ARTIKEL 32 Verbod, open vuur en roken in opslagplaatsen en bij
gevaarlijke werkzaamheden
1. Het is verboden te roken of vuur te hebben
a. in een ruimte in gebruik als opslagplaats van een of meer der stoffen
genoemd in artikel 11 onder a tot en met h;
b. bij het verrichten van werkzaamheden die het uitstromen van brandbare
vloeistoffen en (of) gassen kunnen veroorzaken;
c. bij het vullen van een brandstofreservoir met een brandbare vloeistof
of een brandbaar gas.
2. Van het verbod gesteld in het voorgaande lid kunnen burgemeester en
wethouders ontheffing verlenen.
3. Het verbod gesteld in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor een
gedeelte van een gebouw dat uitsluitend voor bewoning gebruikt wordt en
niet behoort tot een inrichting als bedoeld in artikel 52.
4= Het verbod gesteld in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor zover
het bepaalde in artikel 429? aanhef en onder 1°, van het Wetboek van
Strafrecht van toepassing is.
ARTIKEL 33 Naleving rookverbod
Niemand mag roken of vuur bij zich hebben op plaatsen waar een zodanig
verbod, ter voldoening aan hetgeen bij of krachtens wettelijk voorschrift is
gesteld, op een voor een ieder kenbare wijze is aangegeven.
ARTIKEL 34 Verboden met betrekking tot brand- en rookwerende deuren en luiken
1. Hst is verboden deuren of luiken, waarvan de brandwerende of rookwerende
functie blijkens een ter plaatse aangebrachte aanduiding voor een ieder
kenbaar is, langer in geopende stand te houden dan nodig is voor het verkee
van personen, het vervoer van goederen of het verrichten van werkzaamheden.
2. Het in het voorgaande lid gestelde verbod geldt niet ten aanzien van zelf-
sluitende deuren of luiken, die zyn voorzien van een door burgemeester en
wethouders goedgekeurde inrichting, die de deuren of luiken onmiddellijk
loslaat zodra een toestand intreedt, waarin zij als brandwering of als rook
wering moeten dienen.
3. Eet is verboden het sluiten van de in het voorgaande lid bedoelde deuren of
luiken te verhinderen of te belemmeren.
ARTIKEL 35 Verbod plaatsen te betreden
Het is verboden zonder daartoe bevoegd te zijn plaatsen te betreden waar een
zodanig verbod, ter voldoening aan hetgeen bij of krachtens wettelijk voor
schrift is gesteld, met het oog op het gevaar van brand, op voor een ieder
kenbare wijze is aangegeven.
- 15 -
ARTIKEL 36 Verbod tot het doen overstromen van een gas
1Het doen overstromen van een brandbaar of een brandbe,rorderend gas of
gasmengsel uit een drukvat in een ander drukvat is verboden,
2. Het verbod gesteld in het voorgaande lid geldt niet voor zover het betreft
het doen overstromen in een leiding naar de gebruiksbestemming van het gas
of gasmengsel.
ARTIKEL 37 Verbod gas in drukvaten e.d. te verwarmen
1Het is verboden gassen of gasmengsels in drukvaten of in leidingen te
verwarmen.
2. Van het verbod gesteld in het voorgaande lid kunnen burgemeester en
wethouders ontheffing verlenen.
ARTIKEL 38 Verbod ballonnen e.d. te vullen met brandbaar gas
1Het is verboden waterstof of een ander brandbaar gas te bezigen voor het
vullen vans
a. speelgoed;
b. andere voorwerpen.
2. Van het verbod gesteld in het voorgaande lid, aanhef en onder b, kunnen
burgemeester en wethouders ontheffing verlenen.
ARTIKEL 39 Verbod brandbaar gas te laten wegstromen
Het is verboden een brandbare vloeistof, een brandbaar gas of gasmengsel
of een brandbare damp te laten wegstromen op zodanige wijze dat daardoor
brand kan ontstaan.
ARTIKEL 40 Verbod tot uitbranden van een rookkanaal en tot gebruik van een
ondeugdelijk rook- en gasafvoerkanaal
1. Het is verboden een rookkanaal uit te branden.
2. Het is verboden een rookkanaal of gasafvoerkanaal te gebruiken, indien dit
gebruik door de toestand waarin dat rookkanaal of dat gasafvoerkanaal zich
bevindt, dreigend gevaar oplevert voor de veiligheid van personen.
ARTIKEL 41 Verbod, rookkanaal te gebruiken na schoorsteenbrand
Een rookkanaal waarin brand heeft gewoed mag niet weer in gebruik worden
genomen zonder toestemming van burgemeester en wethouders.
ARTIKEL 42 Handelingen met vuur in een vaste stof en met stookresten
Met betrekking tot de behandeling van gloeiende vaste stoffen en stookresten
is het verboden deze?
a. anders dan in een goed afgesloten bak van onbrandbaar en hittebestendig
materiaals
1te bewaren;
2. te vervoeren over een voor het publiek toegankelijke weg of waterweg;
b. te deponeren of in enig voorwerp op te slaan op een voor het publiek
toegankelijke plaats;
c. te deponeren in vuilstortkokers