IT o. 10678 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 augustu .74 (bijlage no. 254.); BESLUIT; voor het plan recreatiegebied Rengerspark een aanvullend voorbereidings krediet beschikbaar te stellen van 54«500, Aldus vastgestelde in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Situatie met betrekking tot de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Bijlage no. 255. Leeuwarden, 15 augustus 1974« Aan de gemeenteraad. In hun vergadering van 22 juni 1971 hebben Provinciale Staten van Friesland een Verordening vastgesteld tot regeling van de organisatie van het zuiveringsbeheer in de provincie Friesland, alsmede een Verordening inzake de instelling van een verontreinigingsheffing. De verordeningen hebben tot doel het zuiveringsbeheer bij de provincie onder te brengen, zulks met ingang van 1 januari 1972. Daartoe is in artikel 16 van de eerstgenoemde verordening bepaald, dat de provincie van de gemeenten in beheer en onderhoud overneemt de bij de inwerking treding van de verordening bestaande gemeentelijke zuiveringsinstallaties en de daarmee gelijk te stellen zuiveringswerken. Voorts neemt de provincie de zuiveringsinstallaties en andere zuiveringswerken in eigendom over, indien dit door de eigenaren wordt verlangd. Met betrekking tot de huidige stand van zaken kunnen wij U het volgende mededelen. Na 1 januari 1972 is het feitelijke beheer en onderhoud nog bij de gemeente gebleven. De provincie vergoedt sinds die datum aan de gemeente de kosten, die de gemeente terzake van het beheer en onderhoud maakt, inclusief de kapitaalslasten. Eind 1975 is op verzoek van de provincie begonnen met een gedachten - wisseling omtrent de overdracht van het beheer en het onderhoud. Daarbij stond de positie van het op de gemeentelijke afvalzuiveringsinstallatie werkzame personeel centraal. Het stemt tot voldoening, dat uiteindelijk voor alle personeelsleden een bevredigende regeling kon worden getroffen bij overgang in dienst van de provincie. Deze overgang is per 1 juli 1974 geëffectueerd. Hiermee samenhangend hebben Gedeputeerde Staten voorgesteld het gehele beheer en onderhoud per 1 juli 1974 aan de provincie over te dragen. Wij hebben hiertegen geen bezwaar. Het zou een vreemde situatie scheppen indien de gemeente het beheer van de installatie aan zich zou houden, terwijl het personeel reeds in dienst van de provincie is getreden. Het betrekicing tot de eigendomsoverdracht van de installatie hebben Gedeputeerde Staten aan het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten opdracht gegeven advies uit te brengen omtrent de uitgangspunten en de procedure die bij de overdracht zouden kunnen worden gehanteerd. Dit rapport is inmiddels uitgebracht. Ben eerste gesprek met een vertegenwoordiging van het provinciaal bestuur over de richtlijnen die in het rapport worden gegeven heeft inmiddels plaats gevonden. Aangezien de provincie het zuiveringsbeheer geheel van de gemeente overneemt zijn wij van mening, dat het in de rede ligt de afvalzui1veringsinstallatie aan de provincie over te dragen, indien althans overeenstemming over de voor waarden van overdracht wordt verkregen. Wij stellen U voor ons te machtigen terzake met de provincie de nodige onder handelingen te voeren. Het resultaat van de gevoerde onderhandelingen zullen vrij U te zijner tijd voorleggen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 135