- 2 - Dit houdt in, dat de definitieve tarieven voor 1975 lager kunnen zijn dan de in ons voorstel van 28 november 1974 genoemde voorlopige tarieven voor 1975 van 6,50 en 14,--. De tarieven voor 1975 kunnen nu als volgt worden berekend; a. voor de gebruikers op; 1.570.000.000 5.000.000 3.0001S rond 5,75 per voj!of 5.000,-- van de grondslag; b. voor de zakelijk gerechtigden op; r rrn 1 600 000 000 6.550.000 j 00Ö1S rond 12,30 per volle 3=000,-- van de grondslag. Bij de berekening van het gebruikerstarief is er rekening mee gehouden, dat een aantal woningen, bedrijfspanden en bouwterreinen (tijdelijk) niet wordt gebruikt V/ij hebben de gevolgen bij toepassing van de nieuwe tarieven ten opzichte van de vervallen heffingen ten aanzien van een aantal woningen, bedrijfspanden en agrarische bedrijven, uitgewerkt op voor u ter inzage gelegde bijlagen. Gedeputeerde Staten van friesland hebben ons ter kennis gebracht dat de Staatssecretaris Van Binnenlandse Zaken een opmerking heeft" gemaakt' over het tweede lid van artikel 5 van de verordening. Toepassing van het bepaalde in dit tweede lid kan nopen tot een niet be doelde toepassing van de verordening. De Staatssecretaris heeft in zijn des betreffende brief aan Gedeputeerde Staten opgemerkt; "Ingevolge het bepaalde in het tweede lid van artikel 5 der verordening wordt, bij wijziging van de economische waarde van een onroerend goed gedurende de eerste 5 jaren van een tijdvak als bedoeld in het eerste lid van dat artikel, de heffingsgrondslag opnieuw vastgesteld en voor het eerst toegepast met ingang van het jaar, volgende op.dat, waarin die wijziging plaats vond. Dit houdt in, dat een opnieuw vastgestelde heffingsgrondslag in verband met wijziging van de economische waarde in het laatste jaar van enig tijdvak strikt genomen in de plaats zou treden van c.q. zou samenvallen met de heffingsgrondslag, welke voor een nieuwe periode met 5 jaren wordt vastgesteld. In verband hiermede acht ik het noodzakelijk, dat, ter voorkoming van ongewenste'moeilijkheden bij de toepassing van de verordening, in het tweede lid van artikel 5 be zinsnede "de eerste 5 jaren" wordt vervangen door; "de eerste 4 jaren". V/ij kunnen ons met deze opmerkingen verenigen en stellen u voor de ver ordening aldus aan te passen. Onder mededeling, dat de Commissie voor de financiën over dit voorstel is gehoord, stellen wij u voor de "Verordening onroerend-goedbelastingen" te wij zigen, zoals in bijgaand ontwerp-besluit is aangegeven. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma, Burgemeester. de Jong Secretaris. Nr1559» DB RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 6 februari 1975 (bijlage nr. 29); BESLUIT vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de "Verordening onroerend-goedbelastingen" 1e wijziging) Artikel I. De zinsnede "de eerste 5 jaren" in het tweede lid van artikel 5 wordt vervangen door "de eerste 4 jaren". Artikel II. Artikel 6 wordt gelezen als volgt; "1. Voor elke volle 3.000,— van de heffingsgrondslag bedraagt de belasting bedoeld 1. in artikel 1, letter a 5S75; 2. in artikel 1, letter b 12,30. 2. Belastingaanslagen van minder dan 10,-- worden niet opgelegd." Artikel III. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1975* Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 87