- 2 - Aanwijzing cursusgeldplichtigen. Artikel 4» Cursusgeldplichtig is; a. voor een leerling die meerderjarig is en een eigen inkomen of vermogen heeft; de leerling zelf5 b. voor een leerling die meerderjarig is en geen eigen inkomen of vermogen heeft, of indien de leerling minderjarig is; de meer derjarige persoon, die voor de toelating van de leerling tot de school, opleiding of cursus ten overstaan van de directeur schriftelijk heeft verklaard zich voor de betaling van het cur susgeld verantwoordelijk te stellen. Bedrag van het cursusgeld. Artikel 5» Het bedrag van het cursusgeld wordt - tot hot tijdstip waarop een op artikel 12 van de School- en cursusgeldwet 1972 berustende algemene maatregel van bestuur van toepassing is - bepaald overeen komstig het "Besluit interimregeling cursusgeld voorgezet onderwijs" en - na genoemd tijdstip - overeenkomstig de desbetreffende algemene maatregel van bestuur. Wegblijven van leerlingen. Artikel 6. Voor hen, die als leerling zijn ingeschreven voor een cursus geldjaar en die bij de aanvang van dat jaar wegblijven, wordt het cursusgeld verminderd en teruggebracht; a. indien het cursusgeldtarief van de desbetreffende cursus per les wordt vastgesteld, tot een bedrag berekend aan de hand van het aantal volgens het volledige lesrooster van de cursus in de eerste kalendermaand van het cursusjaar te geven lessen; b. indien het cursusgeldtarief een vast bedrag per cursusgeldjaar uitmaakt, tot een bedrag, gelijk aan het bedrag per cursusgeld jaar, gedeeld door het getal, dat gelijk is aan het aantal kalendermaanden, dat een vol cursusjaar van de betrokken opleiding omvat. Tussentijdse inschrijving. Artikel 7- Voor een leerling, die in de loop van het cursusgeldjaar wordt ingeschreven, wordt het cxirsxxsgeld verminderd en teruggebracht a. indien het cursusgeldtarief van de desbetreffende cursus per les wordt vastgesteld, tot een bedrag berekend aan de hand van het aantal volgens het volledige lesrooster van de cursus in het cursusjaar nog te geven lessen; b. indien het cursusgeldtarief een vast bedrag per cursusgeldjaar uitmaakt, tot een bedrag, berekend naar evenredigheid, van het, na de inschrijving van de leerling, nog resterende aantal kalen dermaanden in het cursusjaar. Een gedeelte van een kalendermaand wordt hierbij voor een volle maand gerekend. - 3 - Ontheffing. Artikel 8. 1. Indien een leerling in de loop van het cursusgeldjaar overlijdt, of als leerling wordt uitgeschreven, wordt ontheffing van cursusgeld verleend, berekend als volgt; a. indien het cursusgeldtarief van de desbetreffende cursus per les wordt vastgesteld, wordt ontheffing verleend, indien en voorzoveel het totaal verschuldigde bedrag, berekend aan de hand van het aantal, volgens het geldende lesrooster genoten lessen, lager is dan het bedrag van de oorspronkelijke aanslag; b. indien het cursusgeldtarief een vast bedrag per cursusgeldjaar uitmaakt, dan wordt ontheffing verleend voor een bedrag, dat naar evenredigheid van het nog resterende aantal volle kalendermaanden in het cursusjaar wordt berekend. Be ontheffing van cursusgeld wordt niet verleend; 1indien de ontheffing wegens het verlaten der school op niet meer dan twee kalendermaanden betrekking zou hebben; 2. over de periode van het ontheffingstijdvak, aanvangende met de kalendermaand, waarin de leerling het examen heeft afgelegd. 2. Een ontheffing, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt eveneens verleend, indien een leerling wegens ziekte of wegens stopzetten van het betrokken onderwijs de lessen gedurende langer dan twee maanden achtereen niet heeft kunnen volgen» 3. Ter verkrijging van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde ontheffingen moet een daartoe strekkend verzoekschrift worden ingediend bij de Controleur der gemeentebelastingen binnen vier maanden nadat de leerling de lessen heeft moeten staken. Wijze van heffing der cursusgelden. Artikel 9° 1Het cursusgeld wordt geheven bij wege van aanslag. 2. Het cursusgeld is invorderbaar in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de kalendermaand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede en derde termijn telkens een maand later. Machtiging tot overdracht van bevoegdheden. Artikel 10. Burgemeester en Wethouders kunnen één of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en invordering van het cursusgeld. Overdracht van bevoegdheid tot het verlenen van afschrijving en uitstel van betaling. Artikel 11 1Be Controleur der Gemeentebelastingen is bevoegd het cursusgeld geheel of gedeeltelijk af te schrijven, indien de cursusgeldplichtige niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar het cursusgeld of het volle cursusgeld te betalen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 69