Behalve de reeds hierboven aangehaalde punten komen de voorgestelde
wijzigingen grotendeels op het volgende neer.
1. Teneinde de huurprijsontwikkeling te volgen en aansluiting te
verkrijgen bij de huursubsidieregeling wordt de minimum-huur om voor een
doorstromingspremie in aanmerking te komen verhoogd van 900,
naar 1.100,per jaar.
2. Teneinde het inkomen meer exact te kunnen vaststellen en aansluiting
te verkrijgen bij de huursubsidieregeling wordt uitgegaan van het
belastbaar inkomen, als bedoeld in de Wet Inkomstenbelasting, van man
en vrouw, over het jaar, voorafgaande aan het jaar van de aanvraag,
vermeerderd met 5$5 kindertoelage en/of kinderbijslag worden buiten
beschouwing gelaten.
3. Bij de berekening van het huurprijsverschil tussen oude en nieuwe
woning wordt er voortaan rekening mee gehouden of huursubsidie voor
de in gebruik te nemen woning kan worden genoten en/of sprake is van
onderverhuur, in welk geval de huurprijs met een evenredig deel wordt
verlaagd.
4. Overeenkomstig het voorstel van de Raad het maximaal toelaatbare
belastbare inkomen aan te doen sluiten bij de regeling voor aan
vullende huursubsidie, zal, rekening houdend met de per 1 april 1974
te vervrachten wijziging van voornoemde regeling, bij een belastbaar
inkomen van meer dan 22.000,geen aanspraak meer bestaan op eon
doorstromingspremie
Aangaande de financiële consequenties van de voorgestelde wij
zigingen delen wij IJ het volgende mede. Volgens de begroting 1974 (volgno.
184 uitgaven Hoofdstuk V gewone dienst), is geraamd aan uit te keren
bijdragen 910.000,t.w.
voor krotontruiming 140 x 1.750,245-000,
voor doorstroming en
woningverbetering 380 x 1.750,665.000,—-
totaal 910.000,—
de rijksbijdrage bedraagt 80$.
Bij de voorgestelde wijziging zouden deze bedragen wordens
voor krotontruiming in 60 gevallen 120.000,
voor woningverbetering in 60 gevallen 150.000,
voor doorstroming in 3^5 gevallen 638.750,
totaal 908.750,
Be voorgestelde wijzigingen zullen derhalve naar onze verwachting
geen extra financiële consequenties voor de gemeente hebben. Wij stellen
U derhalve voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gaande ontwerp
besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
No. 3834.
DB RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
21 maart 1974 (bijlage no. 104);
BESLUIT
te bepalen, dat zijn besluit van 24 april 1973» no4958, "Regeling
geldelijke steun krotontruiming en doorstroming 1973"alsdus wordt gewijzigd
I. in artikel 7» eerste lid, wordt voor 1.000,gelezens 1.500,
en voor 750,s 1.000,
II. aan artikel 7 wordt een derde en vierde-lid toegevoegd, luidende;
"3- Op de bijdragen, als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt
een korting toegepast indien na de datum, waarop in verband met
voorgenomen amovatie van het krot huuropzegging heeft plaats
gevonden, meer dan zes maanden zijn verstreken en de aanvrager
niet op een naar het oordeel van het College van burgemeester
en wethouders passend aanbod van vervangende woonruimte is
ingegaan.
4. De korting, als bedoeld in het derde lid, bedraagt 25$,
respectievelijk 50$ dan wel 75$ als de datum van verhuizing ligt
tussen 6 en 12 maanden, respectievelijk tussen 12 en 18 maanden
dan wel tussen 18 en 24 maanden na de datum van huuropzegging.
Ligt de datum van verhuizing meer dan 24 maanden na de datum van
huuropzegging dan vindt geen toekenning van een krotontruimings-
premie meer plaats".
III. in artikel 8 wordt voor 1.750,gelezen; 2.500,
IV. in artikel 9» eerste lid, wordt voor 350,gelezen;, 375» 5
V. het gestelde in artikel 10 wordt artikel 10, eerste lid;
VI. aan het eerste lid van artikel 10 wordt een nieuwe alinea toegevoegd,
luidende
"Voor de toepassing van artikel 11, sub f, h, en i wordt onder
huurwaarde,, c.q. huurprijs verstaan de volgens artikel 9» eerste lid,
c.q. artikel 10, eerste lid bepaalde huurwaarde, c.q. huurprijs,
verminderd met
- de bijdrage, welke van rijkswege op voet van de regeling voor aan
vullende huursubsidie, c.q. de regeling voor' bijzondere aanvullende
huursubsidie kan worden toegekend;
- een evenredig deel van de huurwaarde, c.q. huurprijs, als sprake
is van onderverhuur;"
VII. aan artikel 10 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende;
"2. Onder inkomen wordt voor de toepassing van artikel 11 verstaan
het belastbaar inkomen van man en vrouw, als bedoeld' in de liet
op de Inkomstenbelasting, over het jaar, voorafgaande aan het
jaar van aanvraag, vermeerderd met 5$»"