- 2 - Artikel 59, sub h. ieneinde te vermijden dat de vakantie-uitkeringen, bedoeld in de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet, eenmaal per jaar (in de maand mei) gedeeltelijk worden gekort op het pensioen op grond van de onder havige verordening, worden zij geacht in maandelijkse termijnen te worden uit betaald, zodat do verplichte kortingen gespreid zullen plaatsvinden. Wij geven IJ in overweging over te gaan tot vaststelling van het hierna aigedrukto ontwerp-verordening. Burgemeester en Wethouders van Leeuvrarden, J.S. Brandsma, Burgemeester. de Jong Secretaris, ïlr. 12478. BE BAAB BEB GEMEENTE LEEUWAEBEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 26 september 1974 (bijlage nr. 285); BESLUIT vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Uitkerings- en pensioenverordening Wethouders. AETIKEL I In de uitkerings- en pensioenverordening Wethouders worden de navolgende wijzigingen aangebracht: A. Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt: a. In lid 1 worden tussen de woorden "laatstelijk" en "wethouder" ingevoegd de woorden: zonder wezenlijke onderbreking. b. Aan lid 1 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien de belanghebbende ten tijde van zijn aftreden als wethouder de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en hij ten minste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking wethouder is geweest, wordt hem na afloop van de periode bedoeld in de vorige volzin, een uitkering toegekend tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd. c. Be leden 2 en 3 worden vernummerd tot leden 3 en 4° d. Tussen lid 1 en het nieuwe lid 3 wordt ingevoegd een nieuw lid 2, luidende 2. Be raad beslist of een onderbreking als wezenlijk moet worden beschouwd. Van een zodanige onderbreking is geen sprake, indien deze ten hoogste twee maanden heeft geduurd. e. Lid 4 (nieuw) vervalt. B. Tussen do artikelen 2 en 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 2a 1. In bijzondere gevallen kan de raad besluiten dat de uitkering zal worden voortgezet voor een, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, onder b, vast te stellen termijn, welke oj> dezelfde wijze kan worden verlengd. 2. Voor de in lid 1 bedoelde voortzetting van de uitkering komt zonder nadere beslissing van de raad in aanmerking de gewezen wethouder, die op de dag, waarop het genot van de uitkering zonder toepassing van lid 1 zou eindigen, invalide is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 211