- 4 - - 5 - Wij zijn van mening, dat in dit verband kan warden gedacht aan het stellen van een minimum aantal bezoekers aan de competitie-wedstrijden voor het A-elftal. Gezien de huidige stand van de publieke belangstelling (in het seizoen 1972-1973 woonden 75.000 betalende bezoekers de competitie-wedstrij den van het A-team bij) zou dit minimum (om de gedachte te bepalen) kunnen liggen bij 60.000 h 70.000 bezoekers. Indien bij het hanteren van redelijke toegangsprijzen de publieke be langstelling blijvend daalt beneden het niveau van 60.000 a 70.000 be zoekers per jaar dient naar onze mening te worden overwogen het ver strekken van gemeentelijke subsidie te stoppen, uiteraard met gebruik making van een verantwoorde afbouwperiode. In dat geval kan naar onze me ning nml. niet meer gesteld worden dat het betaalde voetbal in be langrijke mate voorziet in de behoefte aan passieve recreatie. Het besteden van gemeenschapsgeld voor deze vorm van recreatie moet dan niet langer verantwoord worden geacht. Wij kunnen het standpunt van de Raad voor Sportaangelegenheden, dat de Stichting in principe in financieel opzicht zich zelf moet kunnen redden om hun bestaansrecht te kunnen bewijzen, dan ook niet onder schrijven. Haar onze mening is in dit opzicht het enige bruikbare criteriums de mate van publieke belangstelling bij hantering van redelijke toegangsprijzen en een aanvaardbaar kostenpakket 5. Het bestuur van de sportclub is van mening, dat de publieke belang stelling voor het betaalde voetbal vooral afhankelijk is van het spelpeil en de competitie-resultaten en dat derhalve het beleid gericht moet zijn op promotie naar de ere-divisie. Het bestuur ziet hiervoor duidelijke mogelijkheden aanwezig. Ben eventuele toeneming van het aantal betalende bezoekers betekent voorts een stijging van de inkomsten. 6. Het bestuur is er steeds in geslaagd het kostenpakket in de hand te houden. He meer dan trendmatige stijging van het bruto-exploitatie- tekort is dan ook te wijten aan het achterblijven van de recente op brengsten ten opzichte van de kosten-ontwikkeling. In de loop van de tijd is gebleken dat de bestaande regeling, waarbij de andere dan exploitatie-inkomsten van de stichting, indien en voorzover deze een bedrag gelijk aan 23$ van het bruto exploitatietekort overtreffen, in mindering op het gemeentelijk subsidie moeten worden gebracht, het voor het bedrijfsleven en publiek niet aantrekkelijk maakt in belang rijke mate financiële steun aan de stichting sportclub Cambuur te geven. Met de suggestie van het stichtingsbestuur de regeling op dit punt te wijzigen kunnen wij dan ook instemmen. Ben tweede voorstel met betrekking tot de subsidieregeling van de stichting houdt in het invoeren van een afzonderlijke exploitatie voor alle kosten welke verband houden met het aantrekken, c.a. opleiden van nieuwe spelers. Hit houdt dan in, dat diverse kosten welke thans bij de berekening van het subsidiabele exploitatietekort in aanmerking worden genomen (b.v. voorziening transfers, scouting) niet meer gesubsidieerd zouden worden, maar volledig tot de eigen verantwoordelijkheid van het Cambuurbestuur gaan behoren. Er ontstaan in deze filosofie dus 2 onderling gescheiden exploitatie- gebieden, t.w. I. Wedstrijd-exploitatieomvattende enerzijds alle uitgaven van de stichting met uitzondering van die welke verband houden met de werving van spelers en jeugdopleiding en anderzijds de inkomsten uit entreegelden. II. Werving en opleiding, omvattende de kosten van transfers., scouting, jeugdopleiding, e.d. In de gedachtengang van het stichtingsbestuur zou het nadelige saldo van de onder I genoemde exploitatie door de gemeente moeten worden ge dekt, terwijl de kosten van de onder II genoemde aktiviteiten moeten worden bestreden uit de reclameopbrengsten, donaties, toto-Nos uitke ringen, en dergelijke. In principe kunnen wij hiermee instemmen, met dien verstande, dat wij het niet juist achten, dat de gemeente het nadelige saldo van de onder I. genoemde exploitatie voor 100$ voor haar rekening neemt. Wij menen, dat ook in dit stuk van zaken de verantwoordelijkheid van Cambuur tot uitdrukking moet komen. Bit betekent in concreto, dat o.i. 'een deel van de z.g. "eigen inkomsten" van de stichting voor dekking van dit exploitatietekort moet worden aangewend. Om de mogelijkheden van de stichting op het terrein van werving en opleiding niet te veel te be perken denken wij in dit verband aan een bijdrage van 10$ van het be treffende nadelige exploitatie-saldo. Bovendien zijn wij van mening, dat aan het verlenen van de gemeentelijke bijdrage thans de voorwaarde dient te worden verbonden, dat tijdig een begroting van de "wedstrijd exploitatie" aan ons ter goedkeuring moet worden overgelegd en dat de subsidiabele kosten in een voorkomend geval zonder onze vooraf gegeven machtiging niet mogen worden overschreden. 7. He door het stichtingsbestuur opgestelde meerjarenbegroting is gebaseerd op de veronderstelling, dat met ingang van het seizoen 1973-1974 de ge wijzigde regeling zal worden toegepast. Voorts is in de cijferopstel lingen rekening gehouden met regelmatige loon- en prijsstijgingen. Uit gegaan wordt van promotie naar de ere-divisie in 1975-1976 en een stij ging van de bezoekersaantallen van 3.500 in 1973-1974 en 1974-1975? via 5.000 in 1975-1976 naar 7.000 in 1976-1977 en 1977-1978, exclusief seizoenkaarthouders. Tijdens het overleg met het stichtingsbestuur over deze materie is be sloten deze aantallen voorzichtigheidshalve op een lager niveau te brengen, t.w. resp. 3.000, 3.000, 4.000, 5.000, 5.000. Heze verlaging heeft uiteraard de nodige konsekwenties op de ramingen van de inkomsten. Voorts is gebleken, dat de financiële konsekwenties van het voornemen van het Gambtiu.rbestuur om het bestaande b-elftal te vervangen door een C-elftal (amateurs) te optimistisch zijn bezien. Ook in dit opzicht moet een correctie worden toegepast. He herziene cijferopstelling, ge maakt in overleg met het stichtingsbestuur, wordt dan als volgt (in 1.000 gulden). Omschrijving 73/74 74/75 75/76 76/77 77/78 Uitgaven Inkomsten 579 188 659 209 826 290 901 425 1.003 464 Exploitatietekort op de wedstrij den 391 450 536 476 539 Waarvan 90$ gemeentesubsidie 352 405 482 428 485 He stichting heeft dan beschik baar voor werving en opleiding Minus exploitatietekort op de wedstrijden 129 39 132 45 141 54 168 48 179 54 Netto 90 87 87 120 125 Geschatte subsidie op basis van de huidige regeling 347 381 419 461 507

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 98