d.d. 9 oktober 1973» no. 11854? weigering van een
ligplaatsvergunning voor een woonschip. Overeenkomstig het bepaalde
in artikel A 13? lid 3? van de Algemene Politieverordening Leeuwarden
hebben Burgemeester en Wethouders bij deze brief hun advies gevoegd.
De Commissie heeft geconstateerd, dat het beroepschrift tijdig is inge
komen, zodat adressant in zijn beroep behoort te worden ontvangen.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel A 16, lid 4? van de Algemene
Politieverordening Leeuwarden heeft de Commissie partijen in de gele
genheid gesteld hun standpunt nader mondeling toe te lichten. Adressant
heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
ITa adressant te hebben gehoord heeft de Commissie zich beraden omtrent
haar advies. Zij is daarbij tot de conclusie gekomen, dat het door
Burgemeester en Wethouders genomen besluit past in het algemene beleid
van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van dit onderwerp, voorzover
dit beleid aan de Commissie bekend is geworden. Op deze grond is de
Commissie van oordeel dat het beroep ongegrond dient te worden verklaard.
De Comissie heeft evenwel gemeend zich niet tot bovenstaand advies te
moeten beperken, doch zich te mogen veroorloven zo mogelijk een sugges
tie te doen voor een alternatieve oplossing.
Haar is gebleken, dat adressant wil overwegen zijn woonschip van de
hand te doen en een passende en voor hem betaalbare woning te aanvaar
den in de gemeente Leeuwarden. Aangezien adressant in het verleden een
aantal jaren in Leeuwarden heeft gewoond en uit dien hoofde dusdanige
banden met de gemeente Leeuwarden heeft, dat hij thans weer naar de
gemeente Leeuwarden wenst terug te keren, is de Commissie van oordeel
dat de belangen van adressant ermede zouden zijn gediend, indien van
gemeentewege medewerking zou worden verleend voor het vinden van een
passende woning voor betrokkene.
Tenslotte wil de Commissie nog opmerken dat zij het bij de behandeling
van dit beroepschrift als bezwaarlijk heeft ervaren, dat Burgemeester
en Wethouders in hun advies hun beleid met betrekking tot ligplaatsver
gunningen slechts in zeer algemene bewoordingen hebben aangeduid.
De Commissie zou het op prijs stellen, dat Burgemeester en Wethouders
in voorkomende gevallen meer in concreto inzicht verschaffen in het
terzake door hen gevoerde beleid, zodat de Commissie in de gelegenheid
wordt gesteld de litigieuze beslissing aan de onderscheiden beleids
punten te toetsen.
De Commissie inzake Beroepschriften inge
volge de Algemene Politieverordening,
mr. J.J. Keuning, voorzitter.
mr. W.J.G. Reumer, secretaris.