2 -
Voorts heeft het schoolbestuur met zijn brief van 11 juli 1973 verzocht
de periode van 1 oktober tot 1 mei gedurende 4 klokuren per week de
bedenzaal van het aan de kleuterschool grenzende dorpshuis te mogen huren voor
iel en kleutergymnastiek. Deze zaal heeft een oppervlakte van meer dan 70 m2
lis voor het beoogde doel bijzonder geschikt.
van de Kerkvoogdij gehuurde lokaliteit heeft slechts een vloeroppervlakte
in 58 m2, terwijl de minimumoppervlakte voor een speelwerklokaal 70 m2
draagt. Tengevolge hiervan wordt thans aan de school op een zeer beperkte,
logst onvoldoende wijze spel en kleutergymnastiek gegeven, terwijl toch
e bezigheden een essentieel onderdeel vormen van het kleuteronderwijs,
j zijn dan ook van mening, dat de school zo spoedig mogelijk de beschikking
int te krijgen over de genoemde zaal.
inspectrice van het kleuteronderwijs geeft er in dit verband de voorkeur
dat de kleuterschool gedurende het gehele schooljaar daarover de
schikking kri j gt
In het belang van het onderwijs heeft het bestuur van het dorpshuis
huur voor de kleuterschool zo laag mogelijk vastgesteld en wel op 12,50
r klokuur voor kapitaals- en exploitatielasten. Het normale tarief per
okuur bedraagt 20,
rdt uitgegaan van een gebruik gedurende de periode 1 oktober tot 1 mei
0 weken) dan is een huursom verschuldigd van 50 x 4 is 120 klokuren
f 12,50 is 1.500,
Met brief van 25 maart 1974, kenmerk KB0/f/2-487737 heeft de Minister
n Onderwijs en Wetenschappen medegedeeld, dat de vergoeding voor het
derhavige gebruik terzake van de stichtings- en exploitatielasten kan
rden gesteld op x/y maal het vergoedingsbedrag per lokaal, waarop
nnaliter krachtens artikel 77, juncto de artikelen 42 en 43 van de
euteronderwijswet aanspraak kan worden gemaakt. In deze formule staat x
or het aantal uren gedurende welke de school van het betreffende lokaal
ruik maakt terwijl y voorstelt het aantal uren waarin aan de betreffende
uterschool kleuteronderwijs wordt gegeven. Y kan, uitgaande van 23
uren per week, worden gesteld op 40 x 23 is 900 uren.
t gebruikmaking van bovenstaande formule kan derhalve de rijksvergoeding
;den gesteld op 981,19, berekend als volgt;
stichtingskosten
bouwjaar dorpshuis; 1963 (voorlopig) 2.345,
fundering palen; 5m 120,
totaal
2.465,—
ar het lokaal groter is dan 70 m2 dient dit bedrag te worden vermenig-
'digd met 1,5, derhalve 1,5 x 2.465,— is 3.697,50.
exploitatiekoston
voorlopige norm 1974; 2.550,x 1,5 is 3.825,—
Vergoeding;
12/92 x 3.697,50 is
12/92 x 3.825,— is
482,28
498,91
totaal
981,19
het onderhavige geval blijft dus ten laste van de gemeente een bedrag
af 518,81 1.500,— min 981,19).
Indien echter wordt uitgegaan van een gebruik gedurende het gehele
hooljaar (40 weken), dan bedraagt de verschuldigde huurvergoeding 40 x 4
160 klokuren li 12,50 is 2.000, Hier tegenover staat een rijlcs-
i'goeding van 1.308,26, berekend als volgt;
(92 x 3.697,50 is 643,04
/92 x 3.825,— is
665,22
totaal
1.308,26