28 - Hoofdstuk D HET B E S T H I J D E II TI BRAND ARTIKEL 76 Melden van brand en broei 1 Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onver wijld aan de brandweer te melden. 2 Het is verboden opzettelijk een valse melding van brand of broei te doen. ARTIKEL 77 Voorhanden hebben van brandbestrijdingsmiddelen en -voorzieningen De rechthebbende op een inrichting, waarvan de bestemming of het gebruik in bijzondere mate brandgevaar oplevert en die door zijn ligging niet snel genoeg door de brandweer kan worden bereikt, is - na een van burgemeester en wethouders ontvangen aangetekende brief - verplicht zorg te dragen, dat op de in die brief aangegeven plaatsen de daarbij voorgeschreven middelen en voorzieningen tot melding van, alarmering bij en bestrijding van brand aanwezig zijn. ARTIKEL 78 Verplichting tot onderhoud en beproeving De rechthebbende op een inrichting, waarin ter voldoening aan het gestelde bij of krachtens deze verordening dan wel enige andere verordening dezer gemeente, middelen en voorzieningen tot melding van, alarmering bij en be strijding van brand aanwezig zijn, is verplicht deze in goede staat te houden, alsmede deze op de door burgemeester en wethouders aangegeven wijze en tijdstippen te beproeven. ARTIKEL 79 Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen De rechthebbende op een inrichting, waarin ter voldoening aan het gestelde bij of krachtens deze verordening dan wel enige andere verordening dezer gemeente een bluswaterwirplaats aanwezig is, is verplicht deze zodanig te onderhouden, dat daaruit te allen tijde over voldoende bluswater kan worden beschikt. ARTIKEL 80 Waarborgen onmiddellijk gebruik van middelen en voorzieningen Het is verboden voorwerpen of stoffen op zodanige wijze te plaatsen of te hebben dat daardoor het onmiddellijk gebruik wordt belemmerd van: 1 middelen en voorzieningen tot melding van, alarmering bij en bestrijding van brand; 2 middelen en voorzieningen tot ontvluchting en redding van personen en dieren bij brand. ARTIKEL 81 Een ieder is - na een van burgemeester en wethouders ontvangen aangetekende brief - verplicht de in die brief omschreven maatregelen ter verzekering van de bereikbaarheid van objecten te treffen, welke burgemeester en wethouders ter bevordering van een doeltreffende brandbestrijding nodig oordelen. - 29 - ARTIKEL 82 Opvolgen van bevelen bij brand 1 Een^ ieder is verplicht zich te gedragen overeenkomstig de bevelen die door ue ourgemeester, de commandant van de brandweer of de door laatstgenoemde voor het geven van die bevelen aangewezen fuctionarissen in het belang van de brandbestrijding worden gegeven. 2. Het bepaalde in het voorgaande lid geldt niet voor zover artikel 446 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 239