- 4 -
2. Burgemeester en Wethouders kunnen het doen van een kennisgeving als in
het voorgaande lid bedoeld opdragen aan een door hen aan te wijzen ge
meente-ambtenaar
ARTIKEL 6 Schriftelijke bevestiging van een mondeling gedane kennisgeving
of beslissing van een daartoe aangewezen ambtenaar.
Een mondeling gedane kennisgeving moet door degene die de beschikking waar
op de kennisgeving berust, heeft genomen of die kennisgeving heeft gedaan
ten spoedigste schriftelijk worden bevestigd.
ARTIKEL 7 Termijnen
1Een in deze verordening gestelde termijn, die op zaterdag, zondag of
algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerst
volgende dag, die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feest
dag is.
2. Het vorige lid geldt niet voor termijnen, bepaald door terugrekening
vanaf een tijdstip of een gebeurtenis.
3. Een in deze verordening gestelde termijn van ten minste drie dagen
wordt zonodig zoveel verlengd, dat daarin ten minste twee dagen voor
komen die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag zijn.
4. Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze verordening zijns
de Nieuwjaarsdag, de Hemelvaartsdag, de Christelijke tweede Paas- en
Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag des
Konings wordt gevierd.
5. Voor de toepassing van deze verordening wordt de Goede Vrijdag met de
in het vorige lid genoemde dagen gelijkgesteld.
6. Voor de toepassing van deze verordening worden krachtens artikel 3»
derde lid, van de Algemene Termijnenwet bij Koninklijk Besluit aangewe
zen dagen met de in het vierde lid genoemde dagen gelijkgesteld.
7. Dit artikel geldt niet voor de termijnen omschreven in uren, in meer dan
negentig dagen, in meer dan twaalf weken, in meer dan drie maanden of
in een of meer jaren.
ARTIKEL 8
1. Onverminderd hetgeen elders in deze verordening is bepaald, beslissen
burgemeester en wethouders omtrent een verzoek om vergunning of onthef
fing -ingevolge, deze verordening binnen één maand nadat dat verzoek is
ingekomen.
2. Zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen.
Van de verdaging doen zij de verzoeker vóór verstrijken van de termijn,
waarbinnen zij zonder verdaging omtrent het verzoek een beslissing hadden
moeten nemen, schriftelijk mededeling.
3. Hetgeen is bepaald in voorgaande leden is van overeenkomstige toe
passing met betrekking tot een verzoek om vergunning of ontheffing
ten aanzien waarvan ingevolge artikel 4 het nemen van een beslissing
aan een ambtenaar is opgedragen.
4. Op elke beschikking, als bedoeld in het eerste lid, wordt melding
gemaakt van de beroepstermijn en van de wijze waarop beroep kan worden
ingesteld.
- 5 -
ARTIKEL 9
Wanneer een verzoek om vergunning of ontheffing ingevolge deze verordening
bij burgemeester en wethouders of bij een ambtenaar, aan wie ingevolge artikel
4 de beslissing op een zodanig verzoek is opgedragen, wordt ingediend dan
wel een beroep als bedoeld in artikel 4 derde of vierde lid, wordt
ingesteld, wordt aan de verzoeker onderscheidenlijk degene, die beroep heeft
ingesteld, binnen één week nadat het verzoek onderscheidenlijk het beroep
schrift is ingekomen een bericht van ontvangst gezonden, onder meer inhoudende
de datum, 'waarop het verzoek of het beroepschrift is ingekomen, de termijn
waarbinnen omtrent hét verzoek onderscheidenlijk het beroep een beslissing
moet zijn genomen, de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij niet
tijdige beslissing, de termijnen, waarbinnen beroep openstaat, bij welk
orgaan het beroepschrift moet worden ingediend en bij welk orgaan beroep kan
worden ingesteld.
ARTIKEL 9a Beroep
1In de gevallen als bedoeld in de artikelen 43 en 75 alsmede tegen een be
sluit van burgemeester en wethouders, genomen ingevolge artikel 4» zevende
lid, kan de betrokkene schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad.
2. De betrokkene kan tevens schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad
indien hij j
a. 1e. niet binnen de in artikel 8, eerste lid, gestelde termijn kennis
heeft kunnen nemen van een beslissing omtrent zijn verzoek, noch van
een bericht van verdaging omtrent dat verzoek;
2e. na verdaging niet binnen de krachtens die verdaging geldende ter
mijn kennis heeft kunnen nemen van een beslissing omtrent zijn verzoek;
b. 1e. niet binnen de in artikel 4» zevende lid, gestelde termijn kennis
heeft kunnen nemen van een beslissing van burgemeester en wethouders
omtrent zijn beroepschrift, noch van een verdaging van een beslissing
omtrent dat beroepschrift;
2e. na verdaging niet binnen de krachtens die verdaging geldende termijn
kennis heeft kunnen nemen van de beslissing omtrent dat beroep.
3. Het beroepschrift moet de gronden van het beroep inhouden en door de
belanghebbende zijn ondertekend.
4. Het beroepschrift moet worden ingediend binnen één maand na de dags
a. waarop betrokkene kennis heeft kunnen nemen van een beslissing op
zijn verzoek;
b. waarop de termijn, waarbinnen een beslissing had moeten zijn genomen,
is verstreken.
Burgemeester en Wethouders doen het beroepschrift, voorzien van hun advies,
binnen twee weken nadat het is ingekomen toekomen aan de in artikel 9 b be
doelde commissie.
5. De gemeenteraa.d beslist binnen drie maanden, nadat het beroepschrift is
ingekomen. Hij kan zijn beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen.
6. De beslissing van de gemeenteraad is met redenen omkleed. Indien de be
slissing afwijkt van die van burgemeester en wethouders, regelt het raads
besluit al hetgeen tengevolge van die afwijking regeling behoeft.
7. Ten aanzien van een besluit tot intrekking of wijziging van een vergunning
of ontheffing heeft het beroep geen schorsende werking indien zulks in
dat besluit is bepaald.