- 2 -
10. de te sbichten opstallen dienen te worden ontworpen onder supervisie van
de architect der gemeente Leeuwarden;
11. de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden
voor een door de koopster aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde notaris;
12. koopster is verplicht het aan het verkochte grenzende gedeelte, groot
3>1 m2, van het kadastrale perceel gemeente Huizum, sectie G, nummer 362,
welk perceelsgedeelte op de aangehaalde tekening blauwgearceerd en met de
letter D is aangeduid, voor een bedrag van in totaal 29.716,-- (exclusief
B.T.W.en verder onder de voorwaarden, hiervoor vermeld onder 2 t/m 11,
van de gemeente Leeuwarden te kopen zodra de gemeente Leeuwarden de eigendom
van dit perceelsgedeelte zal hebben verworven;
13* koopster is verplicht bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van het
gekochte (de percelen A, B en C) de bedingen 12, 13 en 14 tegenover de ver
krijger^) ten behoeve van de gemeente te bedingen, in de akte van vervreem
ding op te nemen en dit beding namens de gemeente aan te nemen alsmede deze
verkrijger(s) te verplichten bij opvolgende vervreemding hetzelfde te bedingen,
op te nemen en aan te nemen;
14. bij niet-naleving van één der verplichtingen, bedoeld in de bedingen 12 en 13,
verbeurt de nalatige c.q. overtreder aan de gemeente Leeuwarden voor iedere
overtreding een boete van 10.000,
deze ooete is verschuldigd door het enkele feit der niet-naleving, zonder dat
enige uitdrukkelijke ingebrekestelling behoeft plaats te vinden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Toekomstige ontwikkeling van Wirdum.
ijlage nr. 356. Leeuwarden, 28 november 1974-
Aan
de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 24 februari 1970 heeft U een motie aangenomen, waarin
ons college wordt gevraagd een bestemmingsplan voor Wirdum te ontwikkelen. liet
het oog hierop is door de (toenmalige) dienst Openbare Werken een "studie voor
zieningenpatroon voor het bestemmingsplan Wirdum" opgesteld. Deze studie, welke
als basis is genomen voor een bestemmingsplan, gaat uit van een uitbreiding van
Wirdum met 650 woningen, zulks te realiseren in 12 jaar. Dit uitgangspunt is ook
door U aanvaard bij de vaststelling van het Structuurplan voor do gehele gemeente.
Als gebieden, waarbinnen deze uitbreiding zal moeten worden gerealiseerd, zijn
daarbij aangewezen een gebied ten zuiden van de Legedyk en ten westen van de
Tsjaerderdyk, een gebied ten noorden van de Legedyk en een gebied ten noorden van
de Swichumerdyk.
Als eerste uitwerking van deze stedebouwlcundige visie hebben wij voor het
eerstbedoelde gebied een ontwerp voor een stedeboui/kundig plan ontwikkeld, t.w.
het bestemmingsplan "Wirdum-Marwerd". Dit plan, dat inmiddels is aangeboden voor
het voeren van het overleg, als bedoeld in artikel 8 van het Besluit op de Ruim
telijke Ordening, voorziet in de bouw van - afhankelijk van de verkaveling -
175 tot 225 in hoofdzaak gesubsidieerde woningen. Het plan zou in twee jaar kunnen
worden gerealiseerd.
Ter uitvoering van dit plan zijn krachtens besluiten genomen in de raadsver
gaderingen van 22 april, '13 mei en 24 juni 1974 een aantal percelen grond aange
kocht met een totale oppervlakte van ongeveer 5 ha. Laar aanleiding hiervan hebben
Gedeputeerde Staten de volgende opmerkingen gemaakt. In de structuurschets voor
Wirdum, welke is gevoegd bij het ontwerpbestemmingsplan "Wirdum-Marwerd", wordt
uitgegaan van een groei van Wirdum tot 845 woningen, te bereiken in 10 jaar. Een
zekere groei van het dorp wordt reëel geacht, doch een dergelijke uitleg lijkx
bedoeld college voorshands uit een oogpunt van ruimtelijke ordening onaanvaardbaar.
Ook de gesuggereerde behoefte aan woningen is duidelijk groter dan de gegevens
over de bevolkingsontwikkeling van Wirdum gedurende de laatste jaren kunnen
rechtvaardigen. Het beleid dient - naar de mening van Gedeputeerde Staten - te
zijn gericht op een ruimtelijke ontwikkeling in verhouding tot de natuurlijke
aanwas van de bevolking, waarbij het dorpskarakter behouden dient te blijven.
Teneinde een beslissing te kunnen nemen op vorengenoemde aankoopbesluiten, gaven
Gedeputeerde Staten ons in overweging op korte termijn deze zaak in verband met
hun opmerkingen nog eens te bekijken.
Wij menen dat het standpunt van Gedeputeerde Staten kan worden overgenomen.
Spoedshalve hebben wij dit college dan ook in die sin reeds bericht, onder
mededeling, dat nader overleg met de bevolking van Wirdum zou worden gevoerd en-
dat de hierboven ontwikkelde gedachte aan de raad ter beslissing zou worden voor
gelegd. Dit betekent dat het aanvankelijke woningbouwprogramraa voor Wirdum moet
worden omgebogen tot een produktie van ongeveer 20 A 30 woningen per jaar geduren
de de komende periode van 10 jaar.
De gewijzigde opstelling hebben wij besproken met het bestuur van de vereni
ging Dorpsbelang Wirdum-Swichum. Dit sprak zijn teleurstelling uit over deze gang
van zaken, temeer nu het vreest, dat hierdoor de uitwerking van hot bestemmings
plan zal worden vertraagd, hetgeen ten koste zal gaan van de leefbaarheid van het
dorp.