f 7.387.755»
Wij zigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de takken
van dienst voor het dienstjaar 1973=
Bijlage no, 47, Leeuwarden, 7 februari 1975-
Aan d.e gemeenteraad.
De eindwijzigingen van de gemeentebegroting en van de begrotingen
van de takken van dienst voor het dienstjaar 1973 zijn in ontwerp ge
reed en liggen ter inzage.
Haar aanleiding van deze eindwijzigingen delen wij U het volgende
mede.
Deprimitieve begroting voor het dienstjaar 1973 sloot met inbegrip
van de 1e wijziging van deze begroting met een nadelig saldo van
4.867.OOO,De uitgaven van deze begrotingen waren echter gebaseerd
op het loon- en prijspeil per 1 april 1972. Ha aanpassing aan het verwachte
loon- en prijspeil over 1973 en na aanbrenging van^een aantal correcties
werd het tekort geraamd op 7.114.000,afgerond. Het begrotingstekort
is in verband met enkele noodzakelijke uitgaven later nog verhoogd tot
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken heeft op verzoek van de
Baad de gemeente, bij wijze van sanering, een aanvullende bijdrage uit
het gemeentefonds verleend van 4.000.000,Bovendien kon de gemeente
nog een bedrag van 622.050,ramen voor de 1e fase van de verfijnings
uitkering uit het gemeentefonds voor historische stadskernen.
Tengevolge van deze uitkeringen uit het gemeentefonds, het feit,
dat een aantal salarisposten, mede als gevolg van het niet kunnen realiseren
van de geplande personeelsuitbreiding, te hoog was geraamd, de gemeente
ook voor een aantal andere uitgaafposten geen machtiging tot besteding
heeft gekregen en voorts door diverse incidentele meevallers zijn de
uitkomsten van de dienst minder ongunstig dan aanvankelijk was veronder
steld. Onder meer is het resultaat gunstig beïnvloed door het in 1973
slechts voor een bescheiden deel besteden van de geraamde kapitaallasten
en andere lasten voor de nieuwbouw van de gemeentelijke gezondheidsdienst
en van de sociale dienst. Verder behoefden ook de geraamde kapitaallasten
voor de verbouw van het Hof niet alle te worden besteed.
In totaal betreft dit een bedrag van 1,005.000,Wij zijn van oordeel,
dat dit 'bedrag dient te worden gebruikt voor afschrijving op genoemde
objecten.
Voorts is als gevolg van een lager rentepeil dan werd verwacht de in 1973
aan objecten toegerekende rente hoger geweest dan de betaalde rente.
Wij menen dit bedrag te moeten gebruiken voor het afschrijven op de kosten
van het sluiten van geldleningen.
Tenslotte zijn er ten behoeve van een aantal objecten voorbereidings-
kosten gemaakt, die geen nut zullen afwerpen voor de toekomst.
Dit houdt verband met het feit, dat deze objecten niet zullen worden
gerealiseerd of op een andere manier zullen worden gerealiseerd dan
aanvankelijk was gedacht. Wij stellen voor deze voorbereidingskosten
ineens af te schrijven. Voor een overzicht van deze projecten verwijzen
wij U naar de ter inzage gelegde stukken.