- 2 -
c. NEN; Norm, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut;
d. rechthebbende; ieder die krachtens enig zakelijk of persoonlijk recht
de beschikking heeft over enig (on) roerend goed;
e. rookkanaal; een van een bouwwerk deel uitmakend kanaal voor de afvoer
van verbrandingsgassen.
2o Onder roken wordt mede verstaan het bij zich hebben van brandend rook
gerei.
3. Onder brand wordt mede verstaan een chemische explosie.
ARTIKEL 2a Verwijzing naar normen, keuringseisen en andere voorschriften
In de gevallen waarin deze verordening en de bijbehorende tabellen verwijzen
naar een norm, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie instituut, naar
keuringseisen of andere voorschriften en de daartoe bevoegde instantie een
herziening daarvan heeft gepubliceerd, kunnen burgemeester en wethouders
bij openbaar bekend te maken besluit bepalen dat de herziene norm, keurings
eisen of andere voorschriften geheel of gedeeltelijk in de plaats treden van
die welke deze verordening en de bijbehorende tabellen noemen.
ARTIKEL 3 Vergunningen en ontheffingen
1Een ingevolge deze verordening verleende vergunning of ontheffing, is
slechts van kracht indien zij schriftelijk is verleend.
2. Aan een vergunning ingevolge deze verordening of aan een ontheffing
van bepalingen van deze verordening kunnen voorwaarden worden verbonden.
Leze voorwaarden mogen slechts strekken ter bescherming van de belangen
waarop de bepalingen die een vergunning verlangen of waarvan ontheffing
kan worden verleend, het oog hebben.
3. Een ingevolge deze verordening verleende vergunning of ontheffing,
geldt tot wederopzegging. Het orgaan, waaraan bij deze verordening de
bevoegdheid is gegeven enige vergunning of ontheffing te verlenen,
kan een tijdstip bepalen waarop de vergunning of ontheffing in ieder
geval vervalt
4. Indien het orgaan, dat bevoegd is tot het verlenen van de vereiste
vergunning of ontheffing, zelf handelt of tot het handelen opdracht
heeft gegeven wordt die vergunning of ontheffing geacht te zijn ver
leend.
5. Le houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste
vordering van hen die een algemene opsporingsbevoegdheid hebben of van
hen die belast zijn met de opsporing van overtredingen van deze veror
dening, aan dezen ter inzage te geven.
6. Le houder van een vergunning of ontheffing die niet voldoet aan het
vorige lid wordt geacht zonder de vereiste vergunning of ontheffing
te handelen.
7. Waar in het vierde en zesde lid van "handelen" wordt gesproken wordt
daa,ronder mede verstaan "hebben" of "nalaten".
w
- 3 -
ARTIKEL 4 Lelegatie aan ambtenaren
1. Burgemeester en Wethouders zijn gemachtigd het verlenen, wijzigen en
intrekken van vergunningen en ontheffingen ingevolge deze verordening
alsmede het doen van een aanschrijving of een andere schriftelijke
kennisgeving ter uitvoering van deze verordening op te dragen aan door
hen aan te wijzen gemeente-ambtenaren.
2. Tenzij Burgemeester en Wethouders bij het verlenen van een opdracht
op grond van het eerste lid bepalen, dat de ambtenaar aan hen terstond
een afschrift van elke door hem genomen beschikking moet toezenden, legt
deze hun aan het eind van iedere maand een opgave over van de door hem
in die maand genomen beschikkingen.
3. Van elke door een ambtenaar, aan wie een opdracht op grond van het eerste
lid is verleend, genomen beschikking staat voor de betrokkene schrifte
lijk beroep open op Burgemeester en Wethouders.
4. Le aanvrager van een vergunning of ontheffing waarvan het verlenen, wij
zigen en intrekken ingevolge het eerste lid is opgedragen aan een ambte
naar, kan tevens schriftelijk beroep instellen bij Burgemeester en
Wethouders, indien hijs
1e. niet binnen de in artikel 8, eerste lid, gestelde termijn kennis
heeft kunnen nemen van een beslissing omtrent zijn verzoek, noch
van een bericht van verdaging van een beslissing omtrent zijn ver
zoek;
2e. na verdaging niet binnen de krachtens die verdaging geldende ter
mijn kennis heeft kunnen nemen van een beslissing omtrent zijn ver
zoek.
5. Het beroepschrift wordt ingediend binnen een maand na de dag;
a. waarop betrokkene kennis heeft kunnen nemen van een beslissing op
zijn verzoek;
b. waarop de termijn, waarbinnen de beslissing had moeten zijn genomen,
is verstreken.
6. Een beschikking van een ambtenaar, aan wie opdracht op grond van het
eerste lid is verleend blijft gedurende de beroepstermijn en, indien
beroep is ingesteld, zolang daarop niet is beslist, buiten werking.
BurgemeeBter en Wethouders kunnen echter in naar hun oordeel spoedeisende
gevallen anders beschikken. Zij delen dit dan schriftelijk aan de be
trokkene mede, onder opgave van de datum, met ingang waarvan de intrekking
van kracht wordt.
7. Burgemeester en Wethouders beslissen omtrent een beroep, ingesteld op
grond van het derde of vierde lid, binnen een maand nadat het desbetref
fende beroepschrift bij hen is ingekomen. Zij kunnen hun beslissing voor
ten hoogste één maand verdagen.
8. Op elke beschikking, als bedoeld in het derde lid, wordt melding gemaakt
van de beroepstermijn en van de wijze waarop beroep kan worden ingesteld.
ARTIKEL 5 Mondelinge kennisgeving
1Burgemeester en Wethouders kunnen in de gevallen waarin naleving van
deze verordening een aanschrijving of een andere schriftelijke kennisge
ving nodig maakt, in de plaats daarvan mondelinge kennisgeving doen,
indien de veiligheid onverwijld ingrijpen vergt.