- 26 - 6. De in het derde lid bedoelde eisen kunnen betrekking hebben op de omge ving, de indeling, de constructie, de installaties en het gebruik van het gebouw, waarin de inrichting is gevestigd. Artikel 54? tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. 7. Artikel 54? vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. 8. De artikelen 48, tweede lid en 52, vierde en vijfde lid, zijn van overeen komstige toepassing. ARTIKEL 72 Over te leggen bescheiden 1. De kennisgeving als bedoeld in artikel 71 moet schriftelijk geschieden onder gelijktijdige overlegging van de ter beoordeling daarvan nodige tekeningen en overige bescheiden. 2. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels omtrent de inhoud, de inrichting, de uitvoering, de vorm, het aantal en de wijze van indiening van de in het vorige lid bedoelde kennisgeving, tekeningen en overige be scheiden. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gedurende twee maanden na het ontvangen van de kennisgeving als bedoeld in artikel 71 overlegging van nadere voor de beoordeling van de in de kennisgeving genoemde inrichting nodige bescheiden te vorderen. 4. Degene die de kennisgeving heeft gedaan is verplicht de in het voorgaande lid bedoelde bescheiden uiterlijk een maand na afloop van de in het vorige lid genoemde termijn in te dienen bij burgemeester en wethouders. 5. Artikel 60, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing. ARTIKEL 73 Tijdelijk in gebruik houden bestaande inrichting Het in artikel 58, eerste lid, gestelde verbod geldt niet voor het in ge bruik houden van een inrichting die bij het in werking treden van deze verordening wordt gebruikt voor een der in de artikelen 46 tot en met 53 genoemde doeleinden. a. gedurende drie maanden na het in werking treden van deze verordening; b'. voor zover de rechthebbende op die inrichting een kennisgeving heeft gedaan, als bedoeld in artikel 71? eerste lid, in afwachting van het afgeven van een der in het derde lid van dat artikel bedoelde verklaringen. ARTIKEL 74 Bijeenkomsten en dergelijke in reeds in gebruik zijnde inrich tingen Het in artikel 61eerste lid, gestelde verbod geldt niet voor het houden of doen houden van een bijeenkomst, voorstelling, tentoonstelling, veiling, beurs, demonstratie, sportwedstrijd, vermakelijkheid en dergelijke in een inrichting die bij het in werking treden van deze verordening reeds daarvoor wordt gebruikt a. gedurende drie maanden na het in werking treden van deze verordening; b. voor zover de rechthebbende op die inrichting een kennisgeving heeft gedaan, als bedoeld in artikel 71? eerste lid, in afwachting van het afgeven van een der in het tweede lid van dat artikel bedoelde verklaringen. - 27 - Paragraaf 4S Beroep ARTIKEL 75 De rechthebbende op een inrichting kan beroep instellen bij de gemeenteraad a. indien een verklaring is afgegeven inhoudende dat het in gebruik nemen en (of) in gebruik houden van een inrichting niet is toegestaan; b. indien bij het afgeven van een verklaring inhoudende de toestemming tot het in gebruik nemen en (of) in gebruik houden van een inrichting eisen zijn gesteld; c. indien een verklaring inhoudende de toestemming tot het in gebruik nemen en (of) in gebruik houden van een inrichting is ingetrokken; d. indien burgemeester en wethouders niet binnen een in artikel 54 of 71 gestelde termijn hebben beslist; e. tegen een aanschrijving als bedoeld in artikel 5ó? tweede lid; f. tegen een mededeling als bedoeld in artikel 60, tweede lid; g. tegen het weigeren van een vergunning als bedoeld in artikel 61 h. tegen het stellen van eisen als bedoeld in de artikelen 64, 65 en 665 i. tegen de sluiting van een inrichting overeenkomstig artikel 67.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 238