- 2 -
Het bestuur van L.A.C. "Frisia" is bereid de opstal c.a. voor boven
genoemde overdrachtsprijs van de gemeente over te nemen onder voorwaarde,
dat er een recht van opstal op de onder liggende grond wordt verleend.
Andere verenigingen, die clubhuizen hebben gesticht hebben allen de grond
om niet in gebruik gekregen, waardoor de gemeente juridisch eigenaar
van de opstallen is geworden. De verenigingen hebben dit "risico" echter
aanvaard en tot nu toe zijn hieruit geen moeilijkheden voortgekomen. L.A.C.
"Frisia" wenst echter ook juridisch eigenaar van de opstallen te zijn en
verzoekt daarom het recht van opstal. Wij kunnen deze houding billijken.
In hoeverre voor andere clubhuisbezitters ook een dergelijke regeling kan
en moet worden getroffen onderzoeken wij thans.
Ten behoeve van de financiering van één en ander verzoekt het bestuur
van L.A.C. "Frisia" ons, overeenkomstig de reeds genoemde clubhuisregeling,
een lening te garanderen van 30.000,
De Friesland Bank te Leeuwarden is bereid deze lening onder gemeentegarantie
aan L.A.C. "Frisia" te verstrekken, 9% rentende en. af te lossen in 25 jaar.
Deze lening voldoet aan de voorwaarden, opgenomen in het Besluit Lenings
voorwaarden Publiekrechtelijke Lichamen. Het overige deel van de overdrachts-
pr.ijs kan uit het éigen vermogen van de vereniging en uit de opbrengst van. een
aktie onder de leden worden gefinancierd.
Wij stellen U voor te besluiten aan de voetbalvereniging L.A.C. "Frisia
1883" dè eigendom van de kantine c.a. op het sportveldencomplex "De. Magere
Weide" over te dragen middels het verlenen van het recht van opstal 'op de
onder grond van deze opstal c.a. en ten aanzien van het gebruik van deze
opstal een overeenkomst aan te gaan. Voorts stellen wij IJ voor de gevraagde
medewerking met betrekking tot het garanderen van een geldlening te verlenen.
Terzake hebben wij ontwerp-besluiten bijgevoegd. De op deze kwestie betrekicing
hebbende stukken liggen op de gebruikelijke wijze voor U ter inzage.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Ho. 7946a
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van i3 juni 1974
(bijlage no209)
BESLUIT';
I. voor het tijdvak, eindigende op 31 december 2030, aan de vereniging
L.A.C. "Frisia 1883", gevestigd te Leeuwarden, het recht van opstal te
verlenen voor het hebben van een clubhuis op het op de hierbij gevoeg
de tekening roodomlijnd aangegeven perceelsgedeelte, ter grootte van
plm. 200 m2 en gelegen in het sportveldencomplex "De Magere Weide",
zulks onder de volgende bedingen;
1. voor het opstalrecht is generlei vergoeding, hoe ook genaamd, aan
de'gemeente Leeuwarden verschuldigd;
2. de begrenzing van het perceelsgedeelte, ^^;aarvoor het recht geldt, zal
ter plaatse worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar van de
dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Leeuwarden;
3. alle op de verlening van het opstalrecht vallende kosten, daaronder
begrepen die van de levering van een afschrift van de akte van opstal
ten behoeve van het gemeente-archief en die van de verrichtingen van
de landmeetkundig ambtenaar, bedoeld onder 2, komen voor rekening van
de opstalhoudster;
4. de opstalhoudster aanvaardt de grond in de staat en toestand, waarin
deze zich ten tijde van het passeren van de akte van opstal bevindt,
met alle lusten, lasten, plichten, erfdienstbaarheden enz., daartoe van
ouds en met recht behorende, zonder dat de gemeente Leeuwarden, be
houdens terzake van uitwinning en hypotheek, jegens de opstalhoudster
tot enige vrijwaring is gehouden;
5. het onderhoud van de grond en alle van de grond met opstallen geheven
wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de datum
van het verlijden van de akte van opstal voor rekening van de opstal
houdster;
6. zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden is het verboden over te gaan tot overdracht van het opstal
recht;
7. bij het einde van het opstalrecht op 31 december 2030 - dan wel op een
later tijdstip bij een eventuele verlenging van dit recht - vergoedt
de gemeente Leeuwarden de waarde van het door de opstalhoudster gestich
te clubhuis; de te vergoeden waarde wordt door Burgemeester en Wethou
ders van Leeuwarden en de opstalhoudster in onderling overleg vastge
steld naarrde staat, waarin de opstal zich bevindt bij het einde van
het opstalrecht; indien hierover binnen een maand na dat einde géén
overeenstemming wordt verkregen, geschiedt de waardevaststelling door
drie deskundigen, waarvan binnen twee maanden na dat einde één wordt
benoemd door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden en één door de
opstalhoudster, waarna de derde door de twee aldus benoemde deskundi
gen wordt aangewezen binnen drie maanden na dat einde;
komen de benoemde deskundigen niet overeen omtrent het bedrag van de te
vergoeden waarde, dan zal daarvoor worden gehouden het bedrag van de
door de deskundigen afzonderlijk bepaalde vergoeding, dat noch het
hoogste noch het laagste is;
aan de waardevaststelling door de deskundigen zijn beide partijen ge
bonden;