ilr9546.
DU RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 juli 1974
(bijlage nr. 229);
BESLUIT;
voor het tijdvak, eindigende op 31 december 1995? in erfpacht af te staan
aan R. Bosma, wonende te Leeuwarden, Vredeman de Vriesstraat 63, het op
de bij dit besluit behorende tekening met een rode omlijning globaal aan
gegeven terrein, ter grootte van plm. 4^2 m^, gelegen in en behorende tot
het jachthavencomplex ten westen van de Greuns, tegen een canon, berekend
naar een grondwaarde van 26,per m2 (géén B.T.W. verschuldigd) en een
rentevoet van 10 1/8<fo per jaar en voorts onder de volgende bedingen;
1de juiste begrenzing van het terrein zal vóór de datum van het passeren
van de erfpachtsakte ter plaatse worden aangegeven door de landmeet
kundig ambtenaar van de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Leeu
warden; de door deze ambtenaar te berekenen oppervlakte van het ter
rein dient voor de bepaling van de definitieve grondwaarde; over- of
ondermaat tengevolge van de daarna ambtshalve plaatsvindende kadastrale
opmeting van het terrein kan geen aanleiding geven tot verhoging of
verlaging van de grondwaarde;
2. de erfpachtscanon is verschuldigd vanaf de dag van het verlijden van de
erfpachtsakte
op die dag eindigt de tussen de gemeente Leeuwarden en de erfpachter
met betrekking tot het terrein bestaande huurovereenkomst dd, 20 april
1970;
p. de Gemeenteraad kan eenzijdig, daarmede de erfpachtsovereenkomst uit
voerende, voor het eerst met ingang van het jaar 1980 en daarna om de
vijf jaren, het percentage en het bedrag van de grondwaarde opnieuw
vaststellen;
het besluit van de Gemeenteraad wordt genomen vóór de aanvang van het
jaar, met ingang waarvan de hernieuwde vaststelling geldt;
4. de erfpachter mag het terrein uitsluitend gebruiken voor de exploitatie
van een reparatiewerkplaats annex showroom voor pleziervaartuigen; een
afwijkend gebruik is slechts toegestaan met voorafgaande schriftelijke
toestemming van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden;
5. aan de zijde van de havenkom moet door de erfpachter langs het terrein,
voorzover dit niet is/wordt vergraven, een oeververdediging worden ge
maakt en in goede staat worden onderhouden, één en ander ten genoege
van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden;
6. het stichten van opstallen op het terrein, het daarop of daarbij aan
brengen van railbanen, enz., alsmede het graven van een werkhaven en
het maken van de bijbehorende damwanden en steigers behoeft, onvermin
derd het bepaalde in de overigens terzake geldende wettelijke regelin
gen, de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden;