Onteigening van percelen, gelegen in het gebied "Werkmanslust" Bijlage no. 6. Leeuwarden, 20 december 1975° Aan de gemeenteraad. Het is IJ bekend, dat de gemeente reeds gedurende een aantal jaren tracht de eigendom te verwerven van de voor sanering in aanmerking komende percelen in het gebied "Werkmanslust", hetwelk wordt begrensd door de Groningerstraatweg, de Willem Sprengerstraat en de Papaverstraat. Bit gebied maakt deel uit van het sanerings- reconstructieplan "Oldegalileën" waarvoor bij beschikking van 22 april 1971? nr. 0425509? de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aan de gemeente een bijdrage heeft toegekend, als bedoeld in artikel 5? lid 1? van het Besluit bijdragen reconstructie -en saneringsplannen. Boor middel van aankoop heeft de gemeente reeds de beschikking ver kregen over het merendeel van de binnen het bedoelde gebied gelegen percelen. Met een aantal percelen is zulks thans echter nog niet het geval. Een spoedige verwerving van de ter plaatse aan het gemeentelijk bezit ontbrekende percelen is gewenst, aangezien inmiddels in opdracht van de te Leeuwarden gevestigde Woningstichting "Patrimonium" een plan is ontworpen voor de bouw van J6 bejaardenwoningen in het gebied "Werkmanslust". Bit bouwplan is in overeenstemming met het voor bedoeld gebied in voorbereiding zijnde bestemmingsplan. Be voorbereiding daarvan bevindt zich echter in een zodanig beginstadium, dat het nog geruime tijd zal duren alvorens het bestemmingsplan kan worden vastgesteld. Onteigening op grond van het bepaalde in artikel 77, lid 1, sub 1, van de Onteigeningswet (onteigening ten behoeve van de uitvoering van of ter handhaving van de feitelijke toestand overeenkomstig een bestemmingsplan) is derhalve vooralsnog niet mogelijk. Gezien het grote belang van een spoedige uitvoering van het ontworpen bouwplan is het naar onze mening nodig de nog ontbrekende percelen te verwerven middels een onteigening krachtens het bepaalde in artikel 77? lid 1, sub 2 (onteigening ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan in het belang van de volkshuisvesting) en sub 3 (onteigening ten behoeve van de ontruiming van oppervlakten in het belang van de volkshuisvesting) der Onteigeningswet. Onteigening op deze gronden is slechts mogelijk indien Gedeputeerde Staten vooraf hebben verklaard tegen het bouwplan geen bezwaar te hebben. Gedeputeerde Staten van Friesland hebben de vereiste verklaring van geen bezwaar afgegeven bij brief van 20 september 1975? afd. 1, no. 17.267. Wij hebben daarna een onteigeningsplan met bijbehorende grondtekening e.d. doen opmaken. Bit plan is voor U ter inzage gelegd. Be op het onteigeningsplan betrekking hebbende stukken, bedoeld in artikel 80, lid 2, der Onteigeningswet, hebben wij, ter voldoening aan het bepaalde in dat artikel, ingaande 22 oktober 1975 gedurende één maand voor een ieder ter gemeente-secretarie ter inzage gelegd. Beze ter inzage legging is op 19 oktober 1975 op de gebruikelijke wijze en door publikatie in een tweetal ter plaatse verspreid wordende nieuwsbladen ter openbare kennis gebracht. Binnen de daarvoor in de wet gestelde termijn zijn tegen het onteigeningsplan geen bezwaarschriften ingediend. Wij geven IJ in overweging te besluiten tot onteigening van de nog ontbrekende percelen overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp. Be aangehaalde nummers van het grondplan verwijzen naar de nummering, voorkomende op de van de onteigeningsstukken deel uitmakende uittreksels uit het kadastrale plan. Wij merken hier bij nog op, dat het onder grond plannummer 5 vermelde perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F, nummer 4094? groot 60 ca, inmiddels langs minnelijke weg eigendom van de gemeente is geworden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 45