Vaststellen van de exploitatiekosten van het openbaar kleuteronder wijs over het jaar 1970, alsmede over het tijdvak van 1566 tot en met 1970 en van de exploitatievergoedingen aan de besturen van bij zondere kleuterscholen over het jaar 1970 alsmede over het tijdvak van 1966 tot en met 1970. Bijlage no. 105. Leeuwarden, 21 maart 1974- Aan de Gemeenteraad. a. Ingevolge het bepaalde in artikel 47? eerste lid, van de Kleu teronderwijswet stelt de raad van een gemeente, waar één of meer openbare kleuterscholen zijn gevestigd, jaarlijks voorlopig de daar omschreven exploitatiekosten vast. Be besturen van de bijzondere kleuterscholen ontvangen inge volge artikel 73, 2e lid, der wet in eerste instantie voor de be strijding van hun exploitatiekosten van de gemeente gelijke bedra gen per lokaal en per kleuter als de gemeente terzake van het rijk ontvangt. Omdat de werkelijke uitgaven van de gemeenten niet gelijk zijn aan - en in de praktijk veelal hoger zijn dan - de van het rijk ontvangen bedragen, strekt artikel 47 e*" "toe om aan de hand van de gemeenterekening te komen tot een voorlopige vaststelling van de bedragen, die de gemeente in totaal voor de exploitatiekos ten, zoals op bijgevoegd overzicht is vermeld, over een verstreken jaar werkelijk heeft uitgegeven. De overschrijding door de gemeente van de bedragen, die het rijk per lokaal en per kleuter beschikbaar stelt, komt dan volgens bepaalde regelen aan de bijzondere kleuter scholen ten goede. Aangezien de Minister van Onderwijs en Wetenschap pen de bedragen van de door het rijk aan de gemeente toegekende ver goedingen voor de exploitatiekosten van het openbaar kleuteronderwijs inmiddels over het jaar 1970 heeft vastgesteld, t.w. op 2.020, per lokaal en op 25,per kleuter, kan tot vaststelling van de hierboven bedoelde bedragen worden overgegaan. Een overzicht van de werkelijke uitgaven ten behoeve van de openbare kleuterscholen over 1970 en de beschikking van genoemde Minister liggen voor U ter inzage. b. Ingevolge artikel 47? tweede lid, wordt in het in do aanhef be doelde raadsbesluit, telkens wanneer er vijf jaren verstreken zijn, tevens voorlopig vastgesteld het totaal van de daarin omschreven werkelijke uitgaven en van de terzake van rijkswege beschikbaar ge stelde bedragen, alsmede - in geval van hogere uitgaven - het ver schil tussen beide. Voor de berekening van deze overschrijdingsbe dragen mogen wij U verwijzen naar bijgevoegd ontwerpbesluit. Be sluiting van de gemeenterekeningen door Gedeputeerde Staten over de jaren 1966 tot en met 1970 heeft ongewijzigd plaatsgevonden, zodat de voorlopige vaststellingen als bedoeld in artikel 47? 1e en 2e lid, en artikel 73, 3e lid, thans tevens definitieve vaststellingen sul len betekenen. De overschrijding van de rijksvergoedingen bij hot openbaar onderwijs hebben uiteraard consequenties ten aanzien van de vergoedingen aan het bijzonder onderwijs. Op grond van artikel 73? 3e lid, ontvangen de besturen van de bijzondere kleuterscholen dienovereenkomstige extravergoedingen vol gens de in de wet aangegeven methode.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 13