SUBSIDIES.
Bijlage 10.
Bij de raming van de subsidies is in grote lijn uitgegaan van het niveau
van 1974 met inachtneming van de in de loop van 1974 door genomen besluiten
tot subsidieverlening voof personeels- en andere uitbreidingen of voor nieuwe
activiteiten.
Daarbij is rekening gehouden met verwachte loon- en prijsstijgingen.
Uit het hierna volgende overzicht blijkt, dat er ten opzichte van de
primitieve begroting 1974 in de subsidiesector een stijging is van
2.387.910,Een belangrijk deel hiervan 1.118.000,heeft betrekkirg
op de stadsautobusdienst, die toch wel een apart hoofdstuk vormt in deze
sector. Laten we deze dienst buiten beschouwing, dan bedraagt de stijging rond
1.270.000,of 23iifo, een stijgingspercentagedat uitgaat boven dat van
de uitzetting van de beschikbare middelen. Mede hierdoor neemt derhalve het
begrotingstekort toe ten opzichte van dat van het vorige jaar.
Deze extra stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de uitzetting
die in de loop van 1974 heeft plaatsgevonden. "Verder is op sommige punten
in de begroting 1974 niet voldoende rekening gehouden met de verwachte loon-
en prijsstijgingen, hetgeen voor 1975 wel het geval is. Bij enkele posten
is dit nader aangegeven.
Voorzover van belang te Uwer informatie, wordt na bovengenoemd over
zicht een toelichting gegeven op een aantal subsidieposten. Voor het overige
verwijzen wij naar de in de Memorie van Toelichting gegeven toelichting.