2 - ^Ingediende Tegen herontwerp-bestemmingsplan zijn 4 bezwaarschriften bezwaren - ingediend, n.l. door; a. b.v. Bouwbedrijf v/h fa. W. de Vries en Zn., Steijnstraat 2; b. de heer J. Verbeek, Singelstraat 8-8bov„5 c. de heer Mr. B.D. van Raaij, de heer J. Jansen en mevrouw T. Jellema-Nestra, Spanjaardslaan respectieveliik de nrs. 25 I, 21 en 19? d. bewoners van de Bothastraat en twee bewoners van de Noordersingel; allen te Leeuwarden. Be bezwaarschriften zijn alle tijdig ingediend. Reclamanten zijn door de wethouder van Ruimtelijke Ordening gehoord. Voor zover hierbij nieuwe gezichtspunten naar voren zijn gekomen is dit bij de hiernavolgende behandeling van de bezwaarschriften genoemd. a° Bezwaarschrift b.v. Bouwbedrijf v/h fa. de Vries en Zn. Bezwaar wordt gemaakt omdat uit het ontwerp-plan blijkt dat de panden Steynstraat 2 en 4? waarin het bedrijf is gevestigd, zullen moeten worden afgebroken. Juist omdat het bedrijf centraal is gelegen ten opzichte van de opgebouwde klantenkring vreest het door een gedwongen verplaatsing ernstig te worden gedupeerd. Be bebouwing tussen Steijnstraat en Joubertstraat voldoet niet meer aan de huidige wooneisen en is bovendien van een dusdanige slechte kwaliteit dat renovatie ervan niet meer reëel zou zijn. Om die reden is deze bebouwing in het plan niet gehandhaafd. Om in de behoefte aan bejaardenwoningen in de Transvaalwijk te voorzien zijn ter plaatse bejaardenwoningen geprojecteerd. Ook is een deel van de na sloop vrijkomende grond aangegeven als woonstraat. Juist om de woonsituatie te verbeteren is het noodzakelijk dat het bouwbedrijf wordt verplaatst. Hot bedrijf vormt thans met name door de aanwezigheid van opslagruimte, werkplaats en de aan- en afrijdende bedrijfsauto's een te zware belasting voor het woonmilieu. Ook zou bij handhaving van het bedrijf, naast het feit dat de vorming van een voetgangersgebied onmogelijk sou worden, het aantal te bouwen bejaardenwoningen in de Steijnstraat uerug moeten worden gebracht. Hierdoor zou het nog moeilijker worden bejaarden van wie de bestaande huisvesting in het kader van de rehabilitatieplannen moet worden afgebroken in de wijk opnieuw een woning aan te bieden. Handhaving van het bouwbedrijf op de bestaande plaats zou dan ook een ontoelaatbare aantasting van het rehabilitatieplan betekenen. Gelet op het vorenstaande kunnen de bezwaren van het bouw bedrijf geen aanleiding vormen het ontwerp-bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Wij stellen IJ dan ook voor het bezwaarschrift op dit punt ongegrond te verklaren. Be onderhandelt ngen tot aankoop van de bedrijfspanden ver wachten wij binnen afzienbare tijd te kunnen afronden. Het bouwbedrijf heeft inmiddels elders een nieuwe vestigingsplaats kunnen vinden. In het kader van de aankoop zal het bedrijf tevens schadeloos gesteld worden voor de uit de gedwongen verplaatsing voort vloeiende kosten. - 3 - b. Bezwaarschrift J. terbeek. Tegen het ontwerp-plan wordt bezwaar gemaakt, omdat niet is aangegeven dat in het door reclamant bewoonde pand Singelstraat 8-8bov. een eiergroothandel wordt uitgeoefend en omdat het erf achter zijn woning geheel als tuin is aangegeven, terwijl dit in werkelijkheid voor het grootste gedeelte in gebruik is als bedrijfsruimte. Het betrokken pand heeft uiterlijk onmiskenbaar het karakter van woning. Be benedenverdieping is bij de heer Verbeek als woning is gebruik. Be bovenetage is niet bewoond. Het pand is op de plankaart aangegeven als E2G (eengezinswoning in 2 bouw lagen, gesloten bebouwing), terwijl het achtererf is bestemd als tuin en/of erf klasse II. Het aangeven van een bedrijfs- bestemming voor de woning en erf, zoals door de heer Verbeek wordt gewenst, achten wij uit stedebouwkundige overweging on juist. Immers hierdoor zou de weg worden vrij gemaakt voor een volledige verbouw tot bedrijfspand van de woning, terwijl de (rehabili tatie) plannen er juist op zijn gericht de oostzijde van de Singelstraat als woonbebouwing te handhaven. Tegen de uit oefening van het bedrijf van de heer Verbeek in de huidige vorm bestaat geen bezwaar. Op grond van de in de voorschriften van het bestemmingsplan opgenomen overgangsbepalingen is voort zetting van het bestaande bedrijf dan ook mogelijk. Be heer Verbeek zal tengevolge van de vaststelling van het bestemmings plan zoals thans wordt voorgesteld dan ook niet in zijn gevestigde rechten worden aangetast. Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. c. Bezwaarschrift mr. B.B. van Raai.i, J. Jansen en T. Jellema- Hestra. Reclamanten maken in de eerste plaats bezwaar tegen de bestemming "woonstraat" van een door sloop vrij te maken binnen terrein noordelijk van de Looijerstraatomdat volgens de toelichting op het plan ter plaatse een wat grotere speelge- legenheid zal worden aangelegd. Gevreesd wordt dat hierdoor het bestaande rustige woongenot zal worden aangetast. Recla manten Jansen en Jellema-lTestra hebben daarnaast ernstig bezwaar tegen het bestemmen van een deel van de achtertuin van hun woningen tot "woonstraat". Zij wensen hun tuinen in de huidige omvang te handhaven en verzoeken het ontwerp-bestem mingsplan in die zin aan te passen. Zij stellen dat ook geen behoefte bestaat aan een speelgelegenheid op dit punt en dat overigens op korte afstand buiten de wijk op verschillende plaatsen, zoals Rengersparlc, kinderboerderij en schoolpleinen, voldoende speelgelegenheid aanwezig is. Het tweede bezwaar richt zich tegen de bestemming "Bijzondere Boeleinden IV" (gebouwen ten dienste van het verenigingswerk) welke is gelegd op het buurtcentrum "Rengerspark"Singelstraat 22. Als reden van dit bezwaar wordt aangevoerd het feit dat op gezette tijden - tot 2 uur in de nacht - bruiloften en andere feesten in het buurtcentrum worden georganiseerd, waardoor overlast voor de omgeving wordt veroorzaaktIn het bijzonder wordt deze overlast ondervonden door de heer Van Raaij, als eigenaar/bewoner van het aangrenzende woonhuis, dat een gemeen schappelijke scheidingsmuur heeft met het buurtcentrum. Ver zocht wordt in het plan voorschriften op te nemen, op grond waarvan aan het buurtcentrum zodanige voorzieningen moeten worden getroffen dat de naastliggende en verdere buren geen last en hinder zullen ondervinden en dat geen bruiloft of

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1974 | | pagina 216