-2-
8» de overeenkomst is gesloten onder de ontbindende voorwaarde, dat zij wordt
geacht niet te zijn aangegaan, indien het verlenen van bouwergunning niet mogelijk
zou blijken op grond van de omstandigheid, dat de voor de beoogde bouw vereiste
aanpassing van het bestemmingsplan blijkt niet te kunnen worden gerealiseerd;
9. de schade aan do aan het verkochte terrein grenzende trottoirs, welke eventueel
zal ontstaan als gevolg van het berijden van deze trottoirs voor het vervoer van
materialen voor de bouw van de opstallen op het verkochte, moet door de Staat
(Rijksgebouwendienst) worden vergoed tot een door Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden naar billijkheid te bepalen bedrag;
10. de gemeente Leeuwarden heeft het recht tot het leggen, hebben en onderhouden
van rioleringen, leidingen en kabels in en door het verkochte terrein, voor
zover dit niet is bebouwd, evenwol met dien verstande, dat alle hieruit voort
vloeiende kosten voor haar rekening komen;
11. partijen doen afstand van de bevoegdheid om eventueel op grond van het bepaalde
in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek ontbinding van de over
eenkomst te vorderen, behoudens, voor wat do Staat betreft, het te dezen in de
punten 6 en 8 bepaalde;
12. ton behoeve van het schoolgebouw zal uitgang worden verkregen op de langs de
westzijde van het schoolgebouw geprojecteerde straat (aansluitende op de Darnme-
laan, in het verlengde van het Luchtenrck)vanwege de gemeente Leeuwarden zal
worden getracht te bevorderen, dat bij het gereedkomen van het gebouw de bedoelde
verbinding van de school met de Dammelaan/Luchtenrek gereed zal zijn;
13» de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden voor een
door de Staat aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde notaris.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Onteigenen van percelen, gelegen in het gebied Werkmanslust.
Bijlage no. 241. Leeuwarden, 15 augustus 1974»
Aan
de Gemeenteraad.
Bij Koninklijk Besluit van 2 juli 1974, no. 21, werd goedkeuring verleend aan
het besluit van Uw Raad van 7 januari 1974, no. 16141, tot onteigening ten behoeve
van de uitvoering van het plan tot de bouw van 76 bejaardenwoningen van een aantal
percelen, gelegen in het gebied "Werkmanslust". Dit Koninklijk Besluit met het be
treffende raadsbesluit liggen voor U ter inzage.
Het is nog niet mogelijk gebleken met de eigenaren van alle betreffende perce
len tot minnelijke overeenstemming te komen. Daarom stellen wij U voor tot het
voeren van een rechtsgeding over te gaan. Voor het voeren van de onteigeningsproce
dure voor de Rechtbank is n.i. overeenkomstig het bepaalde in artikel 177 van de
Gemeentewet een besluit van de gemeenteraad vereist.
Wij achten het verder van belang, zulks met het oog op het spoedig verkrijgen
van de beschikking over ds grond, om op basis van het gestelde in artikel 54 f van
de Onteigeningswet in de dagvaarding tot onteigening een vervroegde uitspraak over
de.onteigening te vorderen. Sedert de viijziging van de Onteigeningswet in 1972 is
het n.l. mogelijk reeds in een vroeg stadium (voordat de schadeloosstellingen zijn
bepaald) uitspraak over de onteigening te doen, waarna de onteigenende partij de ei
gendomsovergang van het te onteigenen goed kan effectueren. Uiteraard gaat deze re
geling gepaard met het recht van de belanghebbende op toekenning van een voorschot
op de schadeloosstelling.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten overeen
komstig het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.