Wij menenj dat op deze wijze een goede uitgangspositie is geschapen voor een verdere ontwikkeling van het betaalde voetbal in onze gemeente en dat bovendien optimale voorwaarden zijn geschapen om het bedrijfsleven en het publiek in financieel opzicht hierbij te betrekken. Wij hebben het vertrouwen, dat het stichtingsbestuur alle mogelijkheden zal aanwenden om de gestelde doeleinden te bereiken» De financiële konsekwenties voor de gemeente t.o.v. de bestaande sub sidieregeling achten wij aanvaardbaar. Het aanpassen in de voorgestelde zin van de bestaande subsidieregeling zieri wij dan ook niet als een wijziging van het, bestaande beleid, maar als het aanbrengen van een aantal incidentele verbeteringen. In dit verband merken wij op, dat de thans geldende subsidieregeling voor onbepaalde tijd is vastgesteld. ïTaar onze mening dient dit ook het geval te zijn voor wat betreft de gewijzigde regeling, zodat de Raad in de gelegenheid is zich jaarlijks in het kader van de begrotingsbe handeling met de betreffende post bezig te houden. Het beginsel van behoorlijk bestuur verhindert het subsidie abrupt te beëindigen. Haar onze mening is een meerjarige subsidietoezegging van de gemeente dan ook niet nodig voor de continuïteit van Cambuur. 8. Ons voorstel wijkt in belangrijke mate af van het advies dat de Raad voor Sportaangelegenheden te deze zake heeft uitgebracht. In het rapport van deze raad wordt de idee van de gescheiden exploitatie over genomen, echter met dien verstande dat andere criteria zijn aangelegd; zo wordt door de Sportraad een onderscheid gemaakt tussen "wedstrijd exploitatie" en "andere exploitatie", onder de laatste worden gerang schikt de vaste kosten van de stichting, zoals salarissen, enz. va»n de manager en van de trainer, kosten medewerkers, bureau- en bestuurs- kosten, e.d. In de gedachtengang van de Raad voor Sportaangelegenheden komt het nadelige saldo van de wedstrijd-exploitatie voor subsidiëring in aanmerking, hetgeen tevens het geval is met de kosten van de z.g. andere exploitatie, nadat deze kosten zijn verminderd met de geraamde eigen inkomsten van de stichting. Dit betekent dat de stichting geen cent ter beschikking krijgt voor werving' en opleiding van spelers, ten zij het stichtingsbestuur er in slaagt belangrijke bijdragen van der den te verkrijgen boven hetgeen reeds in de begroting is opgenomen. Wij achten dit niet reëel en voor het stichtingsbestuur onaanvaardbaar. 9. Voor vrat betreft de verbetering van de bestaande toeschouwersaccommodatie zijn vrij met het bestuur van de Stichting S.C. Cambuur van mening, dat deze zeer urgent is» Thans worden de-mogelijkheden om tot verbetering te komen onderzocht» Gezien de huidige financiële toestand van de Gemeente is de kans zeer gering, dat binnen afzienbare tijd een integraal verbeteringsplan tot uitvoering kan komen. Het is echter niet uit gesloten, dat een aantal incidentele verbeteringen kunnen worden aangebracht. Indien hiertoe aanleiding is, zullen vrij met betrekking tot dit onderwerp een afzonderlijk voorstel aan voorleggen. - 7 - 10. Tot slot delen wij U mede, dat wethouder De Jong met betrekking tot het vorenstaande een afwijkend standpunt inneemt. Hij is van mening, dat met het aanpassen van de bestaande subsidieregeling wel sprake is van wijziging van het tot nu toe gevoerde beleid. Naar zijn mening mag dit slechts worden bezien in het kader van de sanering van de gemeentelijke financiën. Voorts heeft hij niet voldoende vertrouwen in d.e opgestelde prognoses. Hij is van oordeel, dat het jaarlijkse subsidie in de toekomst sterker zal stijgen dan thans wordt voorzien. Hij acht dit niet aanvaardbaar en is van mening, dat (zelfs bij handhaving van de bestaande regeling) tot bevriezing c.q. vermindering van het jaarlijks subsidie aan Cambuur moet worden gekomen. 11. Het bestuur van de Stichting Sportclub Cambuur kan zich met ons voorstel verenigen. De Raad voor Sportaangelegenheden handhaaft het door hem uit gebrachte advies. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd concept raadsbesluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S, Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 99