IT o7702.
DE RAAD DER GEMEEFTE LEEUWARDEN;
Gezien het voorstel d.d. 13 juni 1974 van Burgemeester en Wethouders
(bijlage no. 183);
gelet op artikel 183 van de Gemeentewet;
BESLUIT 3
de heer P.K. Birkenholz, ambtenaar ter secretarie, te benoemen tot ambtenaa
van de burgerlijke stand.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
emeen
et van het
Vaststellen bestemmingsplan "Camminghaburen 1974"=
Bijlage nr. 189= Leeuwarden, 13 juni 1974=
Aan de Gemeenteraad.
Het bestemmingsplan "Camminghaburen" is thans ter vaststelling
gereed. Het plan is een zg. "vlekkenplan" als bedoeld in artikel 11
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De binnen het plangebied te
verwezenlijken bestemmingen zijn dan ook globaal aangegeven, waarbij
alleen de essentiële stedebouwkundige elementen, zoals de hoofdwe
genstructuur, de bebouwingsdichtheid, de percentages eengezinswo
ningen en woningen in meergezinshuizen, de maximum hoogten der di
verse bouwwerken, de normen voor de parkeergelegenheid en de groen
voorzieningen worden vastgelegd. Het vlekkenplan moet, volgens de
bij het plan aangegeven regelen, door ons college worden uitgewerkt
in een of meer gedetailleerde plannen. Bij deze uitwerking mogen
wij binnen door U aangegeven objectieve grenzen de bestemmingsgron-
den in het globale plan verschuiven. Het uitwerkingsplan moet wor
den goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. (Op grond van het in de
Commissie voor de ruimtelijke ordening gevoerde overleg voegen wij
te Uwer oriëntering hierbij een aantal modellen van uitwerkingsmo
gelijkheden)
Als hoofdpunten van het stedebouwkundig ontwerp kunnen de volgende
worden genoemd.
Het accent ligt op de woningbouw; de totale capaciteit bedraagt
circa 6000 woningen, bij een gemiddelde bebouwingsdichtheid van
25-30 woningen per hectare. 70^ van de woningen moet worden uitge
voerd als eengezinshuis. Meergezinshuizen mogen geen grotere hoogte
verkrijgen dan 17 m (schijfvormig gebouw) c.q... 39 m (torenflats).
In een 200 m brede strook van het woongebied, onmiddellijk ten
westen van het Ouddeel, mag uitsluitend laagbouw plaatsvinden. Het
merendeel van de flatgebouwen moet verrijzen rond het wijkcentrum.
In de woonbestemming kunnen ook scholen, verenigingsgebouwen, kerken
en andere elementen, welke in een woonbuurt aanwezig behoren te zijn,
worden gerealiseerd. Het zwaartepunt van de wijkvoorzieningen moet
evenwel zijn plaats vinden binnen de bestemming centrumbebouwing.
Hier zullen ook de garage-, ambachtelijke- en horecabedrijven en de
bebouwing ten dienste van culturele, maatschappelijke en medische
doeleinden (buurthuis, medisch centrum, etc.) kunnen worden gevestigd.
Het plan houdt tevens rekening met de opzet in het noordelijke en
het zuidoostelijke deel van het plangebied - in de woonbuurten -
een buurtcentrum te vestigen. Het wijkcentrum is enigszins ten
zuidwesten van het geografisch hart van het plangebied gesitueerd.
De bovenwijkse voorzieningen kunnen hun plaats vinden binnen de
bestemming "Bijzondere doeleinden" in het zuidwestelijke deel, dit
mede ter ondersteuning van de mogelijke bouw van een spoorweghalte
De hoofdontsluiting van de wijk zal plaats vinden met behulp van
een ringvormige door de wijk getraceerde weg, welke door middel van
ongelijkvloerse kruisingen zal worden aangesloten op zowel de bui-
tenoosttangent als dë Groningerstraatweg. Daarnaast zal door middel
van een viaduct een verbinding met het plangebied Hemrik en door
middel van een tunnel nog een verbinding met de wijk t Heechterp
tot stand worden gebracht.