In verband roet de voorgestelde verhoging van het algemeen kg-tarief
tot 0,15, stellen wij IJ voor de rechten voor uitvoer van vlees naar
gemeenten buiten de keuringsdienst Leeuwarden (artikel 8) alsmede de rechten,
voor de nadere keuring als bedoeld in artikel 10 van de verordening in ongeveer
dezelfde mate te verhogen.
Voorts achten wij het gewenst de andere tarieven in verband met de gestegen
kosten ook te verhogen. Deze tarieven hebben betrekking op dienstverleningen
anders dan het keuren en slachten en betreffen o.a. de vergoeding voor het
gebruik maken van de stalling, het bewaren van vlees, het gebruik maken
van de weeginrichting, het op verzoek openstellen van het Openbaar Slachthuis
buiten de voor openstelling voorgestelde uren, etc.
In artikel 19 zijn de rechten voor afkeuringsbewijzen opgenomen. De
opbrengst bedroeg in 1973 ruim 1.200,
Aangezien de opbrengst in geen verhouding staat tot de kosten die aan de
wekelijkse inning zijn verbonden, zijn wij van mening dat voor het afgeven
van een afkeuringsbewijs geen apart recht meer dient te worden geheven. De
vergoeding voor het afgeven van een dergelijk bewijs wordt geacht te zijn
begrepen in het keur-en slachtrecht.
Een overzicht van de huidige tarieven en de voorgestelde tarieven ligt
voor IJ ter inzage.
I/ij verwachten uit de voorgestelde tariefsverhogingen een meeropbrengst
welke voldoende is om voor 1975 een sluitende exploitatie van het Slachthuis
te krijgen.
Onder mededeling, dat de Commissie voor het Markt-, Haven- en Slacht-
huisbedrijf zich met ons voorstel kan verenigen, stellen wij U voor te
besluiten tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering
van Slachthuisrechten, overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.
Ho. 12579.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 26 september 1974 (bijlage no. 291);
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Verordening
op de heffing en invordering van Slachthuis
rechten (3e wijziging).
Artikel I.
In artikel 4 worden de onderdelen I en III als volgt gewijzigd?
a. in onderdeel I, sub A worden de bedragen van 1,50" en 0,75"
gewijzigd in respectievelijk 2,en 1,
b„ in onderdeel I, sub B worden de bedragen van 2,50" en 2,
gewijzigd in respectievelijk 3,en 2,50;
c. in onderdeel III wordt voor 1,50" gelezen 2,
Artikel II.
In artikel 5 wordt voor 2,70, 4,75 en f 0,135", vermeld
onder a t/m c, gelezen respectievelijk 3,f 5,25 en f 0,15.
Artikel III.
Artikel 6 wordt gewijzigd en gelezen als volgti
"In afwijking van het bepaalde in artikel 5 bedraagt het recht voor het
gebruik maken van het Openbaar Slachthuis voor de in genoemd artikel
omschreven doeleinden, indien de slachting geschiedt door verzendgrossiers
die per kalenderjaar in het Openbaar Slachthuis slachtdieren slachten
met een totaal geslacht gewicht van tenminste 1 miljoen kilogram en door
Burgemeester en Wethouders als zodanig zijn erkend;
a. voor een nuchter kalf 1,50
b. voor een niet onder a genoemd slachtdier per
kilogram gewicht of gedeelte daarvan;
voor een hoeveelheid van minder dan 500.000 kg 0,15
van 500.000 kg tot 1.750.000 kg 75.000,
vermeerderd voor elke kg of gedeelte daarvan
boven 500.000 kg met 0,10
van 1.750.000 leg en meer f 200.000,vermeerderd
voor elke kg of gedeelte daarvan boven
1.750.000 kg met 0,075
te berekenen per kalenderjaar".
Artikel IV.
In artikel 7 wordt voor 30,15,f 7,50, 4,75 en f 2,70",
vermeld in het eerste lid onder a t/m e, gelezen respectievelijk 35,
16,50, 8,25, 5,25 en 3,--.