- 10 -
De raad heeft als objectdoelen aanvaard, dat de karakteristieke bebouwing
van de Willemskade z.z. en n.z, vanaf de Prins Hendrikstraat tot aan de
Westerkade niet mag worden aangetast en tevens dat er een geleidelijke overgang
naar grootschaliger bebouwing kan plaatsvinden tussen Zaailand en Willemskade
en ten zuiden van de Willemskade,
Deze beslissing is genomen ter handhaving van ter plaatse aanwezige stedebouw-
kundige en architectonische waarden. Hoewel dus wel het karakter van bedoelde
bebouwing dient te worden gehandhaafd houdt dit naar onze mening niet zonder
meer in, dat bij nieuwbouw of vernieuwbouw niet enigszins kan worden afgeweken
van de ter plaatse aanwezige maximale hoogte. Dit zal te zijner tijd' in de
bepalingen van het betreffende bestemmingsplan moeten worden vastgelegd.
De door adressant aangevoerde economische motieven iregen naar onze mening
niet op tegen de hiervoor omschreven waarden.
Wij stellen U dan ook voor dit bezwaar ongegrond te verklaren.
ad 2.
Het tweede bezwaar geldt de bestemming "gemengde bebouwing" langs de
Hieuwestad n.z. tussen de Westerplantage en het politiebureau, de bebouwing
ter weerszijde van de Kleine Kerkstraat, de bebouwing aan de Hieuwestad z.z.
vanaf Westerplantage tot aan het Klein Schavernek en die ter weerszijde
van de Oosterstraten.
Adressanten stellen voor hier de bestemming "voornamelijk winkels" te geven.
Wij zijn van mening, dat het verschil tussen het noorden van de Voorstreek
en de Tuinen met de betreffende gedeelten niet zo groot is dat een verschillende
bestemmingsaanduiding gewenst is.
Wij stellen daarom voor het bezwaar van adressanten no. 6 en no, 18
gegrond te verklaren en de bestemming van het gedeelte van de Hieuwestad n.z.
vanaf Westerplantage tot aan het politiebureau (met uitzondering van de kantoor
bebouwing van de A.G.O.) en de bebouwing van de Hieuwestad z.z. vanaf Wester
plantage tot aan het Klein Schavernek te wijzigen in "gemengde bebouwing in
hoofdzaak winkels".
ad 3.
Overeenkomstig het gestelde onder punt 2, maken adressanten no. 6 en no.19
bezwaar tegen het feit dat niet ook de Oosterstraten de aanduiding "gemengde
bebouwing, doch bij voorkeur winkels" hebben gekregen.
Om dezelfde redenen als vermeld onder punt 2 ondersteunen wij de mening
van adressanten.
Wij adviseren daarom het bezwaar van adressanten no. 6 en no. 19 gegrond
te verklaren en de bestemming te wijzigen in "gemengde bebouwing, in
hoofdzaak winkels".
ad 4.
Adressant no. 29 maakt bezwaar tegen de afbraak van de gevangenis, welk
gebouw hij graag positief gewaardeerd wil zien.
Wij zijn van mening dat, behoudens het poortgebouw, het gevangeniscomplex
geen positieve betekenis heeft voor het stadsbeeld en verwijzen daarvoor
naar hetgeen wij hierover gezegd hebben op blz. 7 onder bezwaar no. 14»
Wij stellen dan ook voor dit bezwaar ongegrond te verklaren.
Zoals in een vorige raadsbrief reeds is opgemerkt, is overeenkomstig
artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening overleg gevoerd met de
daarvoor in aanmerking komende rijks- en provinciale diensten. Een verslag
van dit overleg is bij de stukken voor U ter inzage gelegd. De daarin gemaakte
opmerkingen hebben ons geen aanleiding gegeven voorstellen te doen tot wijziging
van het ontwerp-plan.
VolledigheidshaiLve willen wij er op wijzen, dat het ontwerp-structuurplan,
zoals dat ter visie heeft gelegen, en de voorgestelde beslissingen ten aanzien
van de ingediende bezwaarschriften in 't algemeen zijn gebaseerd op de in een
eerder stadium door U genomen beslissingen. De leden van ons college behouden
zich individueel het recht voor betreffende sommige gedeelten van het plan
en ten aanzien van enkele bezwaarschriften een afwijkend standpunt in te nemen.
Voorts delen wij U mede, dat de commissie voor de Ruimtelijke Ordening
over dit voorstel zal worden gehoord»
Tenslotte nodigen wij U uit het structuurplan voor de binnenstad van
Leeuwarden vast te stellen, door te besluiten zoals in het bijgevoegde
concept-besluit is aangegeven.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.