Artikel 3.
1. De "bewoner van een gemeentewoning kan onder de voorwaarden in deze rege
ling genoemd in aanmerking komen voor een bijdrage ter tegemoetkoming in
de kosten, die voortvloeien uit bet ontruimen van de woning en uit het
bewonen van de na ontruiming van de woning in gebruik genomen andere
woonruimte.
2. Het in het eerste lid bepaalde vindt slechts toepassing voorzover sprake
is van vrijwillige ontruiming en deze ontruiming geschiedt ten behoeve
van de uitvoering van een stedebouwkundige maatregel of ten behoeve van
de verwezenlijking van een andere voorziening ten algemene nutte en voor
zover door de gemeente of anderszins niet op andere wijze in de kosten
van ontruiming en van in gebruik genomen andere vroonruimte is of wordt
bijgedragen.
Artikel 4-.
1. De bijdrage, als bedoeld in artikel 2, wordt toegekend aan de bewoner,
die vrijwillig een krot ontruimt.
2. De bijdrage als bedoeld in artikel 2 wordt slechts toegekend, indien het
kirot onmiddellijk na de ontruiming wordt afgebroken, dan wel afbraak
verzekerd is.
3. De afbraak wordt geacht verzekerd te zijn indien:
a. de woning eigendom is van de gemeente en blijvend aan haar bestemming
tot vroonruimte is onttrokken;
b. de woning onbewoonbaar is verklaard.
Artikel 5
Een bijdrage, als bedoeld in artikel 2, wordt niet toegekend, indien:
a. de bewoner de te ontruimen woning op het tijdstip van de ontruiming
nog geen twee jaar bewoont;
b. de in gebruik te nemen vroonruimte naar het oordeel van B. en W. niet
aan redelijk te stellen eisen van bewoonbaarheid voldoet;
c. ten aanzien van het krot artikel 8 van de Beschikking Geldelijke steun
eigen woningen 1968, toepassing heeft gevonden;
d. de aanvraag tot toekenning van een bijdrage is gedaan later dan drie
maanden na de ontruiming van het krot;
Een bijdrage, als bedoeld in artikel 3> wordt niet toegekend indien:
a. de bewoner de te ontruimen woning op het tijdstip vo.n de ontruiming
nog geen twee jaar bewoont;
b. aan de bewoner bij het aangaan van de huurovereenkomst door de gemeente
mededeling is gedaan van haar voornemen de woning ten behoeve van de
uitvoering van een stedebouwkundige maatregel of ten behoeve van de
uitvoering van een andere voorziening ten algemenen nutte te doen ont
ruimen, tenzij tussen de datum van het aangaan van de huurovereenkomst
en de datum van ontruiming reeds meer dan vijf jaar is verstreken;
c. de aanvraag om toekenning van een bijdrage is gedaan later dan drie
maanden na de ontruiming van de woning.
Artikel 6.
bijdrage wordt toegekend in de vorm van:
een tegemoetkoming in de kosten van verhuizen en woderinrichten;
een tegemoetkoming in de kosten van duurder wonen.
- 5 -
Artikel 7
1. De tegemoetkoming in de kosten van verhuizen en wederinrichten bedraagt:
a. 1.500,voor de bewoner, die eën andere woning huurt of koopt;
b. 1.000,voor de bewoner, die verhuist naar een bejaardentehuis,
verpleeginrichting of dergelijke;
c. 750,--- voor de bewoner, die verhuist naar een pension of een ge
deelte van een woning of dergelijke.
2. De tegemoetkoming voor duurder wonen bedraagt:
a. voor de bewoner, die een andere woning huurt of koopt:
het halve verschil tussen de jaarhuur, c.q. de huurwaarde van de oude
en de nieuwe woning;
b. voor de bewoner, die verhuist naar een bejaardentehuis, verpleegin
richting, pension of dergelijke dan wel een gedeelte van een woning
200,
Indien geen huurprijs of huurwaarde bekend is, geldt voor de toepassing
van het bepaalde onder a. een bedrag gelijk aan 8fa van de verwervings
kosten van de nieuwe woning c.q. de verkoopprijs van- het ontruimde krot.
3. Op de tegemoetkomingen als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt een
korting toegepast indien na de datum, waarop in verband met voorgenomen
amovatie van het krot huuropzegging heeft plaats gevonden, meer dan zes
maanden zijn verstreken en de aanvrager niet op een naar het oordeel var-
het College van Burgemeester en Wethouders passend a.anbod van vervangende
woonruimte is ingegaan.
4. De korting, als bedoeld in het derde lid, bedraagt 257®, respectievelijk
50/0 dan wel 757® als de datum van verhuizing ligt tussen 6 en 12 maanden,
respectievelijk tussen 12 en 18 maanden dan wel tussen 18 en 24 maanden
na de datum van huuropzegging. Ligt de datum van verhuizing meer dan
24 maanden na de datum van huuropzegging dan vindt geen toekenning van
een krotontruimingspremie meer plaats.
Artikel 8
De uit te keren bijdragen mogen tezamen een bedrag van 2.500,per geval
niet overschrijden.
Hoofdstuk II.
Tegemoetkoming aan huurders van verbeterde woningen.
Artikel 9.
Aan de huurder van een door hem bewoonde woning, waaraan ingrijpende voor
zieningen worden getroffen tot verbetering van do indeling of van het woon-
gerief of tot opheffing van technische gebreken kan onder de voorwaarden,
in deze verordening genoemd, een bijdrage worden toegekend in de kosten,
die voor de huurder voortvloeien uit het wederinrichten en het bewonen van
de woning na het treffen van deze voorzieningen.
Artikel 10.
De bijdrage bedraagt 2.500,zij wordt toegekend als:
a. de kosten van verbetering meer dan "10.000,-- bedragen;
b. de huurprijs van de woning als gevolg van verbetering tenminste 25,
per maand meer bedraagt dan vóór het tijdstip van de verbetering;
c. bij het treffen van de voorzieningen, als bedoeld in artikel 9, één van
de volgende regelingen toepassing heeft gevonden:
1. de Beschikking geldelijke steun verbetering woningen en woonbuurten;
2. de Beschikking geldelijke steun rehabilitatie.