No. 12440. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 26 september 1974 (bijlage no. 280 BESLUIT s van A. Terveer en diens echtgenote C. Laagland, beiden wonende te Leeuwarden, Bagijnestraat 4*1» de ondergrond van de stoep, gelegen aan de zuidzijde van het pand Bagijnestraat 41» deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie C, nummer 2339» om niet in eigendom over te nemen, zulks onder de volgende bedingen; 1de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daar aan verbonden rechten, doch vrij van huur en hypotheek; 2. bij trottoiraanleg door de gemeente Leeuwarden blijft het uitkomende materiaal desgewenst het eigendom van de overdragende partij en wordt het door de gemeente Leeuwarden kosteloos vervoerd naar een door de overdragende partij aan te wijzen plaats binnen de gemeente Leeuwarden; 3. wanneer ten gevolge van trottoiraanleg werkzaamheden nodig zijn aan de gevel van het perceel Bagijnestraat 41geschieden deze door en voor rekening der gemeente Leeuwarden; 4. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van overdracht 5. alle lasten van de grond komen vanaf de levering voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 6. de overdragende partij is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 7. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1503 van het Burgerlijk Wetboek; 8. alle op de grondoverdracht vallende kosten komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Restaureren Oldehove (2e fase) Bijlage no. 281. Leeuwarden, 26 september 1974» Aan de Gemeenteraad. Voor de restauratie van de Oldehove zijn bij raadsbesluiten van 26 september 1966, 12 oktober 1970 en 18 september 1972 kredieten beschikbaar gesteld van in totaal 2.200.000,Het is U bekend, dat met de restauratie van de toren in oktober 1972 kon xrorden begonnen dankzij het beschikbaar stellen van gelden in het kader van de verruiming van de werkgelegenheid. Dit werkgelegenheids-subsidie bedroeg 70% van genoemd bedrag, hetgeen betekende, dat, rekening houdend met een uitkering op grond van het besluit verfijning algemene uitkering monumenten 305S)de restauratiekosten van de toren voor 100% zouden kunnen worden gedekt. De begroting voor de uitvoering van de restauratie—werkzaamheden is destijds geheel afgestemd op het van rijkswege beschikbaar gestelde geldbedrag. De opzet van de restauratieplannen was zodanig, dat de bovenste geleding van de toren (ongeveer een derde gedeelte) voor 100% kon worden gerestaureerd en dat afhankelijk van de overblijvende financiële middelen de werkzaamheden zouden worden beperkt tot con solideren en zelfs tot repareren. Door bemoeiingen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist werd de mogelijkheid geopend de toren toch een totale zorgvuldige restauratie te laten on dergaan. Daartoe werd boven het reeds toegekende subsidie nogmaals een subsidie verleend van 437°500,zijnde 50% van de begrote kosten ad 875»000, Administratief werd de nieuwe subsidie-toezegging beschouwd als een subsidie, welke betrekking had op een geheel nieuw werk; uitvoering restauratie Oldehove 2e fase. In afwijking van de subsidie—regeling voor de 1e fase (70%) is het subsidie voor de tweede fase dus gesteld op 50% van de kosten. Dit betekent, dat, weer reke ning houdend met het besluit verfijning algemene uitkering monumenten (30^), thans 20% van de begrote kosten of 175°000,voor rekening van de gemeente komt. Aan gezien het rijkssubsidie lager is geworden, hebben wij gedeputeerde staten van Fries land gevraagd voor de 2e fase een provinciaal subsidie toe te kennen. Hierop is nog geen bericht ontvangen. Voorts is de verwachting gewettigd, dat de werkelijke kosten lager zullen zijn dan de begrote kosten. Het is daarom thans nog niet mogelijk een definitief standpunt te bepalen ter dekking van de voor rekening van de gemeente blijvende kosten. Onder mededeling dat de commissie monumentenzorg over het beschikbaar stellen van het extra krediet is gehoord stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig de hierna afgedrukte ontwerp-beschikking. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 191