8
■jmiEassmzam&SMzm
b!
Ontwerp-begroting 1975.
Bijlage nr. 243. Leeuwarden, 19 augustus 1974»
Aan de Gemeenteraad.
Ter voldoening aan de artikelen 238 en 253 van de gemeentewet bieden
v/ij IJ hierbij ter vaststelling aan de ontwerp-begroting van de algemene
dienst der gemeente voor het dienstjaar 1975 en de ontwerp-begrotingen van
de diensten en bedrijven, die als takken van dienst in de zin van artikel
252 van de gemeentewet zijn aangewezen.
I. INLEIDING
In deze aanbiedingsbrief worden door ons geen nieuwe beleidsvoornemens aan
de orde gesteld. In het hierna volgende hoofdstuk worden de redenen daarvoor
aangegeven.
Opgemerkt wordt, dat waar in de aanbiedingsbrief de term "ongewijzigd beleid"
wordt gebruikt, hiermee wordt bedoeld, dat de in het verleden gebruikelijke
wijze van ramen voor de bestaande voorzieningen is gehandhaafd, doch dat in
afwijking van hetgeen in de achter ons liggende jaren wel geschiedde, reeds
eerder uitgestippelde beleidsvoornemens die nog niet door raadsbesluiten
werden geconcretiseerd, in de ontwerp-begroting voor 1975 niet zijn ver
werkt
II. ENIGE ALGEMENE FINANCIËLE ASPECTEN VAN HET BELEID.
Evenals in de twee voorafgaande jaren zullen in 1975 de financiële omstan
digheden waarin onze gemeente verkeert verre van rooskleurig zijn. Ook voor
dit jaar wijst de ontwerp-begroting - die op basis van ongewijzigd beleid is
samengesteld - een aanzienlijk tekort aan.
Voor de jaren 1973 en 1974 is overeenkomstig het daartoe door ïïw Naad geno
men besluit aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën verzocht
aan onze gemeente een aanvullende bijdrage als bedoeld in artikel 12 van de
Financiële Verhoudingswet 1960 te verlenen. V/at betreft het verzoek voor het
jaar 1973 hebben de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en van Finan
ciën een beslissing genomen. De aanvullende bijdrage over dat jaar is voor
onze gemeente vastgesteld op 4*000.000,De bewindslieden hebben daarbij
overwogen, dat de verstoringen van het begrotingsevenwicht zich voornamelijk
voordoen buiten de zgn. overheidssector (die uit de algemene uitkering moet
worden bestreden). Als niet overheidssectoren worden beschouwd de bedrijven-
sector en de doeluitkeringssector. Voorzoveel de verstoringen van het