- 8 - ad 16 Adressant no. 34 heeft een 6-tal bezwaren betrekking hebbend op het verkeer in de binnenstad. Het eerste bezwaar betreft het feit, dat in het tangentensysteem als wezenlijk onderdeel van het structuurplan geen oplossing is aangegeven voor de aansluiting van de noordtangent op de oosttangent, dat daarom tegen dit gedeelte van het wegensysteem geen bezwaren kunnen worden ingediend en dat het plan daarom nu nog niet ter visie had behoren te worden gelegd. Wij merken hierover op, dat in het structuurplan de wegenstructuur is aangegeven. Voor het onderhavige gedeelte is op kaart no. 3 4e begrenzing van het gebied aangegeven waarbinnen de toekomstige verkeersoplossing zal worden gerealiseerd. Deze constructie is gekozen omdat de raad tijdens de voorbehandeling van het ontwerp-plan nog geen keuze kon maken uit de aangeboden alternatieven en het gewenst was de vaststelling van het plan niet langer uit te stellen. Degenen die afwijzend, staan tegenover de bestemming van dit gebied voor verkeers- doeleinden konden hiertegen bezwaren indienen. Aangezien het onderhavige gedeelte van het bezwaar niet is gericht tegen de bestemming verkeersdoeleinden op zichzelf stellen vrij voor dit ongegrond te verklaren. Het tweede bezwaar is, dat kaart 16 een onjuist beeld geeft van de te vervrachten verkeerssituatie, omdat het wegennet, dat als uitgangspunt voor de berekening is genomen, niet meer klopt met het voorliggende structuurplan. Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat ook het bevolkingsaantal, dat als uit gangspunt is genomen, niet overeenstemt met vrat nu wordt aangehouden, nl. 90.000 inwoners in plaats van 116.000. Dat neemt echter niet weg, dat deze berekening volgens ons vrel als indicatief beschouwd mag worden. Immers wanneer de groei van de stad achterwege blijft, zal de regio sterker groeien dan is aangenomen, zodat de verkeersbelasting op de tangenten ongeveer gelijk blijft. Dat later enkele onderdelen gewijzigd zijn - we denken daarbij aan het vervallen van de brug bij de Harmonie, de lus langs het gerechtsgebouw en de doorbraak door de van Swietenstraat - betekent voor de tangenten, dat in werkelijkheid de belasting groter zal zijn dan kaart 16 aangeeft. Ve zijn dan ook van mening, dat dit materiaal in dit stadium voldoende duidelijkheid geeft over de orde van grootte van de verkeersbelasting door bestemmingsverkeer om een beslissing te kunnen nemen. Het derde bezwaar is, dat er geen kaart aanwezig is waarop zowel de be lasting van het wegennet ten gevolge van het doorgaand verkeer als van het binnenstadsgeboden verkeer staat aangegevenZonder inzicht hierin kunnen geen beslissingen omtrent de tangenten worden genomen, aldus adressant. Op blz. 25 van deel 1 van het structuurplan staat aangegeven, dat van alle in- en uitgaande motorvoertuigen momenteel een aanzienlijk percentage tot het doorgaande verkeer behoort (gemiddeld 3^?ó)5 met name in het Stations kwartier. De berekening toont evenwel aan, dat alleen al voor het bestemmings verkeer twee rijstroken onvoldoende zijn. Aangezien de raad nadrukkelijk heeft vastgesteld, dat de breedte van d.e tangenten niet meer dan twee rijstroken mag zijn, is het, gezien het vorenstaande, naar onze mening overduidelijk, dat in de toekomst voor doorgaande verkeersbewegingen in het geheel geen plaats meer is. Hoe de situatie zich in werkelijkheid zal ontwikkelen kan slechts word.en afgewacht. Het lijkt ons echter vrij zeker dat tijdens de spitsure-n de overbelaste tangenten weinig aantrekkelijk zullen zijn voor doorgaand verkeer. Bezwaar no. 4 betreft de aansluiting tussen de oosttangent en de Oostergoweg. Volgens adressant zal het vele doorgaande verkeer op