- 6 -
d. Bezwaarschrift bewoners Bothastraat.
Het bezwaarschrift richt zich tegen de bestemming "B.D.-I"
(gebouwen ten dienste van een uitvaartvereniging) aan het einde
van de Bothastraat, omdat - dit werd op de hoorzitting naar
voren gebracht - het ontwerp-bestemmingsplan op dit onderdeel
afwijkt van het door de wijk aanvaarde "Toekomstplan Trans-
vaalwijk"
Het toekomstplan geeft aan het einde van de thans nog dood
lopende Bothastraat een doorbraak naar de Noordersingel aan.
Tevens is in het toekomstplan ter verbetering van de parkeer
situatie in deze straat aldaar parkeergelegenheid en een aantal
autoboxen geprojecteerd. In verband met deze plannen zullen
een aantal kwalitatief slechte woningen moeten worden afge
broken. Reclamanten maken bezwaar tegen de ontwerp-bestemming
BD-I, omdat daardoor de Bothastraat evenals voorheen zal
worden opgesloten door bedrijfspanden. Ook zal door de nieuwe
opzet de in het toekomstplan aangegeven parkeermogelijkheid
worden beperkt waardoor evenals thans een aantal auto's in de
Bothastraat zullen moeten worden geparkeerd. Tenslotte maakt
men bezwaar tegen de volgens reclamanten onlogische scherpe
hoek van de verbinding tussen Bothastraat en Hoordersingel.
Reclamanten wensen een aansluiting recht in het verlengde
van de Bothastraat. Zij spreken er hun teleurstelling over
uit, dat nu met het toekomstplan Transvaalwijk als uitgangs
punt grote financiële offers zijn gebracht voor de
verbetering van hun woningen, het ontwerp-bestemmingsplan
ter plaatse de bestemming B I) - I aangeeft. De reclamanten
noemen drie mogelijkheden om tot een voor hen aanvaardbare
oplossing te komen t.w.
a. geen bebouwing van de Friese Uitvaartverzorging (FUV) en de
vrijkomende ruimte te benutten voor parkeergelegenheid
en boxen en de verbinding met de Hoordersingel in het
rechte verlengde van de Bothastraat aan te geven;
b. het bouwblok BD- I te situeren in het verlengde van de
noordelijke bebouwing van de Bothastraat;
c. het bouwblok in twee gedeelten op te splitsen en deze te
projecteren aan de uiterste noordzijde en de uiterste
zuidzijde van de door sloop vrij te maken ruimte, waardoor
ook de beoogde rechte doorgang Bothastraat-Hoordersingel
wordt verkregen.
Naar aanleiding hiervan merken wij het volgende op.
In het aanvankelijke ontwerp-bestemmingsplan was het einde van
de Bothastraat bebouwingsvrij gehouden. De aansluiting op de
Hoordersingel was min of meer in het rechte verlengde van de
Bothastraat aangegeven. Uit het overleg, als bedoeld in
artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening, kwam
evenwel naar voren dat deze open ruimte - gelet op de bestaande
gevelwand langa de Hoordersingel èn de relatie met de
historische stadskern en het bolwerk - in geen geval
acceptabel werd geacht. Ook wij menen, dat het stedebouwkundig
gezien de voorkeur verdient deze open ruimte op te vullen.
Een aanvaardbare oplossing leek in eerste instantie ter plaatse
een bouwblok met de bestemming BD-I aan te geven, zodat een
gesloten gevelwand zou worden verkregen en tevens kon worden
tegemoet gekomen aan de behoefte van de Friese Uitvaart
verzorging om aldaar een uitbreiding te verwezenlijken. Deze
oplossing is in het ter visie gelegde ontwerp-bestemmingsplan
opgenomen. Tevens gaf dit ontwerp de mogelijkheid in het
aangegeven bouwblok een aantal autoboxen op te nemen ten
behoeve van de bewoners van de Bothastraat.
- 7 -
Uit nadere besprekingen bleek, dat de uitvaartvereniging
niet voornemens is in een te bouwen dienstgebouw een aantal
autoboxen op te nemen, omdat dit allerlei praktische bezwaren
zou opleveren. In overleg met deze vereniging is thans ge
kozen voor een vrat minder diep bouwblok waarbinnen de bebouwing
deels niet hoger dan 9 en deels niet hoger dan 6,5 m mag
worden opgetrokken, zodat de beëindiging van de Bothastraat
visueel aantrekkelijker zal kunnen worden. Tevens is dit bouw
blok smaller geprojecteerd, waardoor een wat volwaardiger
aansluiting op de Hoordersingel mogelijk wordt, in plaats
van de "steeg-indruk" die het ontwerp-plan geeft.
Daarnaast is de bestemmingsaanduiding BD-I gewijzigd in kantoor(K).
Dit om ondubbelzinnig tot uitdrukking te brengen dat ter plaatse
uitsluitend administratieve werkzaamheden kunnen worden
uitgeoefend. Wel kan in het gebouw een dienstwoning worden
opgenomen. Tenslotte is aan het einde van de Bothastraat de
aanduiding "AB" op de plankaart aangebracht. Hierdoor blijft
de mogelijkheid open - door middel van een wijzigingsplan
ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening - mee
te werken aan de bouw van autoboxen voor de buurtbewoners
Bovenbedoelde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-plan,
dat ter visie heeft gelegen, zijn reeds verwerkt in het ontwerp-
bestemmingsplan dat U ter vaststelling wordt aangeboden.
Haar onze mening is er geen sprake van dat de nieuwe
stedebouwkundige opzet de rehabilitatie van de Bothastraat
frustreert. Het door de wijk aanvaarde Toekomstplan gaat er
overigens ook van uit dat in de Bothastraat wordt geparkeerd
en ook dit plan voorziet niet in een rechte aansluiting van de
straat op de Noordersingel.
De door reclamanten aangegeven alternatieven kunnen niet
worden uitgevoerd. De eerste twee mogelijkheden niet omdat
dan de uit stedebouwkundig oogpunt gewenste gesloten gevelwand
langs de Hoordersingel niet kan worden gerealiseerd. De
derde niet, omdat dan geen praktisch bouwblok zou worden
verkregen.
Gelet op het vorenstaande stellen wij U voor het bezwaar
schrift ongegrond te verklaren.
aststelling Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke
:-stemmingsplan Ordening over het vorenstaande is gehoord, stellen vrij U voor
de ingediende bezwaarschriften ongegrond te verklaren en het
bestemmingsplan "Transvaalwijk" (rehabilitatieplan) vast
te stellen overeenkomstig het U thans aangeboden ontwerp.
Een conceptbesluit is hierna afgedrukt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester»
de Jong
Secretaris.