- 4 -
2. De Comptabele is bevoegd uitstel van betaling te verlenen.
3. Voor de berekening van interest als bedoeld in artikel 17, tweede
lid van de wet van 22 mei 1845, Stb. 22, vinden de krachtens het
cweede lid van dat artikel gegeven maatregelen overeenkomstige
toepassing.
Datum inwerkingtreding en overgangsbepalingen.
Artikel 12.
1. Deze verordening wordt voor het eerst toegepast met ingang van het
cursusgeldjaar 1973/1974.
2. Met ingang van genoemd cursusgeldjaar vervalt de Verordening op de heffing
en invordering van cursusgeld voor het volgen van onderwijs aan
gemeentelijke avondscholen en cursussen, vastgesteld bij raadsbesluit
van 5 januari 1970, no. 19939) met dien verstande, dat zij van kracht
blijft voor de aanslagen die betrekking hebben op aan het cursusgeldjaar
1973/1974 voorafgaande cursusgeldjaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verlenen van medewerking aan het bestuur van de Vereniging tot Stichting en In
standhouding van scholen met de Bijbel te Leeuwarden-Huizum voor de ombouw van
de centrale verwarmingsinstallatie van de Prins Willem van Oranjeschool
Bijlage nr. 17 Leeuwarden, 17 december 1974°
Aan
de Gemeenteraad.
Het bestuur van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van scholen
met de Bijbel te Leeuwarden-Huizum verzoekt bij een op 17 december 1975 inge
komen brief medewerking, als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet
1920, voor de in verband met de ombouw van de centrale verwarmingsinstallatie
van de Prins Willem van Oranjeschool, Julianalaan 40, benodigde nieuwe ketel
en de op die ombouw betrekking hebbende bijkomende voorzieningen zoals o.a.
het maken van een aansluiting door de H.V. Prigas, alsmede hak- breek- en schil
derwerk.
In een toelichting op het verzoek deelt het bestuur mede, dat zich in de
school een ketel bevindt, die met olie wordt gestookt. In verband met het feit,
dat deze ketel ouderdomsverschijnselen vertoont, en het stoken van gas op den
duur goedkoper is, wenst het bestuur tot vervanging over te gaan.
De levensduur van een met olie gestookte ketel dient, zoals uit de advie
zen van deskundigen - en uit de hieromtrent gevormde jurisprudentie - blijkt
in het algemeen op vijftien jaren te worden gesteld.
Uit een onderzoek is gebleken, dat één lid van de veertien jaren oude
ketel lek is. Gezien het geringe verschil in jaren tussen de periode, dat ge
bruik van de ketel is gemaakt, en de te stellen levensduur van de ketel zou
verwacht mogen worden, dat de ketel versleten is. Evenwel zijn deskundigen er
niet zeker van, dat de ketel na vervanging van het lekke lid niet meer voor een
bepaalde tijd op de juiste wijze zal kunnen functioneren.
Ingeval de ketel versleten zou zijn, diende het bestuur de vervangingskos-
ten te bestrijden uit de in artikel 101 van de Lager-onderwijswet 1920 bedoelde
exploitatiekostenvergoeding en zou de gevraagde medewerking met betrekking tot
de ketel moeten worden geweigerd. Aangezien nu echter niet de nodige duidelijk
heid bestaat over het al dan niet versleten zijn van de ketel zou een weigering
van mede\irerking op dit moment onzes inziens niet juist zijn. Gezien het feit,
dat het bestuur gedurende veertien jaren de vorenbedoelde vergoeding heeft ont
vangen, dient naar ons oordeel in dit in zijn totaliteit als verandering van
inrichting aan te merken geval voor de ombouw van de centrale verwarmingsin
stallatie de uit de jurisprudentie voortgekomen partiële medewerking te worden
verleend, i.e. medewerking voor 1/15 deel van de kosten van een nieuwe ketel
en volledige medewerking voor de kosten van de op de ombouw betrekking hebbende
bijkomende voorzieningen.
De normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, zullen door
het verlenen van een zodanige medewerking niet worden overschreden. Aan de in
artikel 72 e.v. van meergenoemde wet gestelde eisen is overigens voldaan.
Wij merken nog op, dat wij het bestuur van genoemde school in verband met
het spoedeisende karakter van deze voorziening reeds schriftelijk toestemming
hebben verleend vooruitlopend op Uw besluit met de uitvoering te beginnen.
Wij geven U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen
ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.