Aan artikel 39 wordt toegevoegd:
h. Be vakantie-uitkeringen, bedoeld in de Algemene Ouderdomswet en de
Algemene Weduwen- en Wezenwet, worden geacht op overeenkomstige wijze
als het algemeen pensioen in termijnen te worden uitbetaald.
In artikel 40 worden de navolgende wijzigingen aangebracht:
a. Lid 1 wordt gelezen als volgt:
1Indien een gehuwde vrouw, die geen zelfstandig recht heeft op een al
gemeen pensioen noch duurzaam gescheiden van haar echtgenoot leeft,
recht heeft op een pensioen, wordt laatstbedoeld pensioen voor de toe
passing van deze paragraaf geacht aan haar echtgenoot te zijn toege
kend met ingang van de eerste dag van de maand, waarin zij de leeftijd
van 65 jaar bereikt, of zoveel later als het pensioen is ingegaan.
b. Lid 3 wordt gelezen als volgt:
3. Indien aan de echtgenoot hetzij een pensioen, hetzij een pensioen
krachtens een andere regeling, als bedoeld in artikel 41, lid 5,
waarop met deze paragraaf overeenkomende bepalingen van toepassing
zijn, hetzij enig ander pensioen als bedoeld in artikel 42, lid 1, dat
uit hoofde van zijn recht op algemeen pensioen wordt verminderd, is
toegekend, wordt de diensttijd waarnaar het pensioen van de vrouw is
berekend, of geacht wordt te zijn berekend, voor het deel dat samen
valt of geacht wordt samen te vallen met de diensttijd van de echtge
noot, voor de toepassing van deze paragraaf niet in aanmerking genomen.
Artikel 41? lid 4? wordt gelezen als volgt:
4. Indien aan een belanghebbende pensioen is of geacht wordt te zijn
toegekend en tevens pensioen krachtens een andere regeling, als be
doeld in het volgende lid is toegekend, of voor de toepassing van met
deze paragraaf overeenkomende bepalingen van die regeling geacht wordt
te zijn toegekend, vinden de vorige leden voor zoveel mogelijk over
eenkomstige toepassing.
In artikel 50, lid 1, vervallen de woorden "dadelijk ingaand".
Artikel 57 wordt gewijzigd als volgt:
a. In lid 1 wordt de zinsnede "waarover de overledene de pleegouderlijke
zorg droeg" gelezen: "waarover de overledene ten tijde van het over
lijden de pleegouderlijke zorg droeg".
b. Toegevoegd wordt een derde lid, luidende:
3. Lid 1 is van overeenkomstige toepassing in geval van vermissing
van een gepensioneerd wethouder.
Artikel 58, lid 2, wordt gelezen als volgt:
2. Indien een vermiste in leven blijkt te zijn, kan hetgeen aan tijde
lijk pensioen en aan uitkering, bedoeld in artikel 57, is betaald,
worden teruggevorderd.
Het opschrift boven artikel 63 wordt gelezen: Herziening, wijziging en
herstel
- 5 -
0. Artikel 63 wordt gelezen als volgt:
1Burgemeester en wethouders herzien een door hen ter uitvoering van de
ze verordening genomen beslissing, indien:
a. aan die beslissing een feitelijke onjuistheid ten grondslag ligt;
b. na die beslissing blijkt dat aan die beslissing andere feiten ten
grondslag dienen te worden gelegd.
2. Indien na een beslissing van burgemeester en wethouders de feiten
waarmede in die beslissing rekening is gehouden zodanig zijn gewijzigd,
dat deze beslissing anders zou luiden als zij nog genomen zou moeten
worden, wijzigen burgemeester en wethouders de beslissing, rekening
houdende met de gewijzigde feiten.
3. Burgemeester en wethouders herstellen een door hen genomen beslissing
omtrent toekenning - inbegrepen aanpassing op grond van artikel 46 -,
herziening, wijziging of betaalbaarstelling van een pensioen, indien
daarin een onjuistheid, anders dan bedoeld in de vorige leden, voor
komt
4. Burgemeester en wethouders stellen belanghebbende in kennis van de
gronden, waarop een beslissing als bedoeld in de vorige leden, steunt.
5. Indien vijf jaren zijn verstreken na de dagtekening van een overeen
komstig de vorige leden voor herziening, wijziging of herstel vatbare
beslissing, kunnen burgemeester en wethouders die loden buiten toepas
sing laten.
P. Artikel 64 wordt gewijzigd als volgt:
a. Be eerste volzin van lid 1 wordt gelezen:
Een herzieningsbeslissing, een wijzigingsbeslissing en een herstelbe
slissing vermelden de dag van de inwerkingtreding.
b. Lid 2 wordt gelezen:
2. Een herzieningsbeslissing leidt niet tot terugvordering of verreke
ning van reeds betaalde bedragen, tenzij de betrokkene redelijker
wijze had moeten begrijpen, dat hem te veel werd uitbetaald.
c. Ha lid 3 worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van de vorige twee leden en onverminderd artikel 58
zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot terugvordering of ver
rekening van te veel betaalde bedragen, indien de herzieningsbeslis
sing, onderscheidenlijk de wijzigingsbeslissing is genomen binnen
vier maanden na de dagtekening van de herziene beslissing, onder
scheidenlijk binnen vier maanden nadat burgemeester en wethouders
bericht hebben ontvangen van wijziging in de feiten.
5. Herstel van een beslissing als bedoeld in artikel 63, lid 3? binnen
vier maanden na de dagtekening van de herstelde beslissing, leidt
tot terugvordering of verrekening van te veel betaalde pensioonbe-
dragen. Herstel van een beslissing, als bedoeld in de vorige volzin,
na de daargenoemde termijn, leidt slechts tot terugvordering of ver
rekening van te veel betaalde pensioenbedragen, indien de betrokkene
redelijkerwijze had moeten begrijpen, dat hem te veel werd uitbe
taald.