Vervoer van leerlingen van scholen voor "buitengewoon onderwijs. Bijlage no. 96. Leeuwarden, 10 april 1975» Aan de Gemeenteraad. De voor het "buitengewoon onderwijs relevante "bepalingen van artikel 13 van de Lager-onderwijswet 1920 houden sinds 1 januari 1975 - ingevolge de bij de wet van 25 april 1974, Staatsblad no. 271, aangebrachte wijzigingen - het volgende in: 1. aan ouders, voogden of verzorgers van kinderen van scholen voor buitengewoon onderwijs - met uitzondering van scholen voor schipperskinderen, woonwagenkinde ren en kinderen van kermisexploitanten - wordt desverlangd uit de gemeentekas een vergoeding verleend van de a,an het schoolbezoek verbonden vervoerskosten, met dien verstande, dat leerlingen van scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoei lijkheden, debiele kinderen en zeer moeilijk opvoedbare kinderen 14 jaa.r of ouder moeten zijn; 2. de school, waar het gewenste onderwijs wordt gegeven, kan ook zijn gelegen in een naburige gemeente; 3. de gemeente is bevoegd om in plaats van een vergooding in geld te geven, het ver voer te verzorgen of te doen verzorgen; 4. de vergoeding bestaat uit dc kosten van het vervoer op de wijze die, afhankelijk van de soort buitengewoon onderwijs, door de raad van de gemeente wordt vastgesteld. Ten opzichte van de oude situatie betekent dit, dat voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs, (met uitzondering van de onder 1 genoemde categorieën en de daar geoteldé beperking) de financiële draagkracht van de ouders geen rol meer speelt bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding van de aan het schoolbezoek verbonden vervoerskosten. Voor de overige leerlingen van het buitengewoon onderwijs geldt deze draagkracht nog wel Een tweede wijziging is, dat de gemeenteraad thans dient te bepalen op welke ifijze van vervoer de vergoeding der kosten gebaseerd zal zijn voor de onderscheiden soorten van buitengewoon onderwijs. Zoveel mogelijk aansluitend bij de bestaande situatie, zoals die al verscheidene jaren in overleg met de Gemeentelijke Gezondheidsdienst vrordt gevolgd stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerp. Op grond van de bepa.lingen van de Financiële—Verhoudingswet i960 vergoedt het Rijk aan de gemeente 8öfj van de kosten van vervoer. De Commissie voor het Onderwijs kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 128