Kelders en Bierkade. Het noodzakelijke herstel van de Kelders en de kade werd reeds in "begin 1971 in een plan van de dienst Stadsontwikkeling vastgelegd» De daarbij gegeven begroting was toen 422.000,Aangezien vooral de -Bierkade met kelders van grote historische waarde zijn, waren verwachtingen omtrent een monumenten-subsidie gerechtvaardigd, te meer, daar ook voor het herstel van de walmurep langs de Duinen en achter de t/aag reeds een monument en-sub si die was genoten» Het plan Bierkade met kelders werd.dan ook met een verzoek om subsidie aan"de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voorgelegd. Medio 1972 bleek de uitvoering van het werk als een werkgelegenheid object mogelijk te zijn. De ingediende begroting werd bijgesteld en nader bepaald op 464»000,welk bedrag voor 100$ subsidiabel werd verklaard. Tot dit bedrag verleende U het nodige krediet. Het royale subsidie bood in vergelijking tot het bescheiden subsidie voor de walmur langs de Tuinen en achter de Waag (20$ van de subsidiabele kosten) zeer gunstige perspectieven, reden waarom al het mogelijke werd gedaan het werk op tijd (uiterlijk 1 januari 1973) te laten aanvangen. Op de.t moment was reeds bekend, dat de bijgestelde begroting al weer door een loon- en materiaalkostenstijging was achterhaald. Dit leverde echter geen problemen op, aldus werd ons officieus mede gedeeld, want er zou met .10$ kostenoverschrijding rekening mogen worden gehouden, waardoor nadere bijstelling van de begroting op rond 510.000, zeker mogelijk zou kunnen zijn. Het werk heeft 611.649»40 gekost. Dit betekent, dat de in 1972 vastgestelde begroting van 464-000,met 147.649*40 is overge- schrëden. De oorzaken van de meerkosten zijn de volgende a. loon- en materiaalkostenstijgingen; b. aankoopkosten kelders tegen hogere kosten dan was vervracht; c. "reconstrueren" van vier verhuurbare kelders op verzoek van de rijksdienst voor de monumentenzorg; d. het maken van sierbestrating, aangepast aan de historische omgeving; e. het laten vervaardigen van aangepaste hekwerken tor beveiliging van de toegangen naar de kade met kelders; f. het maken van een aangepaste verlichting; g. beschermende voorzieningen voor het behoud van de twee oude linden op het behoud waarvan niet was gerekend; h. stijging van de kosten van toezicht en begeleiding. Noorderplantage 5/5. Voor dit werk werden dé subsidies afgeleid van een veel te laag gestelde begroting van de architect, die aanvankelijk met de restauratie van dit monument was belast. Na vele- besprekingen met de Rijksdienst, voor de Monumentenzorg en de adspirant-huurder, die xraeds bij loting was aangewezen, werd overeengekomen, dat het. restauratiewerk door de eigen bouwkundige dienst van de gemeente zou worden verzorgd. In die gesprekken werden de- totale restauratiekosten reeds geraamd op rond 250.000,een bedrag, dat de Rijksdienst voor de Monumentenzorg wel hoog, maar niet irreëel voorkwam. De Minister van Sociale Zaken bleef echter vasthouden aan het bedrag van 100.000,dat gebaseerd was op de eerste begroting» Tot dit bedrag van 100.000,verleende TI het nodige krediet. In de vervrachting, dat de subsidies zeker zouden worden afgestemd op de reële begroting (zoals tot nu toe de ervaringen waren) is met het werk begonnen. De meerkosten hebben t.o.v. de eerste begroting f 192.456,44 bedragen, hetgeen betekent, dat de uiteindelijke restauratiekosten 232.456,44 zijn geworden. - 3 - De meerkosten en de hoogte daarvan moeten worden toegeschreven aan a. loon- en materiaalkostenstijgingen; b. tegenvallers in gevelgedeelten, die aanvankelijk als te handhaven waren aangemerkt; c. het schoonmaken van resterende gevelgedeelten; d. archeologische onderzoekingen en in verband daarmede zorgvuldige èn tijd èn geld vergende ontgravingen; e. hantering van een onjuiste begroting voor de subsidie-berekening. Bij de Put 56. Met de restauratie van dit pand werd eveneens op een veel te lage begroting gestart 140.000,De totale restauratie heeft 294-707>34 gekost. Ten opzichte van het krediet dat U terzake van de restauratie van dit pand hebt verleend 140.000,is er dus sprake van een overschrijding van 154-707,34- De oorzaken van de meerkosten zijns a. een veel te lage begroting; b. loon- en materiaalkostenstijgingen; c. onvoorziene en kostbare tegenvallers m.b.t. balklagen en vloeren; d. onvoorziene en kostbare tegenvaller m.b.t. de noordgevel, die achter betimmeringen onverwacht slecht bleek; e. extra constructieve voorzieningen om te handhaven bouwfragmenten op te vangen, o.a. in verband met de vervanging van balklagen en vloeren. Spanjaardslaan 76. (Oude begraafplaats). Buiten de voorgenomen restauratiewerkzaamheden aan dit pand en aan het monumentale hek bij de ingang van de begraafplaats vielen de in het kader vera het nodige onderhoud reeds voorgenomen voorzieningen aan de strodaken van beide paviljoen-woningen. De voor de daken te maken kosten werden geraamd op 20.000,Voor de restauratie van de woning (het weer geschikt maken voor bewoning) en voor het monumentale hek stelde U een krediet beschikbaar van f 33-500,--. De uiteindelijke restauratiekosten hebben 39-579*46 bedragen, hetgeen betekent, dat boven hpt door IJ verleende krediet nog een krediet van 56.079-46 moet worden verleend. Aanvankelijk mocht voor het alleen weer geschikt maken als woning van Spanjaardslaan 76 niet op een monumenten-subsidie worden gerekend. De voorzieningen aan de strodaken hebben er toe bijgedragen, dat alsnog een monumenten-subsidie c.a. werd verleend en wel tot een bedrag van 49-350,(inclusief een bedrag van 3-000,voer woningverbetering). Hierdoor is een rendabele verhuur van het pand Spanjaardslaan 76 mogelijk geworden. De meerkosten zijn to verklaren door: a. loon- en materiaalkostenstijgingen en b. een verdubbeling van de kosten voor de restauratie van het hek, waarvan na schoonmaken bleek, dat de vele verflagen een niet vermoede "bindende" functie vervulden, waarin nu op een meer gebruikelijke vrij ze moest worden voorzien.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 106