-2- 3. De jury wijst uit haar midden een voorzitter aan. Aan de jury wordt door het College van Burgemeester en Wethouders een secretaris -niet lid- toegevoegd. Artikel 6 1. Ie jury kan slechts tot toekenning van de prijs besluiten bij meerderheid van stemmen. 2. Wanneer binnen de jury geen meerderheid van stemmen bereikt wordt, kan op verzoek van de jury door het College van Burgemeester en Wethouders een suppletoir lid aan de jury worden toegevoegd. 3. De jury doet binnen twee maanden nadat de uitreiking van de prijzen heeft plaatsgevonden omtrent haar beslissing schriftelijk verslag aan de Raad voor Culturele Aangelegenheden. Artikel 7 Het College van Burgemeester en Wethouders bepaald de wijze waarop de prijs wordt uitgereikt. Deze uitreiking vindt, zo enigszins mo gelijk, plaats op 20 april van het jaar, waarin de prijs beschikbaar wordt gesteld. Artikel 8 In de gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het College van Burgemeester en Wethouders. Artikel 9 Dit reglement kan worden aangehaald als "Piter-Jelles Priis regle ment". Artikel 10 Dit reglement treedt in werking op 7 januari 1974. Deze prijs wordt voor de eerste keer uitgereikt in 1974 en ver volgens vanaf 1976 iedere twee jaar. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Renovatie 18 woningen Carel van Manderstraat e.o. van de Woningstichting "Leeuwarden - Leeuwarderadeel" Bijlage no. 9. Leeuwarden, 20 december 1973- Aan de gemeenteraad. De Woningstichting "Leeuwarden-Leeuwarderadeel" heeft bij ons een verzoek om financiële medewerking ingediend voor de renovatie van 18 woningen aan de Carel van Manderstraat e.o. De woningen maken deel uit van een complex van 162 woningen, waarvan inmiddels 52 gerenoveerd zijn. (ïïw besluit van 8 november 1971» bijlage 399/1971)o De rest van de woningen van dit complex, in totaal 92 woningen, zullen niet gerenoveerd worden. 16 Woningen hiervan, welke in Lekkum en Wirdum zijn gelegen, zullen binnenkort worden afgebroken. Voor wat betreft de overige 76 woningen, welke alle in Huizum zijn gelegen (Sierksmastraat e.o.) ziet de Woningstichting eveneens af van renovatie, omdat èn de kosten van de renovatie èn de minder aantrekkelijke woonomgeving, zomede de wat ruimer wordende woningsituatie, hen hiertoe noopt. Een deel van deze 76 woningen worden inmiddels via de Stichting Jongerenhuisvesting aan werkende en studerende jongeren verhuurd. De kosten van de renovatie van de 18 woningen zullen als volgt zijm Aanneemsom bouw 271.800, Aanneernsom electra 19»440, B.T.W. 16/ 46.598,40 Aansluitkosten 4-176, Bijkomende kosten, als honorarium, werk tekeningen en dagelijks toezicht 19-642,53 361.656,93 Voor een omschrijving van de werkzaamheden verwijzen wij naar de stukken die ter inzage zijn gelegd. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft zich bereid verklaard 75van de kosten of 271 .200,middels een rijksvoorschot beschikbaar te stellen, terwijl tevens een principe toezegging voor de dekking van 755® van het uit de renovatie voortvloeiende exploitatieverlies is gedaan. Voor de overige 25/S van de kosten dient de woningstichting zelf finan cieringsmiddelen aan te trekken, waarvoor de gemeente garant kan staan, terwijl 255° van het exploitatie-verlies ten laste van de gemeente dient te komen. Het totale exploitatie-verlies bedraagt het eerste jaar 11.825,waarbij de huurprijs op 140,per woning per maand is bepaald. Deze huur, die gebaseerd is op waarderingsnormen die ook bij andere gerenoveerde woningen zijn gehanteerd, komt ons aannemelijk voor. De bijdrage van de gemeente in het exploitatietekort wordt voor het eerste jaar geraamd op 2.950, Tegenover deze uitgaaf kan de stelpost voor subsidies enz. (volgno. 642/ 1974) met eenzelfde bedrag worden verlaagd. Als gevolg van de jaarlijkse huurverhogingen van 6/ en een vermoedelijke stijging van de lasten met 25,per woning zal de exploitatie na 8 jaar self-supporting zijn. De bewoners van de gerenoveerde woningen kunnen afhankelijk van hun inkomen in aanmerking komen voor huursubsidie en verder voor een doorstromings premie, indien ze opnieuw gaan wonen in hun oorspronkelijke woning dan wel in één van de overige gerenoveerde woningen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 57