deze tangent een barriere vormen voor het vanuit het oosten naar de binnenstad komende verkeer. Tevens zal deze weg door het vele doorgaande verkeer het karakter van verdeelweg voor het binnenstadsgebonden verkeer verliezen. Met betrekking tot het eerste deel van dit bezwaar, verwijzen wij naar hetgeen hiervoor onder bezwaar no. 15 op blz. 7 van deze raadsbrief is opgemerkt omtrent de mogelijke stroomfunctie van deze tangent. Verder willen wij hieraan toevoegen, dat de aldaar genoemde verkeerslichten, welke enerzijds dienen om de aantrekkelijkheid als doorgaande weg van deze tangent tot een minimum te beperken, anderzijds juist een goede gelegenheid bieden aan het vanuit het oosten komende verkeer om de binnenstad te bereiken. Zoals hiervoor reeds op meerdere plaatsen is aangetoond, achten wij het gevaar niet aanwezig, dat deze weg in grote mate als doorgaande route zal fungeren. Wij zijn het dan ook niet eens met het bezwaar van adressant, dat bedoelde weg daardoor het karakter van verdeelweg voor het stadsgebonden verkeer zal verliezen. Bezwaar no. 5 is gericht tegen het aanleggen van lussen in de binnenstad. Als nadeel wordt aangevoerd, dat, vooral wanneer er geen parkeerplaats vrij is, veel omgereden moet worden. Er wordt dan ook gesteld, dat een lus alleen zinvol is, wanneer aan deze lus voldoende parkeergelegenheid is. 'Voorgesteld wordt éénrichtingsroutes aan te leggen. Wij zijn het met adressant in zoverre eens, dat langs lussen enige parkeer gelegenheid aanwezig moet zijn. Het parkeertarief moet daarbij naar verhouding hoog zijn en de toegestane parkeerduur slechts kort, zodat veel roulatie plaats vindt. Het structuurplan verzet zich hier dan ook niet tegen en behoeft derhalve geen wijziging te ondergaan. Wat de éénrichtingsroutes betreft, zijn we van mening, dat daarbij de kans op omrijden minstens even groot zo niet groter is dan bij lussen. Ook daar geldt immers dat wanneer geen parkeerplaats wordt a.angetroff en men door moet rijden. Men komt dan meestal terecht in een gedeelte van de stad waar men niets te zoeken heeft. Vervolgens moet men weer zoeken om op de oorspronkelijke plaats van bestemming terug te komen. Het lussensysteem heeft in het algemeen het voordeel dat men terug komt bij het punt van vertrek, nl. daar waar men de tangent heeft verlaten. Dit argument geldt met name voor bezoekers die niet al te goed thuis zijn in de stad. Nog een bezwaar van alle voorstellen die tot dusver gedaan zijn m.b.t. éénrichtings verkeer is, dat de St. Jacobsstraatzoals ook nu het geval is, steeds auto verkeer behoudt. Dit betekent doorsnijding van de drukke voetgangersroute met frequent autoverkeer, althans wanneer we uitgaan van goed functionerende één richtingsroutes We menen de voordelen van het lussensysteem hiermee nog eens duidelijk te hebben onderstreept Bezwaar no. 6 is gericht tegen de bouw van een parkeergarage aan de Minnemastraat. Dit punt is onder groep no. 13 op blz. 6 van deze raadsbrief reeds behandeld. Kortheidshalve verwijzen wij daarnaar. Gezien het vorenstaande stellen wij U voor alle hiervoor genoemde bezwaren van adressant no. 34 ongegrond te verklaren. il. Bezwaren_betrekking_hebbend_op_aard5 omvang_en bestemming van de bebouwing. ad 1 Adressant no. 15 maakt bezwaar tegen de aanwijzing dat de bebouwing aan de illemskade ongeveer hetzelfde karakter en dezelfde hoogte moet houden. Gesteld wordt, dat om economische redenen ter plaatse hoger gebouwd moet kunnen worden dan de bestaande bebouwing. Tevens zal om dezelfde redenen ook het karakter anders moeten worden dan dat van de bestaande bebouwing, aldus adressant. 'v 1 i' TUF rvülJ3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 